100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bouwconstructies 1 - samenvatting $3.25   Add to cart

Summary

Bouwconstructies 1 - samenvatting

 87 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Bouwconstructies 1 samenvatting. vragen uit elk hoofdstuk (niet allemaal opgelost)

Preview 4 out of 36  pages

  • December 29, 2019
  • 36
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Djenka VP
Bouwconstructies 1

Hoofdstuk 1: Grondonderzoek en grondwerk

Grond is de funderingsgrondslag. Aard en samenstelling zijn beslissend voor welke fundering er
gebruikt wordt om stabiliteit te verzekeren. Grond wordt ook gebruikt als bouwmateriaal.
Grondlagen bestaan uit een opeenstapeling van materialen v diverse oorsprong ontstaan door
verwering en erosie van gesteenten en transport en afzetting door water en wind.

Deze materialen hebben een diverse mineralogische of organische samenstelling.
Tussen de opeengestapelde korrels bevinden zich poriën die gevuld zijn met lucht/water. Dit zijn
luchtholtes die bij druk verdwijnen -> alles wordt compacter. Grond is een verzameling van kleine
vaste deeltjes + poriën v minerale/organische oorsprong.
- Ongeroerde grond: ter plaatse gevormd door verwering of omzetting
- Geroerde grond: grond die werd uitgegraven of vervoerd

Grondsoorten in België
Bestaan meestal uit een mengeling, dit is het hoofdbestanddeel. De overige soorten worden voor
het hoofdbestanddeel vernoemd. De vreemde bestanddelen erachter.
Bv.: leemhoudend zand met schelpen

Vindplaats Samenstelling/kenmerken Bruikbaar als
funderingsbodem
Rots Hoog-België (zand, - gesloten structuur Als hij niet verweerd of
kalk en leisteen) - Hard, onsamendrukbaar verweerbaar is
Grind Overal in BE - loskorrelig materiaal (2-80mm) - grindlaag min 3m
- Sterk waterdoorlatend - Niet te schuin
- wit, geel of bruin
- Zee-, rivier-, berggrind
Zand Vlaanderen en - loskorrelig materiaal (0,2-2mm) - zandlaag min 3m dik
Kempen - Matig waterdoorlatend - Voldoende dicht is
- Wit, geel, grijs of bruin afgezet
- zee-, rivier-, berg-, duinzand - Niet door grondwater
kan worden
uitgespoeld
- Draagvermogen
neemt af
Grindzand Kempisch plateau - loskorrelig materiaal uit grind en Indien de bank
zand voldoende dicht en
afgezet is
Mergel Grens Nederlands - zacht gesteente gevormd uit leem - Laagdikte min 3m
Limburg en BE en kalk - Onttrokken aan
zuid - Witachtig tot geel indringend water
- Bevat veel fossielen - Niet te schuin lopend
- Verweekt door indringend water

1

, Djenka VP

Vindplaats Samenstelling/kenmerken Bruikbaar als
funderingsbodem
Klei Ieper, Kortrijk, - sterk samenhangend, gebonden - laagdikte min 3m
Boom, Land v mat. - Onttrokken aan
Herve, Condroz - geel, bruin of grijsblauw watertoevoer en -
- Zeer fijne korrels (<0,074mm) afvoer
- Zwelt en krimpt door water - Niet te schuin lopend.
Leem Zuid-VL, Zuid - klei die een root aantal - laagdikte min 3m
Brabant, zandkorrels bevat (0,002-0,2mm) - Onttrokken aan
Haspengouw, - geel, bruin of rood watertoevoer en -
Hageland en - In droge toestand samenhangend. afvoer
Ardennen - Niet te schuin lopend.
Zavel / - zand vermengd met 10-30% als de laag voldoende
klei/leem dik is en vast afgezet
- Doorgaans meer vast en
samenhangend dan klei
- Overbruin
Slib - / - fijne kleideeltjes afgezet in water Niet geschikt
- Dik vloeiend
- Voorkomend in dunne lagen
Teelaarde / - dunne bovenlaag vermengd met Niet geschikt
in ontbinding verkerende
plantaardige bestanddelen
- Zwart of donkerbruin
Veen Ardennen, Hoge - grond bestaande uit in ontbinding niet geschikt
Venen verkerende planten
- bruin, grijs of zwart



Kenmerken en eigenschappen van grond: bij grond is gedrag
moeilijker aan te geven. Eigenschappen zijn afhankelijk v
vochtgehalte, poriënvolume, inwendige structuur, heterogeniteit in
samenstelling, belastingswijze,..

