100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdieren (G000851A) $10.23   Add to cart

Summary

Samenvatting - Studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdieren (G000851A)

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 5 pagina's voor het vak Studie van de vertebraten en algemene anatomie van de huisdieren aan de UGent (Voortbeweging)

Preview 2 out of 5  pages

  • October 1, 2024
  • 5
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
C. Voortbewegen op een
medium
(Een ander substraat gebruiken dan je zelf inzit om je in voort te bewegen, lucht voor ons)

1. Lopen en springen

 Lopen kost het meeste energie om zich voort te bewegen
 Je moet de zwaartekracht overwinnen
 Zwemmende dieren gebruiken hun drijfvermogen en vliegende dieren de aerodynamica en
liftvermogen van de vleugels om zwaartekracht te “overwinnen”
 Hardlopers gebruiken hun 4 ledematen om zich sneller voort te bewegen, geen enkel lidmaat doet
hetzelfde tegelijker tijd
o 2/3de rust op het voorbeen, schokdempers
o 1/3de op het achterbeen, voortstuwen
o Hond is een sprinter, paard een marathonloper
o Vluchters vs. Jagers
 Vluchters hebben altijd een voorsprong, jagers moeten bijbenen (explosieve sprint)
 Vluchters hoeven het maar lang genoeg uit te houden (rationeel energiegebruik)
 Ancestrale bouwplan lijkt op amfibieën en reptielen  ledematen zijdelings ingeplant
o Stylopodium is horizontaal (opperarm – bovenbeen)
 Die zwaai je uit
o Zeugopodia is verticaal (onderarm)
 Gebruiken om het lichaam omhoog te brengen tegen de zwaartekracht
o Autopodia zijn steunoppervlak (hiel)
 Lengte speelt geen rol, ze gaan op de polsen hun hand en voet neerzetten
 Zwaait ledematen vooruit met steeds een korte rust pauze
 Naarmate meer vertebraten op het land kwamen, was er meer competitie en moesten ze zich
aanpassen op snelheid en uithoudingsvermogen
 Voordeel van sneller:
o Grotere afstanden afleggen, grotere gebieden om voedsel te zoeken
o Helpt predatoren prooien te vangen, prooien om van predatoren weg te rennen
o Goede lopers zijn goede sprinters (hond), via sprongen obstakels overwinnen of snel van
richting veranderen, sommige is springen specialiteit (kikker, kangoeroe, konijn,…)
 Alle hardlopers zijn gekenmerkt doordat ze de weerstand van het dragen van het lichaam omzeilen
door of rechtop te gaan lopen of door de ledematen verticaal onder het lichaam te oriënteren (mens is
van verticale stand pas gaan rechtop lopen)
 Bij bipedale (tweevoetigen) is staart heel belangrijk, zorgt voor tegenwicht van het lichaam
 De snelheid is het resultaat van de afstand die hij met 1 enkele pas kan maken en de snelheid
waarmee hij opeenvolgende passen kan maken
o Giraffen kunnen grote passen maken, zijn daarom snel
o Wrattenzwijn heeft een grote pasfrequentie, is daarom snel
o Echte snelle lopers hebben een combinatie van de 2

Toename paslengte

a. Paslengte

Dus het uitbreiden van reikwijdte lidmaat

a1. Positie van de voet

,  Ancestrieël rust autopodium volledig op grond, lengte voet neemt niet deel in de paslengte, lidmaat
land eerst op de hiel bij voortbewegen
o Mens, beer, egel, wasbeer, olifant
o Zoolgangers of plantigrade dieren
 Voeten van ancestrieël naar voor evolueren, maar dan moet ellenboog naar buiten worden gedraaid
en knie naar binnen, dus de zenuw aan je kont zit aan de buiten kant van het gewricht (normaal
zenuwen en bloedvaten aan de buighoek van gewricht om overstrekking tegen te gaan)
 Dus lidmaat gaat eindigen op uiteinde van autopodium, lengte lidmaat langer, paslengte langer
o Teengangers of digitigrade dieren
o Carnivoren, loopvogels,..
 Nog langer maken door op teentop (meeste distale falangen) te steunen
o Teentopgangers of unguligrade dieren
o Hoefdieren

a2. Rol van de schouder

 Verlies van coracoid, algemeen kenmerk van zoogdieren (wordt processus coracoideus)
 Hardlopers:
o Verlies sleutelbeen (clavicula)
o Scapula in lijn met lidmaatas
o Zijdelings afgeplatte borstkast
o Slingerpunt hoog  dorsale rand
 Hoe kunnen we dan blijven staan  romp-voorbeen verbindingsspieren

a3. Functie van wervelkolom

 Waarom niet ook de bekkengordel losmaken:
o Achterste lidmaat kan niet op een borstkast rekenen om zich vast te hechten, spieren zouden
dan naar achteren moeten reiken en daar is niets meer, bekken moet deze functie dus gaan
vervullen
o In plaats van losmaken gaan we de lenden als verlenging gebruiken bij beweging

Jagers (hond) : JA Vluchters (paard): NEE
Trekken lichaam volledig in elkaar Lichaam wordt een schietspoel
Zeer flexibele lenden: Zeer rigide lenden:
 Meer lendenwervels (7)  Minder wervels (6)
 Lange wervellichamen  Korte wervellichamen, vaak
 Zeer bewegelijk: ruime vergroeid
tussenwervelschijven  Rigide:
Tussenwervelschijven verliezen
typische structuur (is beperkt tot
fibreuze tussenlegsels).
Maximale bewegelijkheid eerder
thoracolumbale overgang
Maar continu in gevecht met de Propulsie (aandrijving) vnl. achterhand
zwaartekracht
Energie rovend  sneller uitgeput  minder explosief acceleratievermogen
 Ancestrale wervelkolom maakte undulerende beweging, niet enkel bij vissen nu nog steeds bij
reptielen en amfibieën
 Nu dat het lichaam van de grond is worden de ingewanden opgehouden door de buikspieren, om die
passief te helpen zijn er 2 typen die de buikwand verstevigen:
o Handboogtype:
 Buikwand wordt opgehangen aan een boogvormige wervelkolom door alles op te
hangen aan een ligament boven de wervels, bij kleinere en middelgrote zoogdieren
o Strijkstoktype:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller c-lemlijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80562 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.23
  • (0)
  Add to cart