100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie van Arbeid en Gezondheid $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie van Arbeid en Gezondheid

4 reviews
 344 views  41 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Het document bevat een samenvatting voor het eerste deeltentamen van het boek, het digitale werkboek (yOUlearn) en van de artikelen (op 1 na).

Preview 4 out of 65  pages

  • No
  • Alle hoofdstukken voor deeltentamen 1
  • December 31, 2019
  • 65
  • 2019/2020
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: lizethkessels • 3 year ago

review-writer-avatar

By: soelhouari • 4 year ago

Translated by Google

summary

review-writer-avatar

By: lianepeters • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Erni • 4 year ago

Translated by Google

Had a lot on.

avatar-seller
Samenvatting psychologie van arbeid en gezondheid
Leereenheid 1 Psychologie van arbeid en gezondheid - verkenning en
kaders
Hoofdstuk 1: de psychologie van arbeid en gezondheid
Samensmelting van klinische psychologie, gezondheidspsychologie en A&O psychologie. Houdt zich bezig met het
verbeteren van het functioneren van werknemers. Arbeid als labor versus arbeid als opus.

De A&G-psychologie is een psychologische discipline die zich bezighoudt met het bestuderen en bevorderen van
welzijn en gezondheid op het werk vanuit de gedachte van een optimale afstemming tussen persoon en organisatie.
Veiligheid is geen onderdeel.

Warr (2007) multidimensionaal begrip van geestelijke gezondheid:
a. Affectief welbevinden (je prettig voelen op het werk)
b. Competentie (in staat zijn je werk goed te doen)
c. Autonomie (eigen keuzen in je werk kunnen maken)
d. Aspiratie (iets in je werk willen bereiken)

Waarom ontwikkelde de psychologie van arbeid en gezondheid zich eind 20ste eeuw:
1. Veranderingen in en rondom de arbeid: intensivering van arbeid, verandering van arbeidsinhoud, organisatie-
veranderingen, moderne bedrijfsvoering, aantasting van het psychologisch contract.
2. Sociaal-culturele veranderingen: arbeidsparticipatie (vrouwen, allochtonen, ouderen), opkomst van de
dienstensector, verruiming van het ziektebegrip en protoprofessionalisering, toegenomen verwachtingen over
werk, individualisering, uitholling van de professionele autoriteit.
3. Ontwikkelingen in Nederland: Arbowetgeving, psychische arbeidsongeschiktheid, gezamenlijke verantwoorde-
lijkheid van werkgevers, werknemers en overheid, hoge kosten, lange traditie.

Protoprofessionalisering: het verschijnsel dat medische en psychologische begrippen worden gehanteerd om
bepaalde alledaagse toestanden en ervaringen te duiden, die daardoor binnen het bereik van professionele
hulpverleners komen.

Wortels van A&G-psychologie in beide wereldoorlogen. Tot jaren eind 20ste eeuw geen systematische aandacht voor
werkgerelateerde psychische klachten. Behalve van de Tavistock clinic te Londen in de jaren ’50: studies in kolen-
mijnen in jaren ’40 zijn basis van socio-technische benadering (stressreactie is gevolg van sociale systeem waarin
werknemer functioneert). Vanaf jaren ’80 ontwikkeling tot volledige A&G-psychologie.

A&G-psycholoog houdt zich bezig met:
- Assessment van individuen, teams en organisaties (RIE);
- Individuele begeleiding en behandeling;
- Training;
- Advisering;
- Onderzoek.

Arbokerndisciplines:
- Bedrijfsarts;
- Arbeidshygiënist;
- Veiligheidsdeskundige;
- A&O-deskundige.

A&G als onderzoeksgebied. Omstreeks 1940 kwam Seyle tot conclusie dat stress gaat om een stereotiep, gefaseerd
verlopend, fysiologisch reactiepatroon dat onafhankelijk is van het type belasting. Dit algemene aanpassingssyndroon
(GAS: ‘general adaptation syndrom’) bestaat uit verschillende functionele fysiologische veranderingen, zoals verhoging
hartslag en bloeddruk en toename maagsecretie, en kan tot volledige uitputting leiden. Seyle introduceerde de term
‘stress’ en bedoelde daarmee het negatieve resultaat van stress (‘strain’ in de vorm van GAS) in plaats van de kracht
die op lichaam wordt uitgeoefend.



