Sociale zekerheidsrecht
INLEIDING
1. Wat is sociaal recht?
Twee grote deelgebieden:
Arbeidsrecht = het geheel van rechtsregels die de verhoudingen regelt tussen de
werknemers en de werkgevers, zowel individueel als collectief.
Sociale zekerheidsrecht = maatregelen waardoor aan de werknemers, het
overheidspersoneel en de zelfstandigen de mogelijkheid wordt gegeven om in alle
omstandigheden in hun levensonderhoud te voorzien.
2. Evolutie sociaal recht
Oorsprong: het ontstaan van een nieuwe sociale klasse midden de 19 de eeuw door de
industrialisering arbeiders: verhuurden arbeidskracht tegen een loon, wat haar in een kwetsbare
en afhankelijke positie brengt. Ervoor waren ze aangewezen op familie of liefdadigheid.
Armoede wordt met de eerste industriële revolutie en het ontstaan van het kapitalisme als een
collectief probleem beschouwd.
In de 19de eeuw hadden de arbeidsverhoudingen een repressief karakter. Werknemers mochten
bijvoorbeeld niet samenspannen om het werk te verhinderen. Verschillende rechtsregels plaatsten
de werknemers in een ondergeschikte positie in geval van geschillen met de werkgevers.
Ze waren ook op politiek vlak onmondig omdat door het cijnskiesrecht enkel stemrecht werd
verleend aan wie een minimum aan belastingen betaalde. De cijnskiezers toonden geen
belangstelling voor de miserie van de arbeidersklasse.
Doordat werkgever en werknemers volledig vrij werden gelaten om de arbeidsverhoudingen te
regelen waren mannen, vrouwen en kinderen in de praktijk gedwongen om in onmenselijke
omstandigheden te werken.
Zo ontstonden ‘Burgerlijke Godshuizen’ en ‘Burelen van Weldadigheid’, de voorlopers van OCMW’s.
Ze verkregen hun middelen enkel uit liefdadigheid en de steun van de kerk.
Arbeiders richtten zelf ‘Maatschappijen voor Onderlinge Bijstand’ op om de aangesloten werknemers
tegen de nieuwe sociale risico’s te beschermen. Er werd in een uitkering voorzien in geval van
werkloosheid of arbeidsongeschiktheid van de kostwinner. Het werd gefinancierd door vrijwillige
bijdragen van de eigen leden.
Omdat veel arbeiders niet voldoende financiële middelen hadden om hieraan te participeren, hielder
werkgevers een deel van het loon af om die in voorzorgkassen te stoppen. Nadeel: ze waren
fabrieksgebonden dus wanneer de arbeider van werk veranderde had hij opnieuw geen enkele
rechten meer.
Dit betreft vrije verzekeringen bij vrije instellingen waarbij er nog geen staatstussenkomst is.
Dankzij de opkomende arbeidersbeweging werden de plaatselijke Maatschappijen voor Onderlinge
Bijstand omgevormd tot mutualiteiten.
1866: coalitieverbod opgegeven oprichting nieuwe ziekenfondsen en vakbonden die opkwamen
voor de rechten van de arbeiders.
,1870-1880: economische crisis barre levensomstandigheden voor de werknemers zorgden in 1866
op verschillende plaatsen voor opstanden. De bewindvoerders werden zich ervan bewust dat sociale
toegevingen aan de arbeidersklasse onvermijdelijk werden en dat snel maatregelen tegen de
grootste misbruiken moesten worden afgekondigd.
1893: algemeen meervoudig stemrecht ingevoerd: alle mannen waren stemgerechtigd maar het
aantal stemmen bleef afhankelijk van de betaalde belastingen. arbeidersbeweging werd groter en
actiever en er kwamen zelfs socialisten in de regering.
De encycliek Rerum Novarum kondigde in 1891 aan dat de kerk het streven van arbeiders om zich te
organiseren rechtvaardigde waardoor ook de progressieve christenen zich gesteund voelden.
Laatste jaren 19de eeuw: overheidsoptreden actiever subsidies voor reeds bestaande vrije
verzekeringen om de werknemers aan te moedigen zich tegen sociale risico’s te verzekeren. De
staatstussenkomst stond in verhouding tot de eigen inbreng van de arbeiders. De
mutualiteitenverenigingen werden verplicht zich te hergroeperen om erkend te worden en
subsidiëring te ontvangen, ze konden zo zwaardere risico’s verzekeren.
De jaren daarna ontstond de eerste sociale wetgeving. In het begin was dit vooral de bescherming
van vrouwen en kinderen en dit werd stilaan uitgebreid tot alle werknemers:
Bescherming van het loon
Regeling vrouwen- en kinderarbeid
Werkplaatsreglement
Arbeidsovereenkomsten
Vergoeding arbeidsongevallen
Zondagsrust
Na WOI: sociale wetgeving kende verdere uitbreiding. De invoering van het algemeen enkelvoudig
stemrecht had hier invloed op.
1921: De 48-urenweek werd geïnstalleerd en de eerste verplichte sociale verzekeringen ontstaan.
Pensioenen
Beroepsziekten
Kinderbijslag
De verantwoordelijkheid werd gedragen door werknemers, werkgevers en de overheid.
1928: mensen kregen een tegemoetkoming los van het feit of ze al dan niet werknemer waren, begin
van de sociale bijstand.
1925: ontstaan Commissies voor Openbare Onderstand.
Jaren ’30: ernstige crisis langdurige algemene nationale staking.
Toegevingen:
1 week betaald verlof voor arbeiders
Oprichten nationale arbeidsconferentie
WOII: Verdere uitbouw van de SZ werd onderbroken. De werkzaamheden van de nationale
arbeidsconferentie gingen verder in Londen, waar onze regering in ballingschap verbleef.
De vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties werkten een ontwerppact
van sociale solidariteit uit: de Besluitwet op de Maatschappelijke Zekerheid van 28 december 1944.
,Na WOII: sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers werd wettelijk geregeld door de wet op
de paritaire comités, de wet op de bedrijfsorganisatie en de wet op de Nationale Arbeidsraad. De
wetgever heeft het accent gelegd op het streven naar meer bestaanszekerheid en een grotere
vastheid van betrekking. Er was een inperking van het ontslagrecht van de werkgever en door de
uitbetaling van een gewaarborgd loon te voorzien tijdens de schorsing van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst.
Werkloosheid en Ziekte & Invaliditeit werden verplichte sociale verzekeringen.
De besluitwet regelt een aantal organisatorisch belangrijke zaken:
De oprichting van de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid
De beheersprincipes
Er vielen nog steeds een aantal mensen naast het sociaalverzekeringsnet. er werden maatregelen
genomen die ervoor moesten zorgen dat iedereen die niet kan werken, en geen recht heeft op een
vervangingsinkomen uit de SZ, of voor wie de uitkeringen ontoereikend zijn, toch een
minimuminkomen krijgt.
1969-1976: we kregen wettelijke regelingen in de Sociale Bijstand:
Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
Tegemoetkomingen aan PMH
Gewaarborgde gezinsbijslag
Bestaansminimum (nu Leefloon)
OCMW-wet
Jaren ’70 20ste eeuw: arbeidsrecht vooral gekenmerkt door het zoeken naar methodes die het
behoud van de werkgelegenheid en de versoepeling van het arbeidsrecht nastreven.
De ‘Europeanisering’ wordt almaar belangrijker: afspraken op topbijeenkomsten en/of Europese
regelgeving verplichten ons om onze nationale wetgeving aan te passen of nieuwe wetgeving af te
kondigen.
Verschillende staatshervormingen zorgden voor het regionaliseren van bepaalde wetgeving omtrent
de sociale zekerheid.
Men beseft de laatste decennia dat men er via dit systeem van sociale zekerheid alleen niet zal
geraken en neemt de overheid initiatieven om private verzekeringen aan te moedigen.
3. Waarom sociaal recht in onze opleiding?
Het samenleven gebeurt op basis van regels, binnen een vastgelegd kader. Een sociaal werker moet
over een voldoende juridische basis beschikken om zijn weg te vinden binnen de verschillende
rechtsregels en voorzieningen die bestaan. Hij werkt voor en met maatschappelijk achtergestelde
groepen die hun weg niet of moeilijk vinden in dit juridisch kluwen en die vertrouwen op de sociaal
werker om hen de juiste weg te wijzen.
Sociaal recht biedt ons een spiegel van de maatschappij waarin we leven. Het geeft een beeld van
wat ‘sociale bescherming’ bij ons inhoudt, en hoe de maatschappij zich opstelt ten opzichte van
armoede en sociale uitsluiting af te leiden uit de principes waarop sociale zekerheid en sociale
bijstand gefundeerd zijn.
Sociaal recht verandert continu gelet op de maatschappelijke context. Je moet de ontwikkelingen op
de voet blijven volgen.
, DE SOCIALE ZEKERHEID
Deel 1: Inleiding
Hoofdstuk 1: Wat is sociale zekerheid?
Sociale zekerheid = geheel van voorzieningen met als doel aan alle burgers op elk moment van hun
leven een inkomen te waarborgen dat hen een menswaardig bestaan garandeert, wanneer zich een
sociaal risico (bv. inkomensverlies bij ziekte) voordoet.
In België gebaseerd op solidariteit tussen werkenden en werklozen, jongeren en ouderen, …
Solidariteit gewaarborgd omdat:
Werkende mensen bijdragen moeten betalen in verhouding tot hun loon
De financiering grotendeels gebeurt door de gemeenschap, dat zijn alle burgers samen
De vakbonden, ziekenfondsen en werkgeversorganisaties mee beslissen over de
verschillende aspecten van het systeem.
verschuiving: individuele risico’s worden opgevangen door de organisatie van een collectief
vangnet, dat door middel van solidariteit gefinancierd wordt.
Er bestaan afzonderlijke regelingen voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. De verschillen
zijn nog aanzienlijk. De sociale zekerheidsregeling voor werknemers dekt de meeste personen.
1. De ‘sociale verzekeringen’
Zeven takken:
Ouderdoms- en overlevingspensioenen
Werkloosheid
Arbeidsongevallenverzekering
Beroepsziektenverzekering
Gezinsbijslag
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Jaarlijkse vakantie
Bedoeling: de financiële gevolgen van arbeidsgerelateerde sociale risico’s te ondervangen, en daarbij
zoveel mogelijk de verworven levensstandaard waarborgen.
Twee manieren waarop sociale risico’s de bestaanszekerheid van de burger kunnen aantasten:
Inkomen verminderen: door ongeval, zwangerschap, ziekte, werkloosheid en ouderdom.
verschillende sectoren van de sociale zekerheid komen tussen om, onder bepaalde
voorwaarden, het inkomensverlies op te vangen.
Uitgaven vermeerderen: het normale arbeidsinkomen kan aangetast worden door niet te
voorziene of moeilijk te dragen bijkomende uitgaven. Bv. door ongeval of ziekte, het hebben
van kinderen, …
kosten meestal gedeeltelijk, opgevangen of terugbetaald.
Hoe gebeurt waarborg van inkomen?
Bij verlies van het arbeidsinkomen ontvangt men een vervangingsinkomen
Bij bepaalde ‘sociale lasten’ ontvangt men een aanvulling op het inkomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meredithhuyghebaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.