100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollegeaantekeningen Communicatie, organisatie en interactie $6.47   Add to cart

Class notes

Hoorcollegeaantekeningen Communicatie, organisatie en interactie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Bevat alle hoorcollegeaantekeningen van communicatie, organisatie en interactie. Bevat duidelijke voorbeelden en tips voor het tentamen.

Preview 2 out of 13  pages

  • September 29, 2024
  • 13
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Onbekend
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges communicatie, organisatie en crisis (2022-2023)

Hoorcollege 1/ 25 april 2023
Structuur, cultuur, management, doelen (bijvoorbeeld reputatiebescherming bij een crisis; crises voorkomen)
van een organisatie. Alles wat te beschrijven is over organisatie in verband met communicatie.

Drie centrale vragen:
- Hoe werkt organisationele communicatie precies?
- Hoe is organisationele communicatie te onderzoeken?
- Hoe is organisationele communicatie te verbeteren?

Functie van communicatie
- Smeermiddel in organisaties  is nodig binnen organisaties
- Verbindt organisaties met hun omgeving/ de buitenwereld
Let op: communicatie is zowel een gevolg van de structuur en de cultuur als een determinant van de structuur
en cultuur. Communicatie ontstaat doordat de organisatie een bepaalde structuur en cultuur heeft (bv heel
hiërarchisch  daardoor krijg je een bepaalde manier van communiceren) en door zo te communiceren houd je
die vorm in stand.

Twee perspectieven op communicatie:
 Transmissie (overbrengen van informatie) vs. constitutief (communicatie als iets dat vormgeeft aan de
organisatie. Vormgeven terwijl er gecommuniceerd wordt, staat nog niet vast, maar draagt eraan bij 
the yellow brick road).

Twee aspecten van organisaties
1. Expliciete organisatie:
- Organisatie zoals bedacht
- Formele organisatie

2. Impliciete organisatie
- Organisatie zoals ie werkt (ze functioneren niet altijd zoals ze beschreven zijn)
- Informele organisatie

Historische ontwikkeling van organisatie en gevolgen voor communicatie (19 e eeuw tot nu)
- Aanbod- naar vraageconomie
- Emancipatie werknemer (werknemers hebben rechten, veel meer)
- Democratisering (ook in organisaties  heeft gevolgen voor hoe alle communicatielijnen lopen en wie
wat mag zeggen)
- Economische groei  toegenomen welvaart (andere typen organisaties vraag naar bepaalde nieuwe
diensten of die eerder luxe waren)
- Connectiviteit/ medialiteit
- Globalisering (niet alleen veel meer connecties tussen organisaties, maar deze connecties gaan over
veel grotere afstanden)

Conclusie: organisaties worden complexer, communicatie ook.
De wereld vraagt veel meer van organisaties en dus communicatie en hebben we complexere theorieën nodig.

Karl Weick: succesvolle organisatie(communicatie) moet zo complex zijn als de problemen waar ze mee te
maken heeft. Requisite variety  precies inspelen op de veranderende wereld (en de complexiteit), het moet
passen bij de veranderende wereld. Zowel iets wat binnen als buiten de organisatie kan veranderen.

Wat verandert er in organisaties?
- Ander type organisaties (service vs. productie)
- Werkprocessen worden complexer: instructies en afstemming nodig
- Grotere onderlinge afhankelijkheid: overleg nodig (ook tussen organisaties)
- Schaalvergroting: media (vaak ook nieuwe media) nodig
- Multi- en interculturaliteit, grotere mobiliteit: vergroot complexiteit van communicatie.

, - Individuen worden belangrijker: werk niet alleen primaire levensbehoefte. Motivatie (en plezier) van
werknemers! Werkgevers moeten werknemers ook motiveren

Historische ontwikkeling
- Industrialisatie (1870- 1918)
 Schaalvergroting (grotere fabrieken etc)
 Ingewikkeldere productieprocessen
 Direct toezicht noodzakelijk (hogere lagen in de organisatie)
 Medewerkers als lijfeigenen (objecten die de productie op gang hielpen, geen stem, minder te zeggen)
 Communicatie vooral via mondelinge instructie en rapportages

- Rationalisatie (1918-1945)
 Doel: efficiëntie werd belangrijker
 Verticale arbeidsverdeling (hogere en lagere functies)
 Horizontale arbeidsverdeling (lopende band)
 Prestaties tellen (Taylor’s scientific management)
 Weber’s bureaucratische ideaal
 Communicatie: veel instructies, rapportages, direct toezicht

- Economische opleving en groei (1945-1975)
 Mens komt centraal te staan (Human relations)
 Veel aandacht voor arbeidsverhouding en motivatie van werknemers
 Streven naar grote betrokkenheid gehele organisatie (cultuur, structuur)
 Communicatie: overleg, bottom-up communicatie (mondeling..)

- Stagnatie (1975-1990)
 Mens wordt nog belangrijker
 Human resource management (Likert)
 Werknemer als belangrijkste productiefactor; personeelsbeleid onderdeel van strategische
management
 Decentrale verantwoordelijkheden
 Flexibelere organisaties
 Communicatie: meer en vooral meer bottom-up en horizontaal (medewerkers onderling bijvoorbeeld)

- Digitalisering (vanaf 1990)
 Ontwikkeling internet en intranet
 Direct toegang tot mensen en informatie (in- en extern)
 Toename van de snelheid van communicatie
 Toename van beschikbaarheid van media
 Schrift in combinatie met beeld en geluid wordt belangrijker

Gevolgen voor communicatie-afdelingen? (toepassingsvraag)

Klassieke benaderingen van organisatiecommunicatie (industrialisatie en rationalisatie vooral)
‘Communicatie als machine’
 Specialisatie (onderdelen hebben elk hun eigen functie)
 Standaardisatie (mensen worden goed op één stukje op één bepaalde manier)
 Voorspelbaarheid

Drie voorbeelden van dit (kern moet je kennen, hoe ontstaat, wat zegt het over hoe organisaties in elkaar zitten
en hoe communicatie verloopt etc):

1. Fayol’s Theory of Classical management
- Prescriptieve theorie = hoe het zou moeten zijn/hoe de wereld het beste zou zijn (optimale vorm van
machtsverhoudingen in organisaties)
- Elementen en principes

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentciw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47
  • (0)
  Add to cart