Deze samenvatting is gemaakt voor de studenten aan de pabo Inholland voor de toets: taal in de onderbouw. De juiste bladzijdes die je moet kennen voor deze toets zijn samengevat. Deze samenvatting is goedkoper wanneer je de hele bundel koopt. Dan heb je meteen alle vier de boeken bij elkaar!
De hoofdstukken die studenten aan pabo inholland moeten kennen en leren
January 1, 2020
8
2019/2020
Summary
Subjects
spelling
henk
huizenga
taal
taal in de onderbouw
tentamen
leren lezen
leren spellen
inholland
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
Leraar Basisonderwijs PABO
Kennis taal in de onderbouw
All documents for this subject (28)
3
reviews
By: marleenzuurbier • 3 year ago
By: mark_ellerman • 3 year ago
Translated by Google
In this summary of 'spelling' there are a lot of spelling errors... and this does not read very pleasantly.
By: meganspuij • 3 year ago
Seller
Follow
lisannevduyn
Reviews received
Content preview
Toets-kennis taal in de onderbouw
Boeken: spelling, aanvankelijk en technisch lezen & portaal
Boek: spelling
H1 – ons spellingssysteem
H2 – het spellingsproces
H4 – doelstellingen en leerstofordening
H1 – ons spellingssysteem
- Ons schirftsysteem en leren spellen
- Hoofdregels van de Nederlandse spelling
- Vereenvoudiging
Ons schriftsysteem en leren spellen
De Nederlandse taal bestaat uit de letters die wij gebruiken in ons alfabet. We
noemen dit ook wel een alfabetsch schriftsysteem. Eerst hadden we alleen
pictografisch schrift, dit is door midden van afbeeldingen. Dit is nu nog te herkennen
in bijvoorbeeld het verkeer. Het voordeel van dit schrift is dat je snel kunt herkennen
wat er bedoeld wordt. Om kinderen voor te bereiden op het lezen kun je ze ook met
pictogrammen laten werken. Wanneer ieder plaatje staat voor een woord noem je dit
een logografisch schrifsysteem. Denk hierbij aan chinees. Hierbij heeft ieder plaatje
een eigen woord. 1000 jaar voor Chirstus ontdekte Feniciërs dat je woorden kunt
ontleden in verschillende klanken. Hierdoor is ons alfabet onstaan. Het is dus een
alfabet waarbij we de afzonderlijke klanken van een woord opschrijven, dit het een
alfabetisch schriftsysteem.
In sommige gevallen wijkt het alfabetisch schriftsysteem wel af van de klank en wat
je schrijft. Bij het woord beer hoor je een i maar je schijft een ee. Hierbij spreek je dus
van een spraakklank in plaats van een schrijfklank. Dit noemen we ook wel een
foneem. Een foneem is dus wat je hoort en niet wat e schrijft. Wat je hieruit dus kunt
zeggen is dat wij in ons alfabetisch schriftsysteem gebruik maken van grafemen en
niet van de fonemen. Grafemen zijn de tekens van de letters die wij gebruiken.
In het Nederlands zijn er 34 verschillende fonemen. Dit komt doordat de ie en de ou
ook worden meegeteld waardoor de Nederlandse taal dus 34 fonemen kent. Maar
we kennen in de Nederlandse taal 36 grafemen wanneer je dus ook de ei en de ou
mee telt. De ei en de ou zijn precies de foneemverschillen. De ei/ij en au/ou klinken
het zelfde (foneem) maar schrijf je anders (grafeem). Hierdoor leren de leerlingen in
groep drie 36 grafemen.
Kinderen kunnen problemen krijgen bij het aanleren van de letters. Het eerste
probleem is het herkennen van de verschillende klanken die er zijn. Uit onderzoek is
gebleken dat het herkenne van fonemen niet hoort bij het goed luisteren maar dat je
er abstract voor moet kunnen denken. Een ander probleem heeft te maken met de
grafemen. Het onthouden van de volghorde is lastig voor de kinderen waardoor zij
snel peos zullen schrijven i.p.v. poes. Nog een probleem heeft te maken met de
, Foneem-grafeem koppeling. Kinderen kunnen lastig onthouden welke letter voor
welke klank is. Ook door de veranderingen die gemaakt zijn is er veel verwarring
gekomen. De aa was eerst namelijk aan elkaar maar nu mag je ze ook los zien. Bij
de U is dit een nog groter problee. Bij de woorden gelukkig, de, een en lelijk hoor je
de U maar schrijf je wat anders. Dit is pas later aan de pas, het is een kwestie van
automatiseren. Wat voor de foneem-grafeem kopping van belang is, is dat de
leerlingen veel oefenen. Dit kan door een letterkaart, lettermuur of een
lettergroeiboekje.
In het onderstaande grafiekje is de foneem te zien en de grafeem. De foneem is dus
de klank die je hoort en de grafeem hoe je hem schrijft. Zie figuur 1.4 in boek
1.2 hoofdregels van de Nederlandse spelling
Zoals beschreven kent elke foneem ee grafeem die wordt opgeschreven. Dit heeft
ook wel het fonologisch princiepe. Daarnaast spreek je ook nog van het morfologisch
principe, het syllabisch principe en etymologisch principe.
Fonologisch Elk foneem wordt door een apart grafeem weergegeven. Dit heet ook wel
principe de standaart uitspraak. Woorden die je volgens het fonologische prinicpe
spelt, noem je klankzuiver. Klankzuiver wil zeggen dat de spelling ook het
grafeem vertelt. Kat, vaas, struik enz.
Morfologich Bij spelling kun je ook uitgaan van de klank van en woord dit is het
principe morfologisch principe. Woorden zijn opgebouwd uit kleinere delen die een
eigen betekenis hebben, dit noem je een morfeem. Zo bestaat onwijs uit on
en wijs, dus uit twee morfemen. Ook zijn deze morfemen zijn te
onderscheiden in gebonden (voor en achtervoegsels) en vrije morfemen
( bestaande woorden)
Het morfologisch principe kun je onderscheiden.
De regel van gelijkvormingheid
Je schrijft een woord of een voor- of achtervoegsel steeds op de zelfde
manier. Bijvoorbeeld het woord kastje, daarbij hoor je de t niet. Maar bij het
woord kast wel waardoor je het dus op de zelfde manier moet schrijven.
De regel van de overeenkomst
De opbouw van een woord blijft altijd het zelfde. Denk aan de
werkwoordspelling. Het is hij vindt omdat hij werkt ook met een t op het
einde is. Vergelijk dus met andere soortgelijke woorden
Syllabisch Een syllabe is een klankgroep. Dit is wat anders als een morfeem. Een
principe morfeem betekent altijd iets en een syllabe niet. Woordgroepen die je
samen in een klank uitspreekt noem je een syllabe ( bijvoorbeeld A – jax.
Zijn syllabe want we zeggen niet aj-ax).
De twee regels die gelden bij dit principe zijn: de regel van verdubbeling en
de regel van verenkeling. Als een syllabisch eindigt op een lange klank
schrijf je maar een medeklinker(verenkelingsregel). Eindigt de klank op een
korte klank, dan schrijf je twee letters ( verdubbelingsregel).
Etymologisc Voor het etymologisch prinipe is de herkomst van het woord bepalend voor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannevduyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.