Volledige samenvatting van het vak Grondslagen van de Criminologie. Bevat de stof behandeld tijdens de onderwijsgroepen, hoorcolleges en extra stof die bij hoorcolleges hoorde.
Samenvatting Grondslagen van de Criminologie
Oktober 2024
Inclusief hoorcolleges
1
,Inhoudsopgave
Probleem 1.................................................................................................................................................... 4
Leerdoel 1: Wat is een ketter en hoe verliepen kettervervolgingen?...................................................................4
Leerdoel 2: Wat is een heks en hoe verliepen heksenvervolgingen?....................................................................8
Leerdoel 3: Hoe werden deze vervolgingen gerechtvaardigd en welke punten van kritiek zijn er?..................10
Probleem 2.................................................................................................................................................. 12
Leerdoel 1: Wie was Thomas Hobbes?...............................................................................................................12
Leerdoel 2: Wat waren Hobbes’ ideeën over geweld?.......................................................................................14
Leerdoel 3: Wat waren Hobbes’ ideeën over staatsgezag?...............................................................................14
Leerdoel 4: Wat waren Hobbes’ ideeën over straffen?......................................................................................15
Leerdoel 5: Wat waren Hobbes’ ideeën over het sociaal contract?...................................................................17
Leerdoel 6: Wat waren Hobbes’ ideeën over oorlog?........................................................................................18
Probleem 3.................................................................................................................................................. 20
Leerdoel 1: Hoe is de visie op overheidsmacht en straffen en hoe heeft Locke daaraan bijgedragen?.............20
Leerdoel 2: Hoe is de visie op overheidsmacht en straffen en hoe heeft Rousseau daaraan bijgedragen?......23
Leerdoel 3: Hoe is de visie op overheidsmacht en straffen en hoe heeft Beccaria daaraan bijgedragen?........28
Probleem 4.................................................................................................................................................. 32
Leerdoel 1: Wat is criminaliteit?.........................................................................................................................32
Leerdoel 2: Hoe heeft de definitie van criminaliteit zich door de jaren heen ontwikkeld?.................................33
Probleem 5.................................................................................................................................................. 46
Leerdoel 1: Op welke manier werden maatschappelijke oorzaken van criminaliteit betrokken bij
(criminologisch) onderzoek?...............................................................................................................................46
Leerdoel 2: (Hoe) kan wetenschappelijk onderzoek politiek worden misbruikt?...............................................53
Probleem 6.................................................................................................................................................. 56
Leerdoel 1: Welke stromingen staan in dit probleem centraal en wat is de kritiek?.........................................56
Leerdoel 2: Hoe dachten Bentham, Beccaria en Kant over straffen, doodstraf en foltering?............................62
Probleem 7.................................................................................................................................................. 68
Leerdoel 1: Wat zijn de belangrijkste filosofische theorieën over strafbaarstelling in een democratische staat?
............................................................................................................................................................................68
Probleem 8.................................................................................................................................................. 74
Leerdoel 1: Hoe heeft het negatieve mensbeeld van Hobbes de aanpak van (on)veiligheid beïnvloed?..........74
Leerdoel 2: Wat is de positieve criminologie/ positieve manier van criminaliteit aanpakken?.........................75
Leerdoel 3: Wat zijn positieve manieren om milieucriminaliteit aan te pakken?..............................................76
Hoorcollege week 1: Ketters, godsdienstoorlogen & absolutisme.................................................................80
Hoco 1.1: de macht van de Kerk.........................................................................................................................80
2
, Hoco 2.2: macht van de keizer............................................................................................................................82
Hoorcollege week 2: Locke, Voltaire en Beccaria & ontstaan gevangenissen.................................................84
Hoorcollege 2.1 Pleidooien voor tolerantie........................................................................................................84
Hoorcollege 2.2: Ontstaan van gevangenissen..................................................................................................86
Hoorcollege week 3: Wetenschap en maatschappij......................................................................................89
Hoorcollege 3.1 Algemene wetenschapsfilosofie en historische ontwikkeling criminologie.............................89
Hoorcollege 3.2: Invloed politieke ontwikkelingen op criminologie & invloed criminologie op politie en justitie
............................................................................................................................................................................92
Register
xxx Bron
xxx definitie/belangrijk zinsdeel
xxx kern/belangrijkste deel/belangrijkste woord
xxx soorten straffen (probleem 6)
xxx begrip
xxx opsomming volgt
xxx naam
xxx naam als tussenkopje
xxx tussenkopje
xxx onderkopje
xxx titel van boek/samenvatting/belangrijke extra zin/bijzondere termen
(xxx) betekenis van een moeilijk woord
(xxx) voorbeeld
3
, Probleem 1
Leerdoel 1: Wat is een ketter en hoe verliepen kettervervolgingen?