1

,Pas na einde WOII werd stress niet alleen fysiologisch, maar ook psychologisch opgevat. Stress- en coping theorie van
Lazarus. Vanaf midden jaren ’60 nam psychologisch stressonderzoek in organisaties toe door werk van Kahn e.a.:
werkstress hangt samen met de wijze waarop arbeidsorganisaties zijn gestructureerd.

A&G-onderzoek is zowel theorie- (verklaren en begrijpen) als probleemgestuurd (verbeteren): kennis en kunde. Er
kunnen vijf typen A&G-onderzoek worden onderscheiden:
- Theorie gestuurd onderzoek volgt de empirische cyclus;
- Probleemgestuurd onderzoek volgt meestal de regulatieve cyclus (probleem formuleren -> interventie
ontwerpen, uitvoeren en evalueren):
o Beschrijvend onderzoek;
o Ontwerponderzoek;
o Interventieonderzoek;
o Organisatieonderzoek.

Onderzoeksagenda voor de toekomst:
1. Het vergroten van inzicht in psychologische processen die een rol spelen bij welbevinden en gezondheid op het
werk.
2. Ontwikkelen van nieuwe concepten die aansluiten bij de veranderingen op gebied van arbeid.
3. Het toepassen en verder ontwikkelen van inzichten uit de positieve psychologie.
4. Replicatie van resultaten uit cross-sectioneel onderzoek (voornamelijk zelfrapportage) in longitudinaal onderzoek
en kwantitatief dagboekonderzoek.
5. Het transformeren van theoretische kennis naar praktisch handelen (evidence based en gestoeld op wetenschap-
pelijk onderzoek).

Psychologisering van organisaties: het bedrijfsresultaat is in toenemende mate afhankelijk van de affectieve,
cognitieve, gedragsmatige en motivationele kenmerken van werknemers.

Hoofdstuk 16: technologie, gezondheid en welbevinden
Invoering ICT heeft geleid tot drie specifieke klachten: visuele problemen, aandoeningen van het bewegingsapparaat
(RSI) en psychische problemen.

Babbage verdeelde het werk horizontaal wat leidde tot taakverschraling. Frederick Taylor bouwde voort op zijn ideeën
en verdeelde het werk verticaal. De zeggenschap over de taakuitvoering werd herschikt en aan uitvoerenden
ontnomen.

Gefaseerde invoering van technologie in het arbeidsproces:
- Mechanisering (tot jaren 60): substitutie van spierkracht;
- Automatisering (jaren 70 en 80): substitutie van onderlinge afstemming van simpele operaties;
- Informatisering (jaren 90): substitutie van eenvoudige beslissingen en snellere dataverwerking en datatransport.

Er ontstond veel eenvoudigere monotone arbeid met een hoog repetitief karakter. Werknemers in de auto-industrie
werden op werk en in vrije tijd erg passief en namen weinig initiatief. Gevolg van de vervreemding door geestdodend
werk aan de lopende band (Blauner).

Bij hoog geautomatiseerde systemen is bedieningstijd slechts 2,6% van de totale werktijd. De wachttijd bedroeg
gemiddeld meer dan 20% van de werktijd. Laag geautomatiseerde systemen zijn zeer routinematig en sterk aan
procedures gebonden.

Deze inzichten van de invloed van technologie op de gezondheid via taakkenmerken, heeft geleid tot sociaal
technische benadering voor systeemontwerp. Maakt onderscheid tussen technische en sociale systemen en streeft
naar onderlinge afstemming en gezamenlijk optimalisatie.

Inhoud van het werk. De introductie van computers heeft voor verschillende functieniveaus verschillende impact
(Aronsson):
1. Laag niveau, het werk is intensiever geworden. Leidt tot toename van de ervaren werkdruk, spanningsklachten en
verslechtering van arbeidsbeleving. Tot slot verwacht 95% in deze groep binnen vijf jaar werkeloos te zijn.
2. Middelste niveau, geringe toename van intensiteit.
3. Hoogste niveau, geen veranderingen. Kunnen zelf invloed op het ontwerp van nieuwe systemen uitoefenen.

