Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding tot de Rechtswetenschap A B $4.27
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding tot de Rechtswetenschap A B

 2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een overzichtelijke en duidelijke samenvatting met alle stof die je moet kennen voor het tentamen Inleiding tot de Rechtswetenschap Deel A B, inclusief alle wetsartikelen en eventuele voorbeelden, schema's en stappenplan. Mijn tip is om alle artikelen en jurisprudentie die bij elkaar horen bij el...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 35  pages

  • Non
  • Zie hoofdstukken boven college's
  • 2 janvier 2020
  • 35
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Inleiding tot de
rechtswetenschap
College 1 – Hoofdstuk 1 m.u.v. par. 3 + tekst 1 & 2
Doel recht
= stellen van regels en die handhaven

Recht als systeem van algemene gedragsnormen
1. Descriptieve versus normatieve kennisgebieden
A. Descriptieve kennisgebieden (beschrijvend)  beschrijven via algemene regels
hoe de werkelijkheid is bv. medische wetenschap, sociale wetenschap. Deze zijn
empirisch = onderzoek doen.
B. Prescriptieve kennisgebieden (=normatief)  beschrijven de wereld zoals hij zou
horen te zijn (de algemene regels zijn voorschrijvend). Waarden (doel) + normen
(hoe je waarde bereikt). Bv. het recht (de staat dwingt af of je eraan houdt, hier
heb je geen keuze in), moraal (ethiek=hoe word je een goed mens, deze regels
zitten in je geweten), fatsoen (etiquette=regels hoe je je moet gedragen in
gezelschap, deze regels zitten in je geweten), religie (eigen geweten of je de
regels volgt). Deze zijn niet-empirisch = je kunt niet toetsen of er regels gelden, je
moet in de wet kijken.
2. Scheiding van recht, moraal en religie
Veel gedragsregels komen in allemaal voor, maar de regel in het recht gaat voor. Er
kan dus een overlap zijn. In principiele samenlevingen onderscheiden ze deze
onderdelen niet. Recht is nodig om te voorkomen dat verschillende mensen
verschillende regels en straffen hebben. Voordelen: Voorkomt onzekerheid en
ongelijkheid en zorgt dus voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Er zijn heldere
procedures voor wijziging. Scheiding van kerk en staat.
3. Positief recht: de rechtsbronnen
1. Wet = geschreven recht, democratisch besluit
2. Verdragen = geschreven recht, democratisch besluit
3. Jurisprudentie = ongeschreven recht, houdt rekening met de veranderende tijd
terwijl ze naar het doel van een wet kijken. Precedentwerking = rechters richten
zich bij hun uitspraak doorgaans naar eerdere rechterlijke uitspraken in
soortgelijke gevallen.
4. Gewoonterecht + rechtsbeginselen = ongeschreven recht
Dit heet het positieve recht (door de mens gestelde recht).
Voordeel: duidelijk. Nadeel: afhankelijk van wetgever.
We praten niet over rechtvaardigheid.
4. Natuurrecht
Natuurrechtsleer = wij accepteren het uitgangspunt niet dat recht altijd geldig is als
het uit rechtsbronnen voortkomt. Bepaalde principes gelden van nature. Wetten die
hiermee in strijd zijn gelden niet (bijv. euthanasie is geen moord).
Het geldend recht bestaat alleen uit positief recht = rechtspositivisme (juridische
opvatting). Natuurrechtsdenkers vinden dat het positief recht niet in strijd mag zijn
met het natuurrecht.

, 5. Indelingen van het geldend recht
Recht (genusbegrip) bestaat uit privaatrecht (speciesbegrippen) (regelt tussen
burgers onderling) en publiekrecht (regelt tussen burgers en overheid) (= klassieke
indeling). Privaatrecht bestaat uit vermogensrecht (contracten, eigendommen en
aansprakelijkheid, BOEK 3-10) en personenrecht (die bestaat weer uit personen-en-
familierecht (intieme relaties, BOEK 1) en rechtspersonen (organisatie die als persoon
wordt behandelt, bv. bv, stichting etc., BOEK 2). Publiekrecht bestaat uit volkenrecht
(relaties tussen staten), staatsrecht (wat zijn belangrijkst instellingen van de staat),
bestuursrecht (maatschappij houdt toezicht op inrichting van maatschappij, bv.
heffen belasting), strafrecht.
Tussen publiekrecht en privaatrecht zit een verschil in belang: publiekrecht behartigt
een algemeen belang en privaatrecht een individueel belang. Alle regels van
privaatrecht raken ook het algemeen belang.
Tussen publiekrecht en privaatrecht zit een verschil in rechtsverhouding: het
privaatrecht betreft de rechtsverhouding tussen burgers onderling, terwijl het
publiekrecht de rechtsverhoudingen tussen Staat en individu betreft. Alleen als de
overheid optreedt als overheid dan bevind hij zich op het terrein van het
publiekrecht, als particulier bij privaatrecht.
Tussen publiekrecht en privaatrecht zit een verschil in aard: publiekrecht is de
verhouding tussen overheid en onderdaan verticaal van aard (overheid tegen
burger), terwijl het privaatrecht een meer horizontaal karakter draagt (gelijkwaardige
burgers tegenover elkaar).