Bodem in BE is korrelig -> grootte vd korrels bepaalt eigenschappen
zoals: doorlatendheid, samendrukbaarheid, plasticiteit, dichtheid, samenhang,..
De korrelverdeling of granulometrie ve grond wordt vastgesteld ih labo -> bepaling grove fractie
door zifting en fijnere fractie door bezinking. Verdeeld in fracties en uitgezet op de
verdelingskromme

Pakking: grondsoorten zijn samengesteld uit korrels v versch grootte. Ze zijn op versch manieren
samengebracht:
- Losse pakking: tss de korrels zijn vele, grote holten aanwezig (poriën) die zijn opgevuld met
water of lucht


2

, Djenka VP
- Vaste pakking: korrels zijn in
elkaar geschoven. Er blijven
holle ruimtes tss de korrels
bestaan die opnieuw
gevuld zijn met lucht of
water.


Losse Vaste




Poriëngehalte: verhouding tss het volume van alle poriën die in een bepaalde grond aanwezig zijn,
tot het volume v deze hoeveelheid grond met poriën -> uitgedrukt in volumeprocenten.
Afhankelijk vh poriënvolume en de verzadigdheid met water zal men dus versch volumieke
massa’s van 1 grondsoort hebben.
Doorlaatbaarheid: belasten van grond -> grondkorrels en water/lucht id poriën komen onder druk
te staan. Grond wordt samengedrukt en gaat zich zetten. Grondkorrels schuiven in elkaar
waardoor water/lucht id poriën worden weggedrukt. Bij zand gaat dit snel bij fine klei gaat dit
langzaam (korrels zijn kleiner).

Consistentie of samenhang: water kan zich hechten aan het opp. vd grondkorrels id vorm v dunne
huidjes of waterfilms door adhesie krachten.
- Zeer fijne grondsoorten (klei): krijgen samenhang door de onderlinge cohesieve werking vd
waterhuidjes.
- Fijnkorrelige grondsoorten: consistentie wordt bepaald door de chemische samenstelling en
de werking vh adhesieve (aantrekkende kracht) water -> de grond gaat zwellen en krimpen.

Consistentiegrenzen: bij verandering vh watergehalte gaat een korrelmassa van vaste naar
plastische of vloeibare toestand. Uitgedrukt ih watergehalte dat de grond bij de overgang bevat.
Dit vochtgehalte wordt uitgedrukt in procenten vh gewicht vd droge stof.
- Bovenste plasticiteits- of vloeigrens: overgang vloeibare -> plastische toestand. Bepaald door
apparaat van Casagrande: grond meer en meer bevochtigen tijdens proef en tellen van aantal
slagen om groef (2mm) te sluiten. Vloeigrens bij 25 slagen.
- Onderste placticiteitsgrens of uitrolgrens: overgang plastische -> vaste toestand. Grond tot
homogeen balletje uitrollen tot een cilinder met progressief verminderende diameter. Bij
verbrokkelen cilinder bij diameter >3mm vertoont het grondmonster een watergehalte dat
gelijk is aan de uitrolgrens. Minstens 3x herhalen.
- Plasticiteitsindex: verschil tss watergehalte bij vloei- en uitrolgrens is een maat voor plastisch
gebied (lp). Laag (lp<5), gemiddeld (5<lp<20), hoog (lp>20)

Classificatie grond: versch bestanddelen in een grond dus eenduidige nomenclatuur belangrijk
voor beschrijven v grondsoort. Niet eenvoudig -> versch systemen afhankelijk vd doelstellingen en
land v herkomst. Vlaanderen: methode vd Belgische Vereniging tot Studie beproeving en gebruik
der Materialen (BVSM) gebaseerd op korrelverdeling, plasticiteitsindex, en het humus- en
kalkgehalte.



