samenvatting Microevolutie
(hfdst. 21, 23)– Natuurlijke
selectie – Genetische drift &
Gene flow– Seksuele- en Kin-
selectie
class evolutionaire biolgie en biodiversiteit
Evolutie
vindt enkel plaats met:
→ variatie in eigenschappen binnen een populatie
→ overproductie, meer nakomelingen dan milieu kan dragen
→ competitie om te overleven
→ erfelijkheid, de eigenschap wordt doorgegeven aan de volgende generatie
Individuen die goed aangepast zijn aan hun omgeving laten gemiddeld meer
nakomelingen na en na verloop van tijd accumuleren gunstige eigenschappen
in de populatie.
Er wordt geselecteerd op zichtbare eigenschappen, het fenotye. Dit heeft
natuurlijk effect op het genotype.
Bewijzen voor evolutie:
fossielen laat zien dat er altijd tussenstadium waren en dat het nooit plotseling
verandert
homologie, overeenkomsten die afstammen van gelijke voorouders
→vestigial structures (structuren in het lichaam zonder functie)
, biogeography, continental drift verklaart de locatie van fossielen
→er is ook convergente evolutie, de eigenschappen lijken op elkaar maar er is
een verschillende voorouder (hiervoor moet je naar de geschiedenis kijken)
directe observaties, veldstudies en experimentele studies
nieuwe soorten die vormen over tijd
Fitness= het vermogen om te overleven en te reproduceren en jouw genen aan
de volgende generatie overgeven
absolute fitness= aantal nakomelingen
relatieve fitness= bijdrage van een indiviu aan degenepool in de volgende
generatie in vergelijking met de beste
Selectie
kan leiden tot veranderingen in het genetisch materiaal van een populatie in de
loop van de tijd.
Disruptieve selectie Directionele selectie Stabiliserende selectie
treedt op wanneer treedt op wanneer werkt tegen beide
omstandigheden omstandigheden extreme fenotypes en
individuen aan beide individuen begunstigt intermediaire
uitersten van een begunstigen die één varianten. Deze vorm
fenotypisch bereik uiterste van een van selectie vermindert
begunstigen ten fenotypisch bereik variatie en neigt ernaar
opzichte van individuen vertonen, waardoor de status quo voor een
met een intermediair de frequentiecurve bepaald fenotypisch
fenotype van een populatie kenmerk te handhaven.
voor het fenotypische
kenmerk in de ene of
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leona12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.