Dagvaarding of verzoekschrift?
Dagvaardingsprocedure
Eerste boek, Tweede titel Rv
Verzoekschriftprocedure
Eerste boek, Derde titel Rv
Hoofdregel ex art. 78 lid 1 Rv jo. art. 261 lid 2 Rv: dagvaarding, tenzij in de (materiële) wet
een verzoekschrift is voorgeschreven
Vb. in materiële wet: ‘op verzoek van’, ‘bij (een) verzoekschrift’, ‘verzoek tot’, ‘met het
verzoek’, ‘kan worden verzocht’
De bevoegdheid van de rechter
Absolute competentie
Art. 42 Wet RO: ‘De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke
zaken.’
Art. 60 lid 1 Wet RO: ‘De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor
vatbare vonnissen, beschikkingen en uitspraken in burgerlijke zaken (…) van de
rechtbanken in hun ressort.’
Art. 78 lid 1 Wet RO: ‘De Hoge Raad neemt kennis van het beroep in cassatie tegen de
handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen van de gerechtshoven
Kantonrechter is onderdeel van de rechtbank, zie art. 47 Wet RO (lid 1: ‘kamers voor
kantonzaken’ en lid 2: ‘kantonrechter’)
In welke situaties is de kantonrechter bevoegd bij dagvaardingsprocedures art. 93 Rv
o Sub a: vordering maximaal € 25.000,-
o Sub b: vordering onbepaalde waarde
o Sub c: arbeidsovereenkomst, huurovereenkomst en
consumentenkoopovereenkomst (zie art. 7:5 lid 1 BW), ‘ongeacht de waarde
van de vordering’
o Sub d: als dit in de wet is genoemd
In welke situaties bij verzoekschriftprocedures?
o Kantonrechter is bevoegd als dit in het (materiële) wetsartikel zelf staat
Vb. art. 7:671b en 7:671c BW: ‘De kantonrechter kan (...) de
arbeidsovereenkomst ontbinden (...).’
Vb. art. 4:164 lid 1 sub e BW: ‘De hoedanigheid van bewindvoerder
eindigt (...) door ontslag dat de kantonrechter hem (...) verleent.’ (jo.
lid 2: ‘op verzoek’)
Relatieve competentie
Dagvaardingsprocedures: = welke van de 11 rechtbanken?
o Hoofdregel in art. 99 lid 1 Rv: ‘(…) de rechter van de woonplaats van de
gedaagde.’
, o Zie verder artt. 100 t/m 109 Rv: ‘mede bevoegd’ of ‘uitsluitend bevoegd’
o Besluit zittingsplaatsen gerechten (Bzg, Kluwer VI.3): zittingslocatie vaststellen
Vb. woonplaats gedaagde is Leeuwarden > rechtbank Noord-
Nederland relatief bevoegd > zittingslocatie Leeuwarden (art. 1 sub g
Bzg)
Verzoekschriftprocedure
o Hoofdregel in art. 262 Rv: de rechter van de woonplaats van (één van) de
verzoeker(s) of van (één van) de in de procesinleiding genoemde
belanghebbende(n)
o ‘Tenzij de wet anders bepaalt’ (art. 262 Rv):
Art. 263 t/m 268: ‘uitsluitend bevoegd’ (i.p.v.)
Uitzonderingen in andere (materiële) wetsartikelen zijn geen
tentamenstof
o Besluit zittingsplaatsen gerechten (Bzg, Kluwer VI.3): zittingslocatie vaststellen
Procesvertegenwoordiging
= ‘In persoon’ (zelf) procederen of advocaat nodig?
Bij dagvaardingprocedures:
o Hoofdregel in art. 79 lid 2 Rv: advocaat verplicht
o Uitzondering in art. 79 lid 1 Rv: bij kantonrechter
o Uitzondering in art. 255 lid 1 Rv: bij kort geding (gedaagde)
Bij verzoekschriftprocedures:
o Art. 79 Rv is niet van toepassing!
o Hoofdregels en uitzonderingen in art. 278 lid 3 Rv en art. 278 lid 3 Rv (zelf
goed lezen!)
o Bij kantonrechter geen advocaat verplicht
Betekening van exploten
Deurwaarder betekent exploot aan degene voor wie het bestemd is volgens de regels van
art. 45 t/m art. 66 Rv; zie art. 45 lid 1 Rv
Hoe/waar/aan wie betekenen?