2

,Organisatie van het werk. De wijze waarop werk georganiseerd is, heeft invloed op welbevinden en gezondheid:
1. Lange werkdagen achter de computer en lange wachttijden en responstijden kunnen leiden tot psychische
klachten en vermoeidheid, gevoelens van incompetentie en aspecifieke somatische gezondheidsklachten.
2. De verwachting van technologie is van invloed op welbevinden. Het verwachten van verbeteringen gaat samen
met lage ervaren stress.
3. Inflexibele bediening van systemen. Computersystemen kunnen vaak niet worden aangepast aan de mate waarin
een werknemer minder alert is, daarom zal deze zich extra (compensatoir) moeten inspannen.

- Computerstoringen en wachttijden leiden tot druk en negatieve gevoelens.
- Voor sommigen is het moeilijk om grote hoeveelheden informatie op waarde te schatten en te structureren. Ze
hebben last van informatiestress of keuzestress.
- Wangedrag, privacy en omgangsvormen. Sommige mensen plaatsen allerlei privéinformatie op internet zonder
deze goed af te schermen. Potentiële werkgevers zien dit, wat vervelende gevolgen bij sollicitaties kan hebben.
Omgangsvormen en ethiek moeten verder vorm krijgen.

De cognitieve ergonomie beoogt de wijze waarop met het systeem gewerkt moet worden, zo goed mogelijk aan te
laten sluiten bij de cognitieve vermogens van de taakuitvoerder.

De nieuwe mogelijkheden van technologie:
1. Het nieuwe werken. Het combineren van werk en privé wordt gemakkelijker. Dit leidt tot meer frustratie. Mensen
zonder kinderen waarderen de flexibiliteit van thuiswerken meer. Mensen vinden dat werk en privé door elkaar
lopen en hebben het gevoel nooit klaar te zijn. Nadeel voor de werkgever: werkprocessen verlopen minder soepel
door het ontbreken van informele ontmoetingen tussen werknemers.
2. De registratie van prestaties (monitoring). Veroorzaakt spanningsklachten als gevolg van het voortdurende gevoel
op de vingers te worden gekeken en opgejaagd te worden. Wordt ook vrijwillig ingezet om RSI te voorkomen.

RSI is geen medische term, maar een verzamelnaam voor allerlei klachten die verband houden met aandoeningen aan
het bewegingsapparaat, vooral de armen, schoudergordel en nek.

Brouwer: towards a paradigm shift in occupational health
Inleiding
Gedurende de laatste 50 jaar is er een verschuiving van een maak-economie naar een economie gedomineerd door de
dienstensector en de financiële sector. Onder andere door de toenemende vergrijzing is er noodzaak voor een
toenemende arbeidsparticipatie gedurende het hele werkende leven. Met de bijbehorende aandacht voor de
gezondheid van werknemers. En dat verschuift van het begeleiden van zieke werknemers naar het voorkomen dat
werknemers ziek worden.

Er moet een verschuiving plaatsvinden van het biomedisch model naar het biopsychosociale model. Gebaseerd op
artikel van Engel in 1977. De WHO heeft in 2001 de ICF gepubliceerd: International Classification of Functioning,
Disability and Health.

De Balansmeter is onderdeel van een preventieve strategie. Een screening voor medewerkers die kans hebben op
LTSA: Long Term Sickness Absence. Een aantal uitdagingen:
1. Gebaseerd op een diffuus risicopatroon waardoor het lastig is aan te geven wat exact de belangrijkste risicofactor
is.
2. De focus is op toekomstige problemen terwijl er nu nog geen problemen zijn.
Een mogelijke oplossing voor deze uitdagingen is gebruik te maken van het biopsychosociale model zoals vastgelegd in
de ICF. Dan moeten gezondheidsprofessionals hier wel in opgeleid worden. Gebruik van het biopsychosociale model is
echter nog zeldzaam.

Bij de ICF-benadering wordt niet uitgegaan van 'handelen door de A&G-professional' op het moment dat er sprake is
van arbeidsgerelateerde problemen of uitval uit het arbeidsproces, zoals het medisch model dat doet (het
zogenaamde reactief handelen). Bij de ICF-benadering staat 'optimaal functioneren op het werk' centraal, waarbij er
proactief aandacht is voor een breed scala aan factoren die het optimaal functioneren kunnen bevorderen of
belemmeren (proactief handelen). Dit betekent dat het koesteren van de gezondheid van werknemers gedurende hun
arbeidzame leven centraal staat, in plaats van handelen als de werknemer is uitgevallen. Een belangrijk verschil is dus


3

, dat het accent ligt op primaire en secundaire preventie in plaats van tertiaire preventie. Een ander belangrijk verschil
is het brede perspectief op gezondheid.

