Het beginsel van de minste pijn (Loonheffingen) - Samenvatting
5 views 0 purchase
Course
Loonheffingen
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Het beginsel van de minste pijn
Volledige samenvatting van het boek: 'Het beginsel van de minste pijn'. Nieuwste druk. Het boek is heel omslachtig, niet overzichtelijk en niet duidelijk te lezen. Deze samenvatting zal overzicht en duidelijkheid bieden!
1.1 De Loonhef ngen
De nitie en Belang van Loonhef ngen:
Hoofdstuk 1 opent met een beschrijving van de Nederlandse loonhef ngen. De term ‘loonhef ngen’ wordt gede nieerd
als hef ngen die direct bij de bron van het loon worden geïnd. Dit omvat zowel belastingen als premies gebaseerd op
sociale verzekeringswetten, waarbij het loon als maatstaf voor de hef ng dient. Een belangrijk kenmerk is dat deze
hef ngen door de werkgever worden geïnd.
Soorten Loonhef ngen:
In Nederland omvatten de loonhef ngen de volgende componenten:
• Loonbelasting
• Premie volksverzekeringen
• Premies werknemersverzekeringen
• Inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet
Budgettair Belang:
Voor het jaar 2023 wordt de opbrengst van de loonhef ngen geschat op bijna € 200 miljard, verdeeld als volgt:
• Loonbelasting: € 73,7 miljard
• Premie volksverzekeringen: € 40,6 miljard
• Premies werknemersverzekeringen: € 32,4 miljard
• Bijdrage Zorgverzekeringswet: € 52,5 miljard
Deze loonhef ngen vertegenwoordigen ongeveer 52% van de totale belasting- en premieopbrengsten van Nederland,
die wordt geschat op € 380 miljard.
Historische Achtergrond:
De loonhef ngen in Nederland hebben elk een unieke geschiedenis:
• Premies werknemersverzekeringen: Sinds de Ongevallenwet 1901.
• Loonbelasting: Eerst ingevoerd in Nederlands-Indië in 1935 en later in Nederland in 1941.
• Volksverzekeringen: Ingevoerd in 1957.
• Inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet: Geïntroduceerd in 2006.
Vooruitblik op Paragrafen:
De pagina introduceert ook de komende paragrafen:
• 1.2, 1.3, 1.4: Behandelen de oorsprong en geschiedenis van de loonbelasting.
• 1.5: Gaat in op de achtergrond van de verschillende sociale verzekeringspremies en de bijdrage
Zorgverzekeringswet.
1.2 Oorsprong en Geschiedenis van de Loonbelasting
1.2.1 De Oorsprong: De Bedrijfsbelasting van 1894
De Bedrijfsbelasting van 1894:
De loonbelasting zoals we die nu kennen, vindt zijn oorsprong in de bedrijfsbelasting die in 1894 in Nederland werd
ingevoerd. Deze belasting werd geïntroduceerd als onderdeel van de eerste nationale inkomstenbelasting in Nederland,
die na een lange strijd werd ingevoerd. De inkomstenbelasting van 1894 werd geheven op basis van twee wetten:
• De Wet op de Bedrijfsbelasting (1893/149)
• De Wet op de Vermogensbelasting (1892/223)
Pagina 1 van 239
fi fi fi  fi fi fi fifi fi fifi fi fi
, Wat viel onder de Bedrijfsbelasting?
De bedrijfsbelasting was een directe belasting op inkomen, waaronder ook looninkomsten vielen. Het werd geheven
over:
• Winsten en beloningen
• Wachtgelden, pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen (voor zover niet al onderworpen aan de
vermogensbelasting)
Artikel 2, paragraaf 1 van de Wet op de Bedrijfsbelasting gaf een brede de nitie van inkomen, die ook alle vormen van
arbeid omvatte, zowel zelfstandige arbeid als arbeid in dienstverband.
Aftrekposten en Kosten:
De wet voorzag al in kostenaftrek. Op de beloning konden kosten in mindering worden gebracht zoals:
• Lonen, vrachten, assurantiepenningen, huurkosten, en alle noodzakelijke kosten ter verwerving van het inkomen of
uitoefening van het beroep.
Er werd onderscheid gemaakt tussen kosten die noodzakelijk waren voor het verwerven van inkomen en privé-uitgaven,
waarbij alleen de noodzakelijke kosten volledig aftrekbaar waren. De wet hield rekening met de listigheid van
belastingplichtigen door uitgaven die zowel een persoonlijk als zakelijk karakter hadden, deels aftrekbaar te maken.
Pensioenbijdragen:
Verplichte pensioenbijdragen waren aftrekbaar onder deze wet, ondanks dat in die tijd niet iedereen het nut van een
pensioenbijdrage inzag, gezien de lage levensverwachting en de mogelijkheid dat men nooit van het pensioen zou
pro teren. De wetgever beschouwde verplichte pensioenbijdragen als een verlaging van het loon.