Hroch, M. & Skybova, A. (1988). Inquisitie en contrareformatie.
Een ketter is een aanhanger van een ketterij (=een leerstelling) die bewust en opzettelijk in
tegenspraak is met datgeen wat wordt beschouwd als de fundamentele geloofsleer (bijvoorbeeld het
bezitten van een bijbel in volkstaal).
In de periode 1000-1200 kreeg het begrip ‘ketter’ geleidelijk een andere betekenis en ook werd de
strafmaat aangepast. Er werd vervolgd vanuit de Kerk want zij bezaten een waarheidsmonopolie. Zij
bepaalde wat waar was en er kon dus eigenlijk geen vrijspraak zijn want als zij iemand schuldig
vonden was dat waar. Waar eerst de kerk verantwoordelijk was voor het straffen, werd vanaf het
midden van de 11e eeuw de bestraffing van de door de kerk veroordeelde ketters aan de wereldlijke
overheid overgelaten. Zij hadden namelijk wel het gezag om de zwaarste straf uit te voeren; de
doodstraf. Tot het einde van de 12de eeuw werden in het zuiden de ketters getolereerd en slechts
bij hoge uitzondering ter dood veroordeeld, waarschijnlijk omdat daar de ketterij lang niet als een
crimineel maar als een politiek vergrijp werd beschouwd. Deze straffeloosheid zorgde ervoor dat de
ketterij zich verspreide in de Provence en Noord-Italië. In het noorden van Europa, met name in
Duitsland en de Lage Landen (België/NL/Luxemburg), werden ketters vaak strenger aangepakt dan in
het zuiden vanwege de sterke invloed van de kerken en heersende politieke structuren die ketterij als
een bedreiging zagen voor de maatschappelijke orde en het gezag. Ze konden vaak worden vervolgd
en veroordeeld tot de doodstraf, vooral vanaf de 12de eeuw en verder.
Vanaf de 13e eeuw namen de kettervervolgingen toe, maar de milde maatregelen zoals verbanning
en vermogensbeslag hadden weinig nut. Dit leidde tot de eerste kruistocht tegen de Christenen: de
Albigenzen-kruistocht in 1209 in de Provence. De Paus Innocentius III wist dat het kerkelijk strafrecht
aangepast moest worden voor meer samenhang met het wereldlijk recht. Hij riep onmiddellijk op tot
de kruistocht en beloofde beloningen zoals het kwijtschelden van schulden zodat het volk bereid
werd om de strijd aan te gaan. Van 1209 tot 1229 werden steden verwoest, kinderen en vrouwen
vermoord etc. Frankrijk veroverde het gebied en de kerk wist de gruwelijkheden te rechtvaardigen
en voor lange tijd als symbool voor de kerkelijke macht te hanteren. Deze kruistocht versterkte de
macht van de kerk en de Franse koning in Zuid-Frankrijk, waarbij gruwelijkheden werden
gelegitimeerd als een strijd voor religieuze zuiverheid.
Domingo de Guzman diende de kerk. Hij zag dat alle omstandigheden 1 doel hadden: het uitroeien
van de ketters en het versterken van de machtspositie van de kerk. De kerk was de eerste organisatie
met als doel de ketterijvervolging. Domingo organiseerde een nieuwe orde (religieuze gemeenschap
binnen de kerk met specifieke regels en leefwijzen): Dominicanen/Orde der Predikbroeders. Deze
orde ging gepaard met militairen en prediking (openlijk verkondigen van de inhoud van een
godsdienst). Ook hield het zich bezig met theologische vorming en studie naar kerkelijke dogma’s en
schrift.
Voor de vervolging en bestraffing van ketterij bleek het bestaande kerkelijk strafrecht niet meer
toereikend. Een kerkelijk proces was tot dan toe altijd gevoerd op grond van een aanklacht waarbij
men het oude Romeinse rechtsprincipe volgde dat de feitelijke aanklager de schuld van de
aangeklaagde moest bewijzen (per accusationem). Als handig jurist besloot Paus Innocentius III het
principe door te voeren dat een schuldige op getuigenis van een aanbrenger kon worden bestraft
(per denuntiationem). De vervolgingen veranderde dus van per accusationem (=aanklager moest de
schuld van de aangeklaagde bewijzen) naar per denunciationem (=een schuldige kon op getuigenis
van een aanbrenger worden bestraft).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller luuktig. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.19. You're not tied to anything after your purchase.