Hoofdregel in art. 46 lid 1 Rv: overhandigen/uitreiken aan de woonplaats (=
huisadres) van de persoon voor wie bestemd is
o ‘In persoon’
o Aan huisgenoot of andere aanwezige persoon als ‘aannemelijk is dat deze zal
bevorderen dat het afschrift degene voor wie het exploot is bestemd, tijdig
bereikt.’
Uitzondering in art. 47 lid 1 Rv: afschrift in een gesloten envelop door de brievenbus
van die persoon of per post (zie ook art. 46 lid 3 Rv: als die persoon weigert in
ontvangst te nemen)
Bijzondere regels in art. 48 t/m art. 63 Rv, zoals bij rechtspersonen
Bij betekening vermeldt de deurwaarder op origineel en afschrift hoe/waar/aan wie
het exploot is betekend (vaak met een stempel), zie art. 45 lid 3 sub e Rv
,Werkgroep 1
Casus 1
Christina Velozo huurt sinds 1 mei 2018 een benedenwoning in Utrecht. De eigenaar
en verhuurder van deze woning is Joachim Witteveen, die zelf in Amersfoort woont.
Christina en Joachim hebben een schriftelijke huurovereenkomst gesloten voor
onbepaalde tijd. Christina heeft het erg naar haar zin in haar woning, totdat ze merkt
dat er allerlei vochtplekken in haar nieuwe vloerbedekking verschijnen. Christina gaat
op zoek naar de oorzaak van de vochtplekken, waarbij ze ook de aan de ondervloer
gelijmde vloerbedekking moet lostrekken. Tot haar schrik ziet Christina dat de
ondervloer onder de vloerbedekking helemaal vochtig is. Direct neemt Christina
telefonisch contact op met Joachim Witteveen. Helaas neemt Joachim de melding
van Christina niet echt serieus en antwoordt hij haar dat ze er zelf maar even een
klusjesman naar moet laten kijken.
De volgende dag komt de door Christina gebelde klusjesman langs, die constateert
dat er een grote hoeveelheid water onder de woning van Christina staat. Hij vertelt
Christina dat het gaat om een gebrek aan de woning waarvoor de verhuurder
aansprakelijk is. Christina vraagt vervolgens haar verhuurder telefonisch, via e-mail
en daarna ook nog met een aangetekende brief om dit gebrek aan haar woning te
verhelpen. Christina hoort echter helemaal niets van Joachim. Op advies van een
medewerker van het Juridisch Loket besluit Christina een procedure bij de rechter op
te starten. In deze procedure voert Christina onder andere aan dat haar huurgenot
door het water onder de woning aanzienlijk is verminderd en dat zij daarom ex artikel
7:207 lid 1 BW recht heeft op evenredige vermindering van de huurprijs.
Door middel van welk inleidend processtuk dient Christina Velozo haar zaak tegen
Joachim Witteveen bij de rechter aanhangig te maken? Motiveer aan de hand van de
toepasselijke wet- en regelgeving.
Dagvaardingsprocedure (artikel 78 lid 1 Rv jo 261 lid 1 Rv)
Bepaalt dat er een dagvaardingsprocedure moet worden gehanteerd, tenzij de
materiële wet uitdrukkelijk bepaald dat er een verzoekschrift dient te worden
gehanteerd. Artikel 7:207 lid 1 BW geeft aan ‘kan vorderen’ dus het gaat om een
dagvaarding.
Vraag 2 (2 punten)
Stel dat Christina de zaak aanhangig heeft gemaakt met een onjuist inleidend
processtuk. Wat gebeurt er dan? Motiveer aan de hand van de toepasselijke wet- en
regelgeving.