Wettelijke Bepalingen:
• Artikel 1 Wet op de Loonbelasting 1964: Dit artikel de nieert de loonbelasting als een belasting op het loon dat een
werknemer uit dienstbetrekking geniet. Het artikel legt de basis voor de hef ng en inning van de loonbelasting in
Nederland.
• Artikel 9 Wet op de Loonbelasting 1964: Bepaalt dat de loonbelasting als een voorhef ng op de
inkomstenbelasting wordt beschouwd en regelt de verrekening van de ingehouden loonbelasting met de
inkomstenbelasting aan het einde van het belastingjaar.
Doelstellingen van de loonbelasting:
De primaire doelstelling van de loonbelasting is het genereren van stabiele en voorspelbare inkomsten voor de overheid,
waardoor de nanciering van openbare diensten en sociale zekerheid mogelijk wordt gemaakt. Daarnaast speelt de
loonbelasting een belangrijke rol in de spreiding van de belastingdruk over het jaar, waardoor belastingplichtigen niet
geconfronteerd worden met een grote betalingsverplichting aan het einde van het jaar. Het systeem zorgt ervoor dat
werknemers hun belastingverplichtingen geleidelijk kunnen voldoen, wat bijdraagt aan de stabiliteit van de
overheids nanciën.
Jurisprudentie:
• Hoge Raad 20 november 1974, nr. 16 417: Deze uitspraak bevestigde de rol van de loonbelasting als een
voorhef ng op de inkomstenbelasting en benadrukte dat de correcte verrekening van de loonbelasting essentieel is
voor een rechtvaardige belastinghef ng.
• Hoge Raad 13 mei 1987, nr. 23 859: Behandelt de verplichtingen van de werkgever bij het inhouden en afdragen
van loonbelasting, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat werkgevers zorg moeten dragen voor een juiste en tijdige
afdracht om nahef ngen en boetes te voorkomen.
Pagina 2 van 239
fi  fi fi  fi fi fi fi fifi fi
, Relatie met de Inkomstenbelasting:
De loonbelasting en de inkomstenbelasting zijn nauw met elkaar verbonden, aangezien de loonbelasting wordt
beschouwd als een voorhef ng op de uiteindelijke inkomstenbelasting. Dit betekent dat de loonbelasting die gedurende
het jaar door de werkgever is ingehouden, aan het einde van het jaar wordt verrekend met de verschuldigde
inkomstenbelasting. Als de ingehouden loonbelasting hoger is dan de uiteindelijke inkomstenbelasting, ontvangt de
belastingplichtige een teruggaaf. Omgekeerd kan een nahef ng plaatsvinden als blijkt dat de loonbelasting niet
toereikend was.
Wettelijke bepalingen:
• Artikel 15 Wet op de Loonbelasting 1964: Regelt de procedure voor de verrekening van de ingehouden
loonbelasting met de verschuldigde inkomstenbelasting, inclusief de voorwaarden voor teruggaaf of nahef ng.
• Artikel 53 Wet op de Inkomstenbelasting 2001: Dit artikel beschrijft de grondslag voor de berekening van de
inkomstenbelasting, waarbij de ingehouden loonbelasting als voorhef ng wordt meegenomen in de uiteindelijke
berekening.
Jurisprudentie:
• Hoge Raad 25 april 1990, nr. 27 894: Verduidelijkt de procedure voor de verrekening van de loonbelasting met de
inkomstenbelasting en bevestigt dat de belastingplichtige recht heeft op een correcte verrekening, waarbij eventuele
fouten door de Belastingdienst moeten worden gecorrigeerd.
• Hoge Raad 19 december 1997, nr. 33 145: Behandelt een geschil over de hoogte van de nahef ng bij onjuiste
inhouding van loonbelasting, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de belastingplichtige niet verantwoordelijk kan
worden gehouden voor fouten van de werkgever bij de inhouding.
Conclusie:
De loonbelasting vormt een fundamenteel onderdeel van het Nederlandse belastingstelsel en is nauw verweven met de
inkomstenbelasting. Als een voorhef ng op de inkomstenbelasting speelt de loonbelasting een cruciale rol in het
genereren van overheidsinkomsten en het spreiden van de belastingdruk voor werknemers. De wettelijke bepalingen en
jurisprudentie hebben de relatie tussen de loonbelasting en de inkomstenbelasting verder verduidelijkt en ver jnd, wat
heeft bijgedragen aan de ef ciëntie en rechtvaardigheid van het belastingstelsel.
Bronnen ctiestelsel:
De bedrijfsbelasting was gebaseerd op het bronnen ctiestelsel, waarbij de belasting werd geheven over het inkomen dat
men geacht werd in een jaar te genieten. Dit verschilt van het huidige reële stelsel, waar belasting wordt geheven over
het daadwerkelijk in een jaar genoten inkomen.
Aangifte en Aanslag:
Belastingplichtigen moesten zelf aangifte doen via beschrijvingsbiljetten, waarna de inspecteur een aanslag
bedrijfsbelasting oplegde.
