100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Les 2 - Hoofdstuk 3 $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Les 2 - Hoofdstuk 3

1 review
 25 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting hoofdstuk 3. Vastgoedeconomie, Jan Buist, 1e druk.

Preview 2 out of 6  pages

  • December 30, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: DanielleRecht • 4 year ago

avatar-seller
Vastgoedeconomie – Les 2

Hoofdstuk 3 Meso-economie: bedrijfstak en concurrentieverhoudingen

§3.1 Bedrijfstak, branche en bedrijfskolom
Bedrijfstak: is een groep van ondernemingen die verwante bewerkingen uitvoeren op dezelfde markt
binnen de bedrijfskolom (makelaardij).

Concurrentie/mededinging: het proces van wedijveren die tussen ondernemingen bestaat, waarbij
elk van de ondernemingen haar eigen doelstellingen tracht te behalen en daardoor concurreert met
andere ondernemingen.

Concurrentieniveaus:
- Behoefteconcurrentie: geld van de consument kan op diverse manieren worden besteed.
Aanbieders in verschillende bedrijfstakken concurreren op deze manier met elkaar.
- Generieke concurrentie: concurrentie tussen aanbieders van verschillende
producten/diensten die in eenzelfde behoefte van de consument kunnen voorzien (auto en
NS).
- Productvorm- en merkenconcurrentie: concurrentie tussen de verschijningsvorm en merken
van een bepaald product die in dezelfde behoefte voorzien (4-deurs of 5-deurs Mercedes).

3 soorten concurrentie binnen bedrijfstakken:
1. Interne concurrentie: richt zich op het verkrijgen van een zo groot mogelijk aandeel binnen
de bedrijfstak door gelijksoortige ondernemingen.
2. Externe concurrentie: het behalen van een zo groot mogelijke winstmarge binnen de
bedrijfskolom. De onderneming concurreert met klanten en leveranciers (importeur zo laag
mogelijke inkoopprijs bij fabrikant en wil zo groot mogelijke marge bij dealer).
3. Potentiële concurrentie: nieuwe ondernemingen die mogelijk willen toetreden tot de
bedrijfstak.

Concurrentiebepalende factoren:
- Aantal ondernemingen: veel ondernemingen in een bedrijfstak → klant veel keuze.
- Grootte ondernemingen: hoe groter onderneming, hoe efficiënter produceren + groot
reclamebudget + veel kapitaal + groot marktaandeel = concurrentievoordeel.
- Productdifferentiatie: onderscheidende kenmerken aan product aanbrengen → grotere
klantenbinding.
- Ontwikkeling techniek: door het toepassen van innovatie kan een bedrijf voorlopen, vaak
ook kostenbesparend.
- Globalisering economie: buitenlands bedrijf dat goedkoper kan produceren = concurrentie.
- Macrofactoren: conjunctuur, loon- en politieke ontwikkeling spelen een rol bij concurrentie.

Gemeenschappelijke belangen: via brancheverenigingen en bedrijf- en productschappen kunnen de
gezamenlijke ondernemers binnen een bedrijfstak zaken realiseren als kennisverspreiding,
belangenbehartiging en beïnvloeding van de politieke besluitvorming. Omdat zij hier als bedrijf zelf
te weinig kennis over hebben.

, Samenwerkingsvormen: zijn wettelijk toegestaan en opereren als zelfstandige organisaties.
- Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties: zijn bij wet geregeld, verordeningen zijn bindend
voor de bedrijven die in de sector van het bedrijfschap werkzaam zijn, kunnen ook heffingen
opleggen.
o Bedrijfschap: omvat slechts 1 bedrijfstak en is actief op 1 niveau binnen een
bedrijfskolom (Landbouwschap, bedrijfschap Horeca).
o Productschap: verticale opbouw en omvat een gehele bedrijfskolom
(grondstoffenproductie tot detailhandel).
- Branchevereniging: zijn niet bij wet opgericht, maar initiatief van ondernemers. Zijn actief op
bedrijfstakniveau en zorgen voor zaken als kennisverspreiding, opstellen
standaardcontracten, klachtencommissies en belangenbehartiging. Bedrijven binnen de
bedrijfstak zijn niet verplicht zich aan te sluiten, maar als je wil aansluiten soms wel aan
bepaalde voorwaarden voldoen (NVM).
- Franchising: een vorm van een commerciële samenwerking tussen zelfstandige organisaties.

Franchisegever (RE/MAX) Franchisenemer
Voordelen Nadelen Voordelen Nadelen
Beperkte investeringen Zeggenschap over Behoud zelfstandig Hoge startkosten
zelfstandige ondernemerschap
franchisenemers beperkt
Snel uitbreiden van In aanloopfase: hoge Gebruikmaking van Periodieke afdrachten
formule startkosten, nog geen bestaande formule van inkomsten
landelijke dekking
Regelmatige inkomsten Training door Invloed van
franchisegever franchisegever

- Vrijwillig filiaalbedrijf: een samenwerkingsvorm tussen een groothandel en de detaillist,
waarbij de detaillist zelfstandig blijft (vaak zelfde naam).
- Inkoopcombinatie: afnemers die eenzelfde product inkopen werken samen om een sterkere
onderhandelingspositie te krijgen tegenover de leverancier, blijven zelfstandig.
- Coöperatie: speciale vereniging die overeenkomsten aangaat met en voor haar leden
(inkoop, reclame). Winst wordt uitgekeerd aan leden.
- Concern: een grote onderneming met veel dochterondernemingen. Samen treden ze als
eenheid op (Shell).
- Joint venture: 2 of meer ondernemingen gaan gezamenlijk ondernemen in een nieuwe
onderneming (dochteronderneming). Brengen geld, kennis of productiemiddelen in en delen
winsten/verliezen.
- Fusie: samengaan van 2 of meer zelfstandige bedrijven tot 1 zelfstandig bedrijf.

Concentratiegraad: concurrentie-intensiteit, geeft aan hoeveel aanbieders van eenzelfde
product/dienst op een deel van de markt aanwezig zijn (Cn-index). C2 = 2 grootste landelijke
aanbieders in de woningmakelaardij met aan marktaandeel van 75%.

Overheidsingrijpen marktsector: de eerlijke concurrentie moet bewaakt worden. Onderlinge
prijsafspraken zijn verboden. Dit bewaken doet De Autoriteit Consument en Markt (ACM), binnen de
Europese kaders (Europese mededingingsbeleid).
- Mag bij verdenking van prijsafspraken bedrijven binnenvallen en de administratie in beslag
nemen.
- Boetes opleggen.

Branche: een groep ondernemingen die binnen de bedrijfstak weer specifieke overeenkomsten
vertonen in hun productieproces of dienstverlening (binnen bedrijfstak makelaardij, onderscheiden
we de bedrijven- en de woningbranche).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marjorie1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (1)
Add to cart
Added