Samenvatting (lesnotities + handboek) GBO deel van prof Sagaert
19 views 0 purchase
Course
Goederen en bijzondere overeenkomstenrecht
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Vermogensrecht in kort bestek
Deze samenvatting bevat al mijn lesnotities van GBO van het deel van prof Sagaert, op een overzichtelijke manier getypt met tussentitels, aangevuld met het handboek. Ik had een 13 op 20 in eerste zit.
Hoofdstuk 1: vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke rechten
1. Inleiding
Vermogensrechten: zakelijke rechten, persoonlijke rechten en intellectuele rechten
Belangrijkste onderscheid: ZR en PR
Belang onderscheid: verjaringstermijn, bevoegdheidsregeling van rechters,
publiciteitsmechansimen
2. De klassieke leer: een scherpe tweedeling
Zakelijke en persoonlijke rechten -> onderscheid = de interne verhouding (Henri De Page)
ZR: verhouding tussen subject en object
PR: verhouding tussen twee subjecten (SE heeft PR tegen SA, SA verbindt zich ertoe iets te
geven, iets te doen of iets niet te doen)
Verbintenis om iets te geven: eigendom gaat over bij consensus
Kritiek:
- Bv huur is een PR, er geldt een recht op zowel het gebouw als tegen de verhuurder
- Bv aankoopoptie is een PR, ookal is het een verhouding tussen een subject en een
object
Gevolg van deze kritiek: ontstaan van het personalisme
3. De leer van het personalisme
Personalisme (Planiol) -> onderscheid = de externe verhouding, de tegenwerpelijkheid
ZR: absoluut, erga omnes
PR: relatief, enkel tegenover de SA
MAAR er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de inhoud van een contract en het
bestaan van een contract (Boswachtersarrest)
ZR: publiciteit: OG: overschrijving op Kantoor Rechtszekerheid
RG: bezit
PR: geen publiciteit
Voorbeeld: een fitnesscontract (PR) bij Basic Fit waarin staat dat je geen contract mag sluiten
met een concurrerende fitness de concurrerende fitness kan enkel aansprakelijk worden
gesteld bij kennis van het beding
Voorbeeld: huur (PR), moet WEL worden overgeschreven
1
,4. De leer van het neopersonalisme: het onderscheid tussen eigendom en beperkte
vermogensrechten
Neopersonalisme (Ginossar): summa divisio: eigendom enerzijds en andere
vermogensrechten anderzijds
- Andere vermogensrechten zijn persoonlijke rechten en beperkt zakelijke rechten
- Persoonlijke rechten persoonlijke verbintenissen
- Zakelijke rechten kwalitatieve verbintenissen
Wat is een kwalitatieve verbintenis?
Voorbeeld: A is eigenaar van een OG, A heeft een contract met B voor onderhoud van het OG
het OG gaat over op C principe van contractrelativiteit: C moet het contract tussen A
en B niet eerbiedigen (reden: onderhoudscontract oftewel aannemingscontract is een
persoonlijke verbintenis!)