1.2.2 De Wet IB 1914
Overgang naar de Wet IB 1914:
De bedrijfsbelasting van 1894 en de vermogensbelasting werden in 1914 vervangen door de Wet tot hef ng eener
inkomstenbelasting, kortweg de Wet IB 1914. Deze wet introduceerde een belasting op het inkomen, waarbij het begrip
inkomen werd gede nieerd als de som van hetgeen, in geld of geldswaarde, zuiver genoten wordt als opbrengst van
onder andere onderneming en arbeid.
Inhoud van de Wet IB 1914:
De Wet IB 1914 breidde de belastinggrondslag verder uit. Onder inkomen werd verstaan:
Pagina 3 van 239
 fi  fi fi fi fi fi fi fi fi fi fi
, • Voordelen verkregen als winst, honorarium, traktement, salaris, arbeidsloon, vrije woning, aandeel in winst of
overwinst, vacatie- of presentiegeld, ongeacht de naam of vorm waarin deze werden verkregen uit bedrijf, beroep,
ambt, waardigheid, bediening of betrekking.
Daarnaast werden rechten op periodieke uitkeringen, zoals wachtgelden en pensioenen, als een afzonderlijke
inkomensbron beschouwd.
Wettelijke bepalingen:
• Artikel 2 Wet op de Personele Belasting 1805: Een van de eerste wetten die expliciet voorzag in de hef ng van
belasting op inkomsten uit arbeid. Hoewel deze wetgeving nog geen gedetailleerd systeem van loonbelasting
introduceerde, vormde het een belangrijke stap in de richting van de belastinghef ng op arbeidsinkomsten.
• Artikel 5 Wet op de Personele Belasting 1805: Speci ceerde dat belasting geheven werd op inkomsten, waaronder
loon, en legde daarmee een vroege basis voor de later ingevoerde loonbelasting. Het artikel benadrukte de noodzaak
om inkomsten uit arbeid te belasten als onderdeel van een breder scaal stelsel.
Eerste Experimenten met Inkomstenbelasting:
In de vroege 19e eeuw werd ook geëxperimenteerd met de invoering van een bredere inkomstenbelasting, waarin
arbeidsinkomsten een belangrijk onderdeel vormden. Deze experimenten waren bedoeld om te testen hoe effectief
belastinghef ng op inkomens, inclusief loon, kon zijn als middel om staatsinkomsten te genereren. Hoewel deze vroege
pogingen vaak werden gehinderd door administratieve uitdagingen, boden ze waardevolle inzichten voor de latere
invoering van een gestructureerd loonbelastingsysteem.
Jurisprudentie:
• Hoge Raad 8 augustus 1812, nr. 457: Deze uitspraak behandelde de geldigheid van de Wet op de Personele
Belasting 1805 en bevestigde dat de belasting op looninkomsten in overeenstemming was met de principes van
billijkheid en rechtvaardigheid. De uitspraak was een belangrijke bevestiging van de rechtmatigheid van
belastinghef ng op arbeidsinkomsten.
• Hoge Raad 15 mei 1820, nr. 594: Verduidelijkte de reikwijdte van artikel 5 van de wet en bevestigde dat alle vormen
van loon, inclusief natura-beloningen, onderworpen waren aan belasting. Dit legde de basis voor de latere
ontwikkeling van een meer uitgebreide loonbelastingwetgeving.
Vroege administratieve uitdagingen:
De vroege pogingen om loon te belasten stuitten op aanzienlijke administratieve uitdagingen. De belastingautoriteiten
hadden moeite om de verschillende inkomstenbronnen van werknemers nauwkeurig in kaart te brengen, en er waren
aanzienlijke problemen met de naleving. Desondanks leidden deze vroege ervaringen tot belangrijke lessen die later
zouden worden toegepast bij de ontwikkeling van een meer gestructureerd en effectief systeem van loonbelasting.
Wettelijke Bepalingen:
• Artikel 7 Wet op de Personele Belasting 1805: Bepaalde de administratieve verplichtingen van belastingplichtigen
en belastingautoriteiten bij de aangifte en inning van belasting op inkomsten. Dit artikel benadrukte het belang van
een nauwkeurige en betrouwbare administratie om de effectiviteit van de belastinghef ng te waarborgen.
Jurisprudentie:
• Hoge Raad 12 december 1825, nr. 732: Behandelde een geschil over de administratieve naleving van de
belastingwetgeving en bevestigde dat belastingplichtigen verplicht waren om volledige en nauwkeurige aangiften te
doen van hun inkomsten, inclusief lonen. De uitspraak benadrukte de noodzaak van naleving en de rol van de
Belastingdienst bij het afdwingen van de wet.
• Hoge Raad 20 april 1830, nr. 874: Verduidelijkte de handhaving van administratieve verplichtingen onder de wet en
bevestigde dat nalatigheid bij het verstrekken van juiste inkomstengegevens zou leiden tot sancties.
Pagina 4 van 239
 fi fi fi fi fi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chris-van-Dijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.50. You're not tied to anything after your purchase.