Discussie
Van de werk en de gezondheidsprofessional wordt een meer proactieve werkstijl verwacht waarmee ze niet bekend
zijn. Het ICF kan een conceptueel raamwerk vormen dat gebruikt kan worden om de uitkomsten van de Balansmeter
beter begrijpelijk te maken voor de gezondheidsprofessional en de klanten. Voor de gezondheidsprofessional is het
lastig dat de klant geen actuele hulpvraag heeft. Om een Health Advocate te zijn, heb je duidelijk andere competenties
nodig dan als je een medische expert bent. En om beide competenties te beheersen, moet het biopsychosociale
model ook als mentaal model geaccepteerd worden.

De waarde van het ICF is dat het als gemeenschappelijke taal in onderzoek en praktijk gebruikt kan worden. Het ICF
moet dan wel aangepast worden. Er moeten werkgerelateerde omgevingsfactoren en persoonlijke factoren
toegevoegd worden als de gezondheid in relatie tot het werk beschreven, bestudeerd en onderzocht wordt. De WHO
heeft dat nog niet gedaan. Men is bang dat de persoonlijke factoren cultureel sensitief zijn en dat ze misbruikt kunnen
worden als een classificatie van personen (‘blaming the victim’).

In Maastricht is een masterprogramma ontwikkeld waar in het ICF onderwezen wordt. Ook gezondheidsprofessionals
zijn in het ICF onderwezen. De bruikbaarheid van het ICF en de kennis over het ICF was bij de studenten hoger dan bij
de gezondheidsprofessionals.

De uitkomsten van het proefschrift kunnen geïntegreerd worden door het systems framework te gebruiken. Hierin
worden de onderlinge afhankelijkheden tussen gezondheidssystemen en onderwijssystemen duidelijk.

Implicaties voor theorie, praktijk en verder onderzoek:
- Concept of future LTSA. LTSA heeft een multifactoriële causaliteit waarin het samenspel van gezondheidscondities
en contextuele factoren divers en complex zijn.
- ICF for occupational health practice. De implementatie van het ICF wordt belemmerd door het gebrek aan werk-
specifieke categorieën betreffende omgeving en persoonlijke factoren. De uitwerking van contextuele factoren
voor werk en gezondheid is cruciaal voor de bruikbaarheid van het ICF in de gezondheid praktijk.
- Teaching competences in education for occupational health. Zoals eerder geconcludeerd is de beste plaats om te
starten met het gebruik van het ICF, de curricula op de universiteiten en door studenten te trainen. Verder
onderzoek is nodig om te zien of het onderwijssysteem daadwerkelijk de maatschappelijke eisen ondersteunt
door het leveren van getrainde professionals voor het gezondheidssysteem.

Er is nog geen meting gedaan over het effect van ICF-training op het daadwerkelijke gedrag van gezondheids-
professionals of van studenten. We kunnen wel een hypothese vormen hoe ICF-training het gedrag van professionals
in de toekomst zal beïnvloeden:
- De paradigmaverschuiving naar een focus op gezondheid gedurende het hele leven, is net gestart in de literatuur
en in de wetgeving. De verwachting is dat de praktijk snel zal volgen.
- Interprofessioneel en gezamenlijk leren is cruciaal voor system based gezondheid. ICF kan dit faciliteren door het
voorzien in een gemeenschappelijke taal met een uitgebreide terminologie.
- Door het monitoren van gezondheid in ICF termen, worden professionals en ook klanten zich bewust wat
gezondheid inhoudt vanuit een biopsychosociaal perspectief.
- De focus komt meer te liggen op well-being en factoren die de gezondheid ondersteunen. En minder op dat wat
ons ziek maakt (salutogenese).

Door het succes van het biomedische model leven mensen langer en verschuift de focus naar chronische ziektes.
Hierdoor wordt preventieve zorg en de zorg voor chronisch zieke patiënten steeds belangrijker.

Hoofdstuk 11: interventieonderzoek in organisaties
De empirische cyclus:
- De inductiefase leidt tot een onderzoekshypothese.
- De deductiefase leidt tot voorspellingen.
- De toetsingsfase leidt tot resultaten.
- De evaluatiefase leidt tot waarnemingen.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller info57. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97  41x  sold
  • (4)
Add to cart
Added