Samenvatting alle stof Centraal Examen aardrijkskunde Havo 5
105 views 5 purchases
Course
Aardrijkskunde
Level
HAVO
Book
De Geo Ontwikkelingsland Brazilië; havo SE CE Studieboek
Deze samenvatting bevat alle stof die je moet kennen voor het Centraal Examen aardrijkskunde op 5 Havo:
- Arm en Rijk hoofdstuk 3 en 4
- Systeem aarde hoofdstuk 1, 2 en 3
- Brazilië hoofdstuk 1 t/m 5
- Wonen in Nederland hoofdstuk t/m 4
Alle 4 de onderdelen hebben een eigen kleur en ook alle fig...
Tot 1850 was
India een handelskolonie
- De invloed van GB beperkte zich tot de handelssteden/handelssteden
- Maar toen kwam de IR, waardoor de vraag naar grondstoffen in GB erg toenam
Handelsposities waren in deze situaties ‘breekbaar’. Als een ander land ze innam
had GB een erg groot probleem. GB had een kwetsbare positie.
- India werd toen een exploitatiekolonie van GB
Het hele land (havens + binnenland) werd veroverd door GB.
Gevolgen:
GB werd verzekerd van grondstoffen
In India werd infrastructuur aangelegd
India kreeg een afzetmark
GB had HEEL VEEL land over de hele wereld
Moederland
- Groot-Brittannië
The old dominions
- Canada, Australië en Zuid-Afrika
Koloniën
- Kenia, Singapore, Hong-Kong, West-Indië
India
Militaire steunpunten
- Gibraltar, Cyprus, Malta, Suez
Vestigingskolonies
- Australië & Nieuw-Zeeland
- Canada
- Zuid-Afrika
Dekolonisatie
Na WO II valt het Britse rijk uiteen
- India onafhankelijk
Pakistan onafhankelijk Veel verschil in culturen, dus
niet als eenheid onafhankelijk
Bangladesh onafhankelijk
- Wel blijven de koloniale banden intact
Gevolgen dekolonisatie
- Indiërs gaan om economische redenen naar GB
Studeren of geld verdienen
, - Ontstaan multiculturele samenleving in GB & India
- Engels word de 2e officiële taal in India
- De Britse gemenebest
Vrijwillige verbintenis/samenwerking tussen 53 landen die vroeger in het rijk van
GB zaten.
De handel onderling is groot
Common wealth bank landen geven elkaar voorrang in handel
Verstedelijking
De Engelse Midlands zijn door de IR uitgegroeid tot steden
Door de IR trokken veel mensen van het platteland naar de .
- Soms slechte omstandigheden in de steden
- Urbanisatie is nog steeds bezig (90% woont in de stad)
De urbanisatie van India kwam veel later op gang
- In 2030 woont daar waarschijnlijk 40% van de mensen pas in de stad
Ze wonen dan wel in 46 miljoenensteden
Door de snel groeiende steden ontstaat er een 2 deling
arm rijk
Slums Gated communities
- grote regionale ongelijkheid
Van industrie naar diensten
- Er zijn drie beroepssectoren:
Primaire sector
Landbouw
Veel mensen hier werkzaam bij ontwikkelingslanden
Secundaire sector
Industrie
Tertiaire sector
Diensten
Veel mensen hier werkzaam bij ontwikkelde landen
- Na WO II verplaatste de Industrie naar lagelonenlanden, waardoor industriesteden in
verval raakte
Ze gingen herstructureren, de oude fabrieken kregen nieuwe functies (vaak in
de dienstensector)
Door al het werk in de stad werden steden het middelpunt.
Landen zijn soms moeilijk te vergelijken als je je gegevens uit statistische overzichten
verzamelt, zoals uit de Grote Bosatlas. Dit komt doordat:
- de indicatoren vaak verschillend worden omschreven.
- veel cijfers zijn verouderd.
- De gegevens worden meestal op nationale schaal gegeven, maar binnen een land
kunnen grote verschillen bestaan tussen gebieden en bevolkingsgroepen.
