Leerdoelensamenvatting K3
Verbintenissenrecht II
Week 1
- In casuïstiek gemotiveerd aangeven of sprake is van aansprakelijkheid uit onrechtmatige
daad;
Art. 6:162 BW:
o Onrechtmatige daad (1)
Daad/gedraging
Onrechtmatigheid
Inbreuk op een recht
o Lichamelijke integriteit
o Auteursrecht
o Eigendomsrecht
Strijd met de wettelijke plicht
Strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid
Geen onrechtmatigheid bij de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond
Niet iedere inbreuk op een recht is per definitie onrechtmatig
Alleen inbreuk op een recht is niet voldoende, strijd met wettelijke plicht of
maatschappelijke zorgvuldigheid moet ook aanwezig zijn.
Alleen strijd met wettelijke plicht of maatschappelijke zorgvuldigheid is wel
genoeg.
o Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid
Geen geschreven regels
Algemeen: maatschappelijk aanvaarde normen over behoorlijk en
zorgvuldig gedrag
Uit de rechtspraak blijkt dat rechters geneigd zijn bepaalde situaties op een
vergelijkbare manier te beoordelen, bijv.: gevaarzetting, sport- en
spelsituaties en hinder
Gevaarzetting
De ‘Kelderluik-criteria’
Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid
en voorzichtigheid worden geacht? (i.c. hoe waarschijnlijk is het dat iemand
het kelderluik over het hoofd ziet?)
Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan? (i.c. hoe groot is de
kans dat iemand die het geopende kelderluik over het hoofd ziet, ook
werkelijk in de kelder valt en letsel oploopt?)
Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn? (i.c. hoe ernstig kan het letsel zijn ten
gevolge van een val in de kelder?)
Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen? (i.c. hoeveel
werk of kosten zijn er gemoeid met het sluiten van het luik of het
aanbrengen van een beveiliging, bijv. door er iets voor te zetten?)
jetblast arrest
Toerekening (2)
Schuld
Opzet is niet nodig
Iemand moet verwijtbaar handelen
Wet
Kinderen onder 14 jaar art. 6:164 BW kan niet worden toegerekend
Geestelijke stoornis art. 6:165 BW
, Verkeersopvattingen
Volgens verkeersopvattingen is het voor iemands rekening
Schade (3)
Twee vormen van schade (art. 6:95 BW)
Vermogensschade materiele schade (art. 6:96 BW)
o Geleden verlies
o Gederfde winst (misgelopen winst)
Ander nadeel immateriële schade (art. 6:106 BW)
Voor onrechtmatige daad hoeft alleen gekeken te worden of er schade is,
hoeveel dat is maakt niet uit
Causal verband (4)
Causaal verband (conditio sine qua non)
Te onderscheiden van:
De leer van de redelijke toerekening (art. 6:98 BW)
Relativiteit (5)
Het relativiteitsbeginsel (art. 6:163 BW):
De geschonden norm moet strekken tot bescherming tegen de schade
zoals benadeelde die heeft geleden
De geschonden norm moet als doel hebben, de benadeelde te
beschermen
De relativiteit is gekoppeld aan de onrechtmatigheid
Bij inbreuk op een recht relativiteit is ingebakken en hoeft niet getoetst te
worden
Bij maatschappelijke zorgvuldigheid relativiteit is ingebakken en hoeft niet
getoetst te worden
Alleen bij wettelijke plicht moet de relativiteit worden uitgewerkt
- Aan de hand van de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria het leerstuk gevaarzetting
uitleggen en toepassen;
o Kelderluikcriteria (zie hierboven)
Hoe waarschijnlijk?
Hoe groot?
Hoe ernstig?
Hoe bezwaarlijk?
Week 2
- Aangeven wat het verband is tussen het begrip ‘onrechtmatigheid’ en het leerstuk van
de sport- en spel aansprakelijkheid;
o Als de spelregel er voor is om specifiek personen te beschermen (tegen
letsel) dan is de kans op onrechtmatigheid groter
o Bij sport- en spelsituaties is er minder snel sprake van een onrechtmatige
daad en dus ook minder snel sprake van aansprakelijkheid. Er kunnen wel
overtredingen voorkomen maar deze zijn niet per definitie onrechtmatig. Er
geldt een hogere aansprakelijkheidsdrempel.
Invloed van spelregels:
- Spelregels zijn (niet meer, maar ook niet minder dan) een factor die een rol
kan spelen bij de beoordeling van de onrechtmatigheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mg99x. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.14. You're not tied to anything after your purchase.