Voorbeeld: A is eigenaar van een OG, A verleent een recht van erfpacht aan B voor 70 jaar
maar verkoopt het OG na 5 jaar aan C en zegt hierbij niets over de erfpacht C moet het
contract tussen A en B eerbiedigen, met andere woorden het is tegenwerpelijk aan C, indien
het is overgeschreven op het Kantoor Rechtszekerheid C kan eventueel het wilsgebrek
dwaling inroepen en de notaris aansprakelijk stellen
Conclusie: er is geen duidelijk onderscheid tussen zakelijke rechten en persoonlijke
rechten
Oplossing: het numerus clausus-beginsel
5. De keuze van de wetgever: het numerus clausus-beginsel als formeel
afbakeningsmechanisme
5.1 Het numerus clausus-beginsel bij zakelijke rechten
Er is een gesloten systeem van zakelijke rechten (art 3.3 BW)
Externe dimensie: partijen kunnen geen andere zakelijke rechten vestigen dan
deze die door de wetgever als zakelijke rechten zijn benoemd
Interne dimensie: partijen moeten bij de vestiging van zakelijke rechten de
wezenskenmerken van de betrokken zakelijke rechten eerbiedingen
5.2 Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
Uit de wilsautonomie komt voort dat er naast benoemde contracten ook
onbenoemde en gemengde contracten kunnen bestaan bij gemengde contracten
(art 5.67 BW):
1 – Absorptietheorie: wanneer een contract in bijkomstige orde bedingen omvat die
behoren tot een categorie die verschilt van degene waartoe het contract in
hoofdorde behoort, wordt het volledige contract aan het regime van het
hoofdbeding onderworpen
2
, 2 – Cumulatietheorie: indien de partijen in eenzelfde contract meerdere operaties
opnemen die het voorwerp hadden kunnen zijn van afzonderlijke contracten, dan is
elke operatie in beginsel aan eigen regels onderworpen
3 – Partijen kunnen onderling overeenkomen om het contract aan een sui-generis
regeling te onderwerpen rekening houdend met regels van dwingend recht en
openbare orde
5.3 Gesloten stelsel versus open stelsel
Enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren <-> in het verbintenissenrecht
kunnen zelf onbenoemde contracten worden gecreëerd (wilsautonomie)
Nuancering: ondertussen is er ook veel wilsautonomie bij de zakelijke rechten: art 3.1
BW: de kernelementen van de zakelijke rechten worden beperkt tot definities
Er zijn dus enkel benoemde zakelijke rechten
Artikel 3.3 BW staat in balans met artikel 3.1 BW: art 3.1 BW heeft het over
contractsvrijheid – twee uitzonderingen op deze contractsvrijheid:
1 – De wet kan anders bepalen: ‘niettegenstaande enig andersluidend beding’ wijst
op bepalingen van dwingend recht/openbare orde
2 – Er mag niet worden afgeweken van definities want deze bevatten de
kernelementen
Belang van het onderscheid tussen zakelijke rechten en persoonlijke rechten:
zakelijke rechten hebben enkele specifieke kenmerken (zie hoofdstuk 2)
3
, Hoofdstuk 2: bijzondere kenmerken van zakelijke rechten
1. Bescherming tegen insolvabiliteit
Voorbeeld: de prof is eigenaar van een Smart auto, hij geeft deze in herstel de hersteller
wordt failliet verklaard de prof wordt beschermd tegen deze insolvabiliteit op basis van
art 3.5 BW
Reden: de auto blijft buiten het vermogen van de hersteller (er is dus niet echt sprake van
een recht van voorrang) de zakelijke rechten blijven buiten de boedel
BEHALVE bij accessoire zakelijke rechten (pand, hypotheek) is er wel een recht van voorrang
Indien er meerdere zakelijke rechten van dezelfde aard op eenzelfde goed zijn
anterioriteitsbeginsel
<-> Persoonlijke rechten zijn wel onderworpen aan het beginsel van gelijkheid van
schuldeisers
2. Volgrecht
= een derde-verkrijger is van rechtswege gebonden door zakelijke rechten die op het goed
rusten (komt voort uit anterioriteitsbeginsel)
Synoniem: kwalitatieve karakter van de verbintenis (zie hierboven)
Bij PR: gaat enkel mee over bij een kettingbeding
Twee uitzonderingen op het volgrecht:
1 – Er is één persoonlijk recht dat wel een volgrecht heeft: huur
Art 1743 oud BW “koop breekt geen huur”
Voorbeeld: je kotbaas verkoopt het gebouw de nieuwe kotbaas moet het huurcontract
eerbiedigen (dit gaat in tegen het principe van contractsrelativiteit bij persoonlijke rechten)
Voorwaarde: het huurcontract moet vaste datum hebben: het moet geregistreerd zijn bij de
ontvanger van de registratierechten (dit is niet hetzelfde als overschrijving bij de notaris!)
2 – Niet alle zakelijke rechten hebben in dezelfde mate een volgrecht
“Bezit geldt als titel” (zie later)
3. Het voorwerp van zakelijke rechten: specialiteit, eenheid en zakelijke subrogatie
3.1 Specialiteitsbeginsel
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floor1382. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.59. You're not tied to anything after your purchase.