Volledige samenvatting politicologie met notities en ppt's van in de les en het boek.
Met alleen de samenvatting grondig te leren zal je er zeker door zijn.
EEN PLATTEGROND VAN DE
MACHT
Inleiding tot politiek en politieke
wetenschappen
,HOOFDSTUK 1: WAT IS POLITIEK?
1 Inleiding
Een politicoloog (de politicologie) bestudeert de politiek. Hierin heeft de politicologie
echter geen monopolie. Het is namelijk een integratiewetenschap waarin inzichten en
methodes uit zusterdisciplines (sociologie, psychologie, geschiedenis, recht,
communicatiewetenschappen, economie) als ondersteuning gebruikt worden voor de
studie van politieke verschijnselen en processen.
2 Wat is politiek?
OORSPRONG:
Oudgrieks: of politeia (politika)o
of politeia (politika) f politeia (politika)
= alles wat betrekking heeft op de burgerlijke samenleving, op het leven als burger in
de samenleving en op het bestuur van de gemeenschap.
Politikos (‘de burgers betreffend) Idiotikos (‘privé of individueel)
BETREKKING OP:
1. Een samenleving die verbonden is aan een territorium:
vandaag neemt de territorialisering van de politiek vooral de vorm van staten
aan. Die is in verschillende territoria verdeeld (gemeenten, provincies,
gemeenschappen en gewesten) en engageert zich samen met andere staten
in internationale verbanden. Daarenboven is het territorium gebonden aan
regels die iedereen moet volgen en die veel verschillende levensdomeinen
regelen.
2. Een bevolking, een samenleving:
via collectieve beslissingen problemen oplossen die uit het leven in de
samenleving voortkomen.
Minimal state = de politiek die vooral zorgde voor orde en tucht,
bescherming van de grenzen en van het eigendomsrecht
en die slechts een beperkt aantal ‘verzorgende taken’
opnam waarvoor ook belastingen nodig waren.
Nanny state = de alomtegenwoordige, ‘interventionistische’
(bemoeizuchtige) welvaartstaat die zich op vraag van
velen over veel en verschillende onderwerpen moet
buigen. De afspraken over wat de politiek mag of moet
doen variëren door de tijd heen en op basis van ‘de
behoeften aan politiek’ binnen de samenleving die de
politiek moet organiseren.
,Classificatie van
Politieke systemen = de studie van de variatie in de manier waarop
‘de behoeften aan politiek’ worden georganiseerd.
2.1 Geschiedenis van politiek
OUDHEID
Het woord politiek is afgeleid van het Griekse politika, dat verwijst naar ‘de zaken die
met de polis te maken hebben’. Polis verwijst naar de stadstaten, naar de stedelijke
samenleving in het klassieke Griekenland. De polis stond voor de geordende
samenleving, alleen in deze kon de mens tot volle ontplooiing komen. De mens is lid
van de geordende gemeenschap en hoorde ook deel te nemen aan het publieke
leven ervan: de mens als burger van de polis (zoon politikon). Wie zich niet of
nauwelijks inliet met het wel en wee van de polis, was een idiotès.
PLATO
Voor het begin van politiek wordt vaak naar Plato verwezen. Plato gelooft sterk in
arbeidsverdeling, waardoor iedereen, in het belang van de hele samenleving, zijn
eigen vaardigheden en talenten optimaal kan ontwikkelen. De staat is een organisch
geheel en iedereen heeft daarin een specifieke plaats. De vrije wil is ondergeschikt
aan het staatsbelang en de leiding van de staat ligt bij een daartoe speciaal
opgeleide groep van wijzen. Bij Plato wordt de staat geleid door een speciaal
opgeleide klasse van koningen-wijsgeren. Deze zijn enkel bezig met het goed
bestuur van de staat, ze werken enkel voor het algemeen belang.
ARISTOTELES
Aristoteles nam deze invulling van politiek als een organisch gegroeid geheel van zijn
leermeester over. Volgens deze filosoof was een volwaardig menselijk leven –
eudaimonia of het goede leven – enkel mogelijk binnen een politieke gemeenschap.