3

, Djenka VP


Draagvermogen: grond moet voldoende weerstand kunnen bieden om wegzinken te voorkomen
waarbij de zettingen niet te groot mogen zijn. Wordt op semi-weten-schappelijke/
proefondervindelijke basis bepaald in grondmechanica. In de tabel zien we een indicatie. Het
draagvermogen is afhankelijk vh gewicht dat erop komt te staan.

Weten wat er meer kan dragen en wat minder.

Water in de grond:

- Freatisch water: grondwater bevindt zich id grond voortkomend van neerslag of toestromend
van hoger gelegen gebieden. Elke grondsoort kan afhankelijk vd poreusheid een zekere
hoeveelheid water opnemen en al dan niet waterdoorlatend zijn. Het grondwater dat in een
poreuze bodem oiv wateraanvulling of onttrekking vrij kan stijgen of dalen is het freatisch
water. Het vlak waar dit water zich bevindt is het freatisch oppervlak of de grondwaterspiegel.
De ligging vh grondwaterpeil tov het maaiveld is van groot belang bij het uitvoeren van
bouwkundige werken. Het peil wordt vooraf bepaald.
- Capillair water: boven freatisch opp water dat stijgt door capillaire werking. Stijging afhankelijk
vd wijdte vd poriën of de doorlaatbaarheid vd grond. Alle poriën ih capillair gebied zijn gevuld
met water. Het C opp vormt de scheiding tss de poriën die geheel of gedeeltelijk met water
verzadigd zijn. Komt bij ontgraven niet vrij wegens hechting ad grondkorrels.
- Funiculair en pendulaire water: boven het capillair water
* Funiculair: id poriën lucht en water. Water in verbinding met grondwater
* Pendulair: enkel water op aanrakingspunten vd korrels. Water niet in verbinding.

- Spanningswater: neerslag kan id bodem via de kanaaltjes die gevormd worden door de
aaneensluiting vd poriën. Bij het ontstaan v verschil in waterhoogte zal er een beweging vh
grondwater gebeuren die gericht is naar het punt vd sterkste val. Hoe groter het poriënvolume
vd grondsoort is, hoe makkelijker het water zich kan verplaatsen. Als het volume afneemt en de
kanaaltjes smaller worden, wordt de waterdoorlaatbaarheid geringer tot zelfs moeilijk (bv.:
klei). Die laag is de waterafsluitende laag en belemmert de waterbeweging. Het grondwater
onder de waterafsluitende laag kan onder druk staan dit is het spanningswater. Aanwezigheid
waarnemen door waarnemingsput wnnr het water id put hoger wordt dan de afsluitende laag.

Evenwicht van taluds: natuurlijk talud -> helling waaronder een grond zonder afschuiving blijft
staan. Komen voor begrenzing van uitgravingen en grondophogingen. Berg grond uitstorten op
een hoop -> schuift af en vormt constante hoek met de horizontale. Deze hoek is de natuurlijke
hellingshoek, hoek vd natuurlijke talud of inwendige wrijvingshoek genoemd en is afhankelijk vd
aard vd grond en de vochtigheid.
grondsoort Toelaatbare gronddruk
Duinzand droog: 35-40 Rivierzand/grind droog: in N/cm3 (1kg/10N)
30-35 Aarde/klei/leem droog: 40-46
Goed aaneengesloten mergel 30-50
Duinzand vochtig: 45 R/G vochtig: 45
A/K/L nat: 20-25 Zeer vaste en harde mergel 50-80
Duinzand met water verzadigd: 27 R/G met water Natuurlijk ongeroerd zand 20-50
verzadigd: 27
Leemhoudend zand 8-70

Wordt de helling steiler opgezet of ingegraven dan Rots 80-200
onder een voor de betreffende grond-soort Slappe klei 3-8



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djenkavanpraet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  3x  sold
  • (0)
  Add to cart