Om landen goed te kunnen vergelijken, moet je letten op bevolkingskenmerken. Je hebt drie
soorten kenmerken:
- economische kenmerken
Economische kenmerken:
- Economie gaat over het verdienen van geld en de besteding ervan aan schaarse
goederen, zowel aan tastbare materiële goederen als materiële diensten.
Economische criteria is gebaseerd op de volgende kenmerken: productie,
verdiensten en het werk dat de mensen doen.
- Bruto Nationaal Product (BNP) → de totale productie van goederen
BNP per hoofd wordt vaak gebruikt, maar hier moet je voorzichtig mee zijn,
omdat het cijfer niets zegt over de verdeling van het nationaal inkomen.
Het vaststellen van het BNP van een ontwikkelingsland is lastig, omdat de
productie vaak niet op papier wordt vastgesteld.
De informele sector word niet meegenomen in et BBP, terwijl er soms veel
zwart geld in omloop is. Dit word dus niet meegenomen in het BBP.
Het BNP is lastig te vergelijken, omdat niet alles in dezelfde valuta is, daarom
wordt alles eerst naar dezelfde valuta omgerekend. Men neemt daarvoor
meestal de Amerikaanse dollar.
Valuta’s zijn niet overal evenveel waard, de koopkracht verschilt per land
Koopkracht → de hoeveelheid goederen en diensten die je van je
salaris of zakgeld kunt kopen.
o Een vergelijkingsfactor hiervoor is de zogenoemde
hamburgerindex.
- Human Development Index (HDI)
Deze wordt berekend als een gewogen gemiddelde van drie criteria:
BBP per hoofd
o Hoeveel verdient de bevolking gemiddeld?
Gemiddelde levensverwachting
o Hoe oud worden de mensen gemiddeld?
Analfabetisme
o Hoeveel mensen hebben leren lezen en schrijven?
Wereldsysteem
Centrum Periferie
Semi-periferie
‘ ‘ = de bovenliggende partij
‘ ‘ = de afhankelijke partij
, India van planeconomie naar markteconomie
India had een planeconomie waarin ze alle import stopte
Staatsbedrijven gingen producten maken die anders geïmporteerd werden
Om deze staatsbedrijven te beschermen, hanteerde ze invoerrechten
Van plan- naar markteconomie
GROTE economische groei!
- Voorsprong vanwege Engelssprekende bevolking
- Voorsprong vanwege jonge, hoogopgeleide bevolking
- Voorsprong vanwege relatief lage arbeidskosten
- Voorsprong vanwege hardwerkende bevolking
- Voorsprong door groeiende binnenlandse afzetmarkt
Buitenlandse bedrijven werden aangetrokken in speciale economische zones
Bijzonder dat er ook SEZs in het binnenland zijn ipv alleen maar aan de kust!
- Dit kan omdat ICT niet afhankelijk is van zeehavens
Nadelen
- SEZs gaan ten koste van landbouwgrond
- Er komen alleen banen bij voor de middenklasse
Niet voor de lage, arme klasse
- Neer regionale ongelijkheid
Demografische kenmerken:
De aantallen van de bevolkingen en de verschillen en veranderingen erin.
- De bevolkingsdichtheid Het aantal inwoners per km2, het is altijd een gemiddelde
- De bevolkingsspreiding → geeft aan hoe de bevolking is verdeeld over een ruimte
- De bevolkingsgroei → de getalsmatige toename of afname van een groep mensen als
resultaat van geboorte en sterfte, vestiging en vertrek
geboorteoverschot=geboorte−sterfte
migratiesaldo=vestiging−vertrek
bevolkingsgroei=Geboorteoverschot + migratiesaldo
aantal geboorten
geboortecijfer= ×1000
aantal inwoners
aantal geboorten
vruchtbaarheidscijfer= ×1000
aantal vrouwen (15−45)
aantal sterfgevallen
sterftecijfer= × 1000
aantal inwoners
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Renee90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.56. You're not tied to anything after your purchase.