De politiek is niet beperkend, maar laat integendeel mensen toe om volwaardig te
leven. Al geldt dit bij Aristoteles enkel voor vrije mannen. De polis was immers niet
enkel een institutioneel gegeven, het was een morele en politieke gemeenschap. De
sfeer van de politiek was er niet duidelijk te onderscheiden van andere sferen en
stond er tegenover het begrip idiotès.
De bekende frase van Aristoteles dat de mens een zoon politikon is, moet niet
zozeer vertaald worden als ‘politiek dier’, maar als ‘sociaal wezen’, d.w.z. iemand die
met anderen samenleeft. Bij Aristoteles verwijst politiek in zijn meest algemene
betekenis naar de zoektocht naar de Goede Samenleving.
MACHIAVELLI
Bij Machiavelli is politico of het vivere civile de uitdrukking van het republikeinse
regime. Enorm bekend is zijn Il Principe, een verhandeling over de vraag hoe vorsten
macht kunnen verwerven en nadien behouden.
In Il Principe komt een andere invulling van politiek naar voor. Het gaat om de
techniek van de macht, om de middelen die nodig zijn om macht te verwerven en te
,behouden, om de staat te beschermen. In de periode van Machiavelli ontstaan de
staten. Het begrip is afgeleid van het Latijnse status regis, of ‘de toestand van de
vorst’. Na verloop van tijd wordt het begrip onpersoonlijker, tot het niet langer
betrekking heeft op een persoon die de macht bezit, maar op de staat als
abstractum.
18e EEUW
Wanneer op het einde van de 18e eeuw nieuwe politieke stromingen ontstaan, groeit
een nieuw, dynamisch begrip van politiek. Het verwijst naar de inrichting binnen de
staat. Het is een uitdrukking van het Verlichtingsideaal dat de mens en de
samenleving vervolmaakt kunnen worden en dat daarvoor handelingen nodig zijn.
Politiek staat hier voor de manier waarop het gedachtegoed van nieuwe stromingen
gerealiseerd moet worden.
2.2 Essentially Contested Concept?
De politicoloog moet net zoals andere sociale wetenschappers over en binnen de
samenleving in de taal van die samenleving over politiek communiceren. Hij beschikt,
in tegenstelling tot exacte wetenschappers (vb. temperatuur), niet over een
‘objectieve’ wetenschapstaal.
GALLIE / CONNOLLY
Politiek is een clusterconcept, een tros- of containerbegrip dat bestaat uit allerlei
onderdelen waarvan geen ondubbelzinnige definities gegeven kunnen worden.
Politiek is een essentieel gecontesteerd begrip omdat alle bouwstenen die gebruikt
worden om de inhoud ervan te bepalen, op zichzelf ook gecontesteerd zijn. Die
contestatie komt voort uit het feit dat het om cruciale en geladen concepten gaat,
waarover verschillende visies, benaderingen, geen instemming kunnen bereiken.
Toch is het noodzakelijk om na te gaan voor welke woorden men wel aanvaardbare
omschrijvingen kan vinden. Zonder een poging tot begripsbepaling is communicatie
bijzonder moeilijk en wetenschap zelfs uitgesloten.
Mensen die politiek willen bestuderen en begrijpen moeten daarom eerst een taal
aanleren om over politiek te spreken en zich bewust worden van de verschillende
manieren waarop je naar politiek kan kijken.
verscheidenheid en relativiteit wordt zichtbaar;
mogelijkheid om eigen invulling te expliciteren ;
,2.5 De relativiteit van indelingen. Schmitt en Easton.
Essentie: wat is politiek?
Een exitentiële, delicate, complexe, maar noodzakelijke vraag. Over de
bestanddelen, de basisingrediënten of sleutelconcepten van politiek bestaan
verschillende visies, dat een unanieme definitie van politiek nooit zal bestaan. Het
behoort zelfs tot de essentie dat er geen eensgezindheid bestaat over wat politiek is.
Toch twee invloedrijke auteurs met twee bekende definities:
CARL SCHMITT
DAVID EASTON
2.5.1 Carl Schmitt
Men moet het domein voor het politieke afbakenen d.m.v. eigen criteria die de
politiek heeft t.o.v. andere domeinen van het menselijke handelen en denken.
Legt de nadruk op het onderscheid tussen vriend en vijand:
duidt de uiterste graad aan van intensiteit van een verbinding of een scheiding,
van een associatie of een dissociatie.
Opmerking:
Politieke vijand ≠ moreel slecht, esthetisch lelijk of economische concurrent;
Politieke vriend ≠ moreel goed, esthetisch mooi of economisch nuttig;
antagonisme, tegenstelling, het benadrukken van meningsverschillen of strijd
behoren tot het wezen van de politiek (zonder: geen politiek).
Niet noodzakelijk negatief (politiek heeft vaak een vieze smaak) !
CHANTAL MOUFFE
Radicale democratie = democratieën, in pluralistische samenlevingen zijn
nu eenmaal conflictueus.
Een gezonde politieke relatie is agonistisch:
Tegenstellingen noodzakelijk om politieke identiteit te ontwikkelen;
Politiek is polariserend;
Consensus is niet altijd mogelijk;
Samenleving zonder spanning en conflict = repressie/populisme;
Politiek is terug te brengen tot conflict en samenwerking ten gevolge van
onvereningbare doelstellingen of belangen.
2.5.2 David Easton
Politiek gaat over de toedeling van (materiële en immateriële) waarden. Door
schaarste bestaan daarover conflicten.
, Instituties nodig die toedeling van waarden kan uitvoeren die in de
samenleving als gezaghebbend worden geaccepteerd.
De overheid (meeste waarden)
De markt (economische waarden)
Partijen, belangengroepen, betogingen, …
Politiek = heeft betrekking op de meest inclusieve eenheid,
namelijk de samenleving.
Parapolitiek = interne politieke systemen van groepen of organisaties.
(vb. een gezin, een bedrijf, enz.)
SYSTEEMBENADERING
= trachten de politiek als één geheel te beschrijven via een alomvattende
analyse. Het is een raamwerk, een kader om allerlei te onderzoeken actoren
verschijnselen een plaats te geven, en schetst zeer ruw en abstract de
processen die erin kunnen plaatsvinden.
Grenzen afhankelijk van de inhoud van het woord;
Ontstaan om een zeker doel te realiseren (functies);
De elementen (burgers) vertonen een zekere structuur die wordt beïnvloed
door de cultuur, en omgekeerd;
Zegt weinig over de inhoud en de oorzaken van de verhoudingen, invloeden of
regelmatigheden.
politiek opgevat als een input-outputsysteem, als een kringloop die werkt met
feedback. Deze concentreert zich op de uitwisseling tussen systeem en omgeving,
waar stress van het systeem vermeden moet worden.
Bestandsdelen:
, Gatekeepers/ culturele normen Een beperkt aantal middelen om de
inputs te verwerken. Deze regelen de
instroom van eisen (de input),
bijvoorbeeld door ze te verzamelen of te
combineren (vb. politieke partijen,
belangenorganisaties)
Content overload (stress) Als de eisen te gevarieerd zijn
(onmogelijk te verwerken).
Volume overload (stress) Als het aantal eisen te groot is
(onmogelijk te verwerken).
Input Withinputs
= van mensen binnen het
systeem (vb. parlementsleden)
Signal input
= eisen (vb. pensioensverhoging)
Maintenance input
= (vb. steun van de bevolking of
van commentatoren, instemming
met de heersende regels,
belastingbetaling, …)
Output Het (niet-)beleid, gevormd door
conversie.
Feedback Het politieke systeem moet op de
(reactie van) de omgeving reageren,
anders loopt het gevaar.
De relatie tussen output en input is van belang omdat de integratie en de stabiliteit
van een politiek systeem sterk afhankelijk zijn van de mate waarin de output door
de leden van de samenleving geaccepteerd wordt.
Essentie + uitleg zie p.55
2.5 Politiek en conflicten.
Centraal in de politicologie: studie van conflictsituaties en conflictgedrag.
Conflictsituaties worden gekenmerkt door de aanwezigheid van
belangentegenstellingen, zodat de doelbereiking door een partij de doelbereiking
door de andere partij geheel of gedeeltelijk in de weg staat.
Onverenigbaarheid van belangen of doelen is niet hetzelfde als verschil tussen
doelen of belangen. Zolang de realisering van het ene belang de realisering van
andere niet in de weg staat, is er geen onverenigbaarheid en dus ook geen conflict.
Dat impliceert evenwel niet het omgekeerde.
Conflicten kunnen te maken hebben met bv. emoties, onbegrip of misverstanden.
Een van de bekendste van deze soort verklaringen is de frustratie-agressie-theorie,
waarbij door agressief gedrag frustratie nodig is, opgevat als blokkering van
doelbereiking. Ook de relatieve deprivatie-theorie is belangrijk, waarbij deze stelt dat
,deprivatie de noodzakelijke voorwaarde voor conflictgedrag is. De deprivatie is
relatief, wat betekent dat bij rising expectations de verwachte behoeftebevrediging en
de feitelijke behoeftebevrediging te ver uit elkaar groeien.
De meest evidente bron van conflicten is het gegeven van schaarste. Daardoor
ontstaan er verdelingsvraagstukken. De middelen om deze op te lossen zijn echter
beperkt. Door iedereen gewenste zaken worden value issues genoemt. Daar
tegenover staan position issues die doelen betreffen die omstreden zijn, bv. het
legaliseren van euthanasie.
Sommige van de verschillen die zich in de maatschappij voordoen lopen langs
fundamentele breuklijnen in een samenleving. Die hebben niet alleen uiteenlopende
materiële belangen, maar ze hebben vaak ook een andere kijk op hoe de
samenleving moet worden ingericht. Soms doorkruisen die breuklijnen elkaar (cross-
cutting cleavages), soms versterken ze elkaar (polarizing cleavages).
Er bestaat geen onverbrekelijk verband tussen conflictsituatie en conflictgedrag.
Onverenigbare doelen en belangen kunnen dus bestaan zonder dat er actie aan
gekoppeld wordt. Zonder handelingsaspect is er ook geen conflict. Zowel het
inhoudelijk aspect als het handelingsaspect moeten aanwezig zijn vooraleer er van
een conflict sprake is. Zo leiden conflictsituaties niet noodzakelijk tot wederzijdse
tegenwerking.
Hoe groter de interdependentie in een samenleving, hoe meer kans op conflicten en
hoe sterker de noodzaak aan politiek. Bij hoge interdependentie neemt kans op
oplossingen toe omdat iedereen wint bij globale oplossing waarin allerlei eisen
gebundeld zijn (package deals).Veel deelnemers verhoogt ook de kans op conflicten,
maar ook een beperkt aantal levert problemen, omdat steeds dezelfde groepen t.o.v.
elkaar staan.
In België hebben we cross cutting cleavages: elkaar doorkruisende breuklijnen;
levensbeschouwelijke, sociaal economische en communautaire.KENMERKEN
CONFLICT EN SAMENWERKING
Conflicten:
Inhoudelijk aspect (horizontaal).
Handelingsaspect (verticaal).
In het snijpunt gebeurt niks. Hier zijn doelen irrelevant voor elkaar.
Er zijn ook tussenposities mogelijk.
C wijst op veel tegenstelling van
belangen, maar neutrale positie op
verticale as geeft aan dat er geen
actie ondernomen wordt. Er kan zelfs
gemeenschappelijke actie zijn bij
tegengestelde belangen, bv. bij
dwang, ruil, strategie of misverstand.
,De punten A en B wijzen op conflict en samenwerking.
D: er kan strijd optreden bij samenvallende belangen, bv. bij misverstanden.
, HOOFDSTUK 2: DE WETENSCHAP POLITIEK
2.2 Een discipline met taalproblemen
Politiek = taalstrijd een taalgevoelige activiteit. Hoe dingen benoemt worden is van
groot belang. Zowel in het politieke spel als in de politieke wetenschappen.
Woorden hebben immers telkens een cognitieve en een associatieve betekenis:
Associatief: de lading van woorden, de gevoelens die eraan verbonden zijn.
Cognitief: abstracte begrippen, of concrete verschijnselen waarop ze
betrekking hebben.
(vb. Lewinsky-schandaal, een militaire staatsgreep)
Politicologen moeten zich daarvan bewust zijn
SOCIALE WETENSCHAPPEN
De taal waarin de sociale wetenschappen worden verschilt niet (veel) van de
dagelijkse omgangstaal. Alle associatieve betekenissen van alledaagse