In dit document komt hoofdstuk 3: infecties, hoofdstuk 1 en 2 (samen): de afweer van de mens en hoofdstuk 4: antigeenpresentatie en antigeenherkenning aan bod.
Infectie = als een micro-organisme, virus of parasiet in een levend wezen is
binnengedrongen en zich daar vermenigvuldigt heeft.
Ontsteking = reactie van het lichaam op weefselbeschadiging of externe prikkels
herkennen als vreemd.
De vier stadia van een ontstekingsreactie zijn:
1. Hyperemie: versterkte doorbloeding van weefsel, met rubor (roodheid) en calor
(warmte) als gevolg. Vasodilatatie en bloedvatpermeabiliteit nemen toe.
2. Exsudatie: het naar buiten treden van vocht met plasma-eiwitten uit bloedvaten,
met tumor (zwelling), dolor (pijn) en functio laesia (verstoorde funtie) als gevolg.
3. Infiltratie: migratie (diapedese) van leukocyten uit de circulatie. Leukocyten
bewegen gericht naar de ontstekingshaard.
4. Reparatie: beëindiging van de ontsteking en begin van weefselherstel.
Acute ontsteking: kort van duur, oorzaak directe prikkel, betrokken cellen zijn
neutrofielen.
Chronische ontsteking: langdurig, oorzaak langdurige prikkel, betrokken cellen zijn
macrofagen, lymfocyten en plasmacellen.
Biomarkers in het bloed die een ontstekingsreactie indiceren in het lichaam:
- IL-1
- IL-6
- TNF-α
IL1, IL-6 en TNF-α kunnen bij hoge concentraties een acutefasereactie veroorzaken.
Hierbij veranderen de niveaus van bepaalde serumeiwitten, de zogenaamde acutefase-
eiwitten, zoals CRP en serumamyloïd-A (SAA), die aanzienlijk toenemen. CRP bindt
aan bacteriën, schimmels en parasieten, bevordert fagocytose en activeert het
complementsysteem.
Hoofdstuk 1 de afweer van de mens:
De afweer van de mens bestaat uit drie componenten:
- Eerste barrière
- Aangeboren immuunsysteem
- Verworven immuunsysteem
De eerste barrière bestaat ui de huid, slijmvliezen en secreties.
Het aangeboren- en verworven immuunsysteem verschillen op veel punten sterk van
elkaar. Dit betreft de wijze waarop micro-organismen herkend kunnen worden, de
celtypen die de verschillende vormen van afweer verzorgen, de (effector)moleculen die
hierbij betrokken zijn en de manier waarop het micro-organisme onschadelijk wordt
gemaakt. Zie tabel 1 voor meer informatie.
Werking Direct Inductie
Cellen Monocyten, macrofagen, T- en B-lymfocyten,
granulocyten naturalkillercellen, dendritische
cellen
Geheugen Nee Ja
Initiatie van de respons Ter plaatse Secundaire lymfoïde organen
Effectormechanismen Fagocytose en intracellulaire Antilichamen, cytotoxische T-
doding lymfocyten, helper-T-lymfocyten
(Th1, Th2, Th17, Tfh en Treg)
Effectoreiwitten Complement, defensinen, Antilichamen, cytokinen, perforine,
cytokinen granzymen, andere eiwitten
Wanneer een micro-organisme door het epitheel dringt, wordt direct het aangeboren
immuunsysteem geactiveerd. Dit systeem bestaat uit verschillende cellen en
moleculen. Fagocytose is het belangrijkste mechanisme, waarbij fagocyten zoals
macrofagen, monocyten en granulocyten micro-organismen opnemen en vernietigen.
Fagocyten herkennen pathogenen via PAMP’s (Pathogen-Associated Molecular
Patterns) en PRR’s (Pattern Recognition Receptors).
Wanneer macrofagen micro-organismen detecteren via
patroonherkenningsreceptoren (zoals toll-like receptoren), fagocyteren ze deze en
scheiden ze cytokinen uit. Cytokinen reguleren immuun cellen en veroorzaken een
ontstekingsreactie. Granulocyten herkennen geactiveerd vaatendotheel, migreren
naar de infectieplaats via chemotaxie en fagocyteren micro-organismen. Dendritische
cellen vormen een brug tussen aangeboren en verworven immuniteit door antigenen
naar lymfeklieren te transporteren.
Natural killer (NK) cellen bestrijden virusinfecties door geïnfecteerde cellen te doden
wanneer er bepaalde veranderingen op hun oppervlak optreden. Daarnaast scheiden
door virussen geïnfecteerde cellen interferonen uit, die omliggende cellen beschermen
tegen infectie. Interferonen zijn een type cytokine, betrokken bij immuunregulatie.
Naast cellen spelen ook eiwitten een belangrijke rol in de aangeboren immuniteit. Deze
eiwitten zoals: lactoferrine, defensinen, collectinen, cytokinen en de eiwitten van het
complementsysteem, helpen micro-organismen te remmen of te vernietigen en
ondersteunen fagocytose en ontsteking. Het complementsysteem, bestaande uit
ongeveer 20 eiwitten, activeert een enzymcascade die leidt tot bacteriële lysis,
opsonisatie (bevordering fagocytose) en vaatverwijding voor snelle aanvoer van
immuuncellen. Hoewel het aangeboren systeem snel reageert, is vaak de verworven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AppliedScienceStudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.