Artikel 69 Rv -> rechter bepaald een termijn waarin het moet worden verbeterd
Vervolg op casus 1
Stel – los van het antwoord bij de vragen 1 en 2 – dat Christina haar zaak tegen
Joachim bij de rechter aanhangig moet maken met een dagvaarding.
Tot welke rechter dient Christina zich te wenden? Ga in je antwoord in op de absolute
competentie en de relatieve competentie van de rechter. Geef tevens aan of de
kantonrechter deze zaak zal behandelen. Motiveer aan de hand van de toepasselijke
wet- en regelgeving.
Absolute competentie:
, Art. 42 Wet RO: De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke
zaken.
Art, 93 Wet Rv: Kantonrechter? -> sub c, ja het gaat om een huurovereenkomst.
Relatieve competentie:
Hoofdregel in art. 99 lid 1 Rv: de rechter van de woonplaats van de gedaagde.
Joachim woont in Amersfoort dus arrondissement Midden-Nederland
Artikel 103 Rv: het gaat om een huur van een woonruimte dus uitsluitend bevoegd
de rechter binnen wiens rechtsgebied het gehuurde of het grootste gedeelte daarvan
is gelegen. 99 nu dus niet geldig. Zelfde arrondissement dit keer dus maakt niet uit.
Vervolg op casus 1
Stel – los van het antwoord bij vraag 3 – dat deze procedure wordt gevoerd bij de
kantonrechter.
Door wie, waar en hoe moet het exploot van de dagvaarding aan Joachim betekend
worden? Ga er daarbij vanuit dat Joachim inmiddels geen bekende woonplaats meer
heeft en dat zijn werkelijke verblijfplaats evenmin bekend is. Motiveer je antwoord
aan de hand van de toepasselijke wet- en regelgeving.
Artikel 54 lid 2 rv -> exploot
Woonplaats onbekend
Loopt procedure waar hij van op de hoogte gesteld moet worden
Dagvaarding naar parket bij OM bij het gerecht waar de zaak dient
Uittreksel van exploot bekend gemaakt worden in staatscourant
Casus 2 (totaal 14 punten)
Bastian Terveer, 24 jaar en woonachtig in Gouda, heeft als enige erfgenaam de luxe
vakantievilla in Zuid-Spanje geërfd van zijn vorig jaar overleden tante Carola. Ruim
vijf jaren voor haar overlijden heeft Carola dit rechtsgeldig in een testament bij haar
notaris in Rotterdam geregeld. In dat testament heeft Carola ook laten opnemen dat
haar neef Bastian pas vanaf zijn 30e verjaardag volledig over de vakantievilla kan
beschikken. En dat – als Carola eerder zou overlijden – haar broer Juan Sanchez
tijdelijk het bewind over de vakantievilla zou krijgen vanaf het tijdstip van het
overlijden van Carola tot aan de 30e verjaardag van Bastian Terveer. Hierdoor is
Juan Sanchez sinds het overlijden van zijn zus Carola dus (testamentair) bewind-
voerder van de luxe vakantievilla in Zuid-Spanje.
Bastian Terveer, die het ook altijd goed kon vinden met zijn oom Juan, had tot voor
kort wel begrip voor de keuze van tante Carola om dit zo te regelen. Enkele
maanden geleden hoorde hij echter ‘via via’ dat Juan Sanchez – tegen de
uitdrukkelijke wens van zijn zus Carola in – regelmatig grote feesten organiseert in
de vakantievilla in Zuid-Spanje en dat daarbij ernstige schade aan de villa, de tuin en
het zwembad is aangericht. Omdat Bastian niet goed weet wat hij hiermee aan moet,
vraagt hij de Rotterdamse notaris van zijn tante Carola om advies. De notaris raadt
hem aan om deze zaak aanhangig te maken bij de rechter op grond van artikel 4:164
lid 1 sub e jo. lid 2 BW: Bastian kan dan als rechthebbende van de vakantievilla Juan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tryingtograduateinonego. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.