Rechtsgebieden
1. Staatsrecht
 regels (geschreven in de Grondwet) met betrekking op de organisatie van de Staat
en zijn organen (en hun bevoegdheden) (= organieke opbouw). Belangrijkste rechten
uit de grondwet zijn de grondrechten. Dit zijn vrijheidsrechten voor de burgers en
moet de overheid/staat eerbieden. Daarnaast staan er politieke grondrechten die de
bevolking zeggenschap geven over de samenstelling van de overheidsinstellingen.
Sociale grondrechten verplichten de overheid zich in te spannen voor het welzijn van
de bevolking (bv. onderwijs, gezondheidszorg etc.) In de grondwet staan organieke
wetten die aangeven dat over een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden
gemaakt in een wet.
2. Bestuursrecht
 juridische bestuursactiviteit van de overheid geregeld in de Awb. Beschikkingen
(art. 1:3 Awb) zijn besluiten van een bestuursorgaan voor één individu of
rechtspersoon (bv. vergunningen, uitkeringen etc.). Rechtsregels daar in tegen zijn
gericht naar alle burgers. Materiele bestuursrecht houdt zich bezig met de
bevoegdheid van bestuursorganen mbt beschikkingen en met de vereisten daarvan.
Hoogste bestuursorgaan is de regering. Daarnaast zijn vele andere bestuursorganen
in bepaalde gevallen bevoegd tot het vaststellen van beschikkingen (art. 1:1 Awb).
Tegen een beschikking kan een belanghebbende een bezwaar indienen. Als de
belanghebbende niet tevreden is met de beslissing door de bestuursorgaan in het

, bezwaar, kan hij naar de bestuursrechter. Na de uitspraak van de rechtbank kan de
belanghebbende nog in hoger beroep.

3. Strafrecht
 afdwingen bepaalde gedragingen met straf. Materiele strafrecht geeft aan welke
gedragingen strafbaar zijn en welke straf daar op staat (Sr). Formeel strafrecht bevat
voorschriften voor de opsporing van strafbare feiten, het onderzoek ter terechtzitting
en de tenuitvoerlegging van de straf (procedure = Sv). Strafrecht is er om te
voorkomen de bepaalde gedragingen worden verricht en om de maatschappij te
beschermen. Straf = leedtoevoeging dader. Strafbaar feit = in de wet met straf
bedreigde gedraging. Het vervolgen en berechten van strafbare feiten gebeurd door
de overheid. Openbaar Ministerie zorgt voor de vervolging, dat ondergeschikt is aan
de Minister van Justitie en Veiligheid. De rechter beslist of iemand gestraft moet
worden en welke straf (art. 9 Sr). Gedragingen zijn alleen strafbaar bij een
voorafgaand wettelijk strafbepaling (art. 16 Gw jo 1 Sr). Strafrecht kent geen
ongeschreven recht.
4. Burgerlijk recht
 personen onderling (BW).
Materieel privaatrecht bestaat uit:
1. Vermogensrecht
= regels over vermogen persoon. Vermogen is alle rechten en verplichtingen van
een persoon die op geld waardeerbaar zijn en in beginsel ook overdraagbaar zijn.
Bijv. contracten, eigendommen en aansprakelijkheid, BOEK 3-10.
2. Personenrecht
Die bestaat weer uit:
1. Personen-en-familierecht
= intieme relaties, BOEK 1
2. Rechtspersonenrecht
= organisatie die als persoon wordt behandelt. Bijv. bv, stichting etc., BOEK 2.
5. Arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht
 geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van
personen die in loondienst werkzaam zijn. Het arbeidsrecht omvat zowel de private
als de publieke sector, en daarmee zowel werknemers als ambtenaren. Bronnen voor
het arbeidsrecht zijn verdeeld (ze staan bij het onderwerp). In het collectief
arbeidsrecht wordt de rechtspositie geregeld van groepen werkgevers en
werknemers in het sociaal overleg. Het onderdeel van het arbeidsrecht dat zich met
het stelsel van sociale voorzieningen bezighoudt, wordt het sociaal zekerheidsreht
genoemd.

Formeel recht (hoe moet ik het recht bij de rechter afdwingen, regels met betrekking tot de
procedure die nodig is om het materiele recht te verwezenlijken (komt in beeld als er
moeilijkheden ontstaan in het materieel recht)):
- Strafrecht  Sv
- Burgerlijk recht  Rv
- Bestuursrecht  Awb
- Volkenrecht  verdragen

, Materieel recht (regels met betrekking tot de inhoud van rechten en plichten):
- Strafrecht  Sr
- Burgerlijk recht  Bw
- Bestuursrecht  10.000 losse wetten
- Staatsrecht  Gw
- Volkenrecht  statuut, IGH.

Rechtsregels  regels die gelden voor iedereen, het objectieve recht.
Objectieve recht  alle geldende rechtsregels (regels voor iedereen) = positief recht.
Subjectieve recht  bevoegdheden die worden ontleend aan het objectieve recht. Je
ontleent rechten uit rechtsregels (dus wat mag je wel of niet).
Beschikkingen  beslissing van de overheid op basis van algemene regel die geldt in een
specifiek geval.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vayaxs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.27. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64232 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$4.27  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté