100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Overzicht geneesmiddelen Tractus Circulatorius $7.56   Add to cart

Manual

Overzicht geneesmiddelen Tractus Circulatorius

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Overzicht van de geneesmiddelen Tractus Circulatorius. Makkelijk om te leren! Succes gegarandeerd!

Preview 2 out of 7  pages

  • December 30, 2019
  • 7
  • 2019/2020
  • Manual
  • Overzicht van alle geneesmiddelen
avatar-seller
1

Geneesmiddelen van de Tractus Circulatorius WBFA16006

Anti-aritmica

- Anti-aritmica klasse Ia; zijn natriumkanaalblokkers. Het veroorzaakt een middellange blokkade
van de natriumkanalen. Hierdoor gaat de frequentie van het actiepotentiaal omlaag en ontstaat
er een verlenging van de relatieve refractaire periode. Daarnaast worden kaliumkanalen
geremd. Dit zorgt voor een verlenging van de absolutie refractaire periode.
 Kinidine; is een natriumkanaal blokker. heeft ook een anticholinerge werking. De
sinusfrequentie neemt toe en de AV-geleiding wordt versneld.

- Anti-aritmica klasse Ib; zijn natriumkanaal blokkers. Het veroorzaakt een korte/snelle blokkade
van de natriumkanalen, waardoor de duur van de refractaire periode wordt verlengd. De
frequentie van het actiepotentiaal blijft onbeïnvloedt.
 Lidocaïne; kan alleen parenteraal worden toegediend.

- Anti-aritmica klasse II; is een -receptor-blokker. Het remt de cardiale werking van de hoge
activiteit van de sympathicus. Daarnaast vermindert het de geleiding tussen de SA en de AV-
knoop. Hierdoor wordt de diastolische depolarisatie afgevlakt en is er sprake van een vertraging
van de herstelfase, waardoor de sinusfrequentie omlaaggaat en de AV-geleiding wordt
verminderd. Daarnaast kunnen deze middelen de activatie van het ventrikel verminderen door
de onderdrukking van pathologische catecholamine-geïnduceerde slow-response potentialen.
Het reduceert het zuurstof en het substraat verbruik.
 Propanolol; er is ook sprake van een blokkade van het natriumkanaal.
 Sotalol; is naast een -antagonist ook een kaliumkanaalblokker.

- Anti-aritmica klasse III; zijn kaliumkanaalblokkers. Ze vertragen de repolariserende kalium
uitstroom, waardoor de duur van het actiepotentiaal wordt verlengd net als de absolute
refractaire periode. De refractaire periode wordt verlengd tot het moment wanneer er weer
natriumkanalen beschikbaar komen voor een nieuwe fase 0 in rusttoestand. De
geleidingssnelheid wort nauwelijks beïnvloedt.
 Amiodaron
 Sotalol; is een kaliumkanaalblokker en een -receptor-blokker. Het is selectief voor de
vertraagde gelijkrichter kaliumkanalen.

- Anti-aritmica klasse IV; remmen L-type calcium kanalen door te binden aan het 1 subunit. Ze
zorgen voor het onderdrukken van de slow response signalen en ze vertragen daarmee de AV-
geleiding. Er is sprake van een hoge affiniteit voor de calciumkanalen in open en gesloten
toestand, het is dus use-dependece. Daarnaast heeft het een negatief chronotroop en inotroop
effect.
 Verapamil




1

, 2

- Hartglycosiden; remmen primair natrium/kalium-ATPase. Hierdoor is er een lager kalium
concentratie in de cel en een hogere natrium concentratie. Dit heeft invloed op de
natrium/calcium-exchanger. Het natrium transport in de cel wordt geremd. De exchanger draait
van transportrichting en zal vervolgens natrium uit de cel pompen en calcium in de cel. De
positief inotrope werking is afhankelijk van de natrium/calcium-exchanger. De tonus van de
sympathicus gaat omlaag. Hierdoor wordt het RAAS-systeem genormaliseerd en gaat de
doorbloeding van de nier omhoog. De preload en de afterload worden gereduceerd net als de
zuurstofconsumptie, de hartgrootte en de vorming van oedeem. De parasympaticus wordt
geactiveerd wat zorgt voor de stimulatie van de nervus vagus, waardoor het baroreceptorreflex
wordt geactiveerd. De hartfrequentie gaat omlaag (negatief chronotroop) net als de
geleidingssnelheid (negatief dromotroop).
 Digoxin; wordt gegeven aan jongeren patiënten, waarbij de nierfunctie intact is.
 Digitoxine; wordt gegeven aan oudere patiënten met een onzekere of verslechterde
nierfunctie.

- Muscarinereceptor-antagonisten; de calcium instroom en de kalium uitstroom worden verhoogd.
De spontane depolarisatie wordt verhoogd, net als de duur van het actiepotentiaal. De duur van
de refractaire periode gaat omlaag. De effecten van mucarine-antagonisten zijn positief
chronotroop en positief dromotroop.
 Atropine
 Ipratropium

 Adenosine; Adenosine receptoren zijn gekoppeld aan Gi. Door A1 receptoren te
stimuleren wordt de hoeveelheid cAMP verminderd, dit zorgt voor een afname van de
calcium instroom en de opening van de kaliumkanalen. De effecten van adenosine zijn
negatief chronotroop, negatief dromotroop en de refractaire periode wordt langer.
 Fenytoïne; de werking van fenytoïne is berust op het onderdrukken van de spontane
depolarisatie in atrium en ventrikelweefsel.

Positief ionotrope geneesmiddelen

- Hartglycosiden; remmen primair natrium/kalium-ATPase. Hierdoor is er een lager kalium
concentratie in de cel en een hogere natrium concentratie. Dit heeft invloed op de
natrium/calcium-exchanger. Het natrium transport in de cel wordt geremd. De exchanger draait
van transportrichting en zal vervolgens natrium uit de cel pompen en calcium in de cel. De
positief inotrope werking is afhankelijk van de natrium/calcium-exchanger. De tonus van de
sympathicus gaat omlaag. Hierdoor wordt het RAAS-systeem genormaliseerd en gaat de
doorbloeding van de nier omhoog. De preload en de afterload worden gereduceerd net als de
zuurstofconsumptie, de hartgrootte en de vorming van oedeem.De parasympaticus wordt
geactiveerd wat zorgt voor de stimulatie van de nervus vagus, waardoor het baroreceptorreflex
wordt geactiveerd. De hartfrequentie gaat omlaag (negatief chronotroop) net als de
geleidingssnelheid (negatief dromotroop).
 Digoxin; wordt gegeven aan jongeren patiënten, waarbij de nierfunctie intact is.
 Digitoxine; wordt gegeven aan oudere patiënten met een onzekere of verslechterde
nierfunctie.

- Catecholamines; zijn -sympathomimetica. Ze hebben een positief inotroop effect.
 Noradrenaline
 Adrenaline
 Isoprenaline
 Dobutamine
 Dopamine




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikoekman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.56  1x  sold
  • (0)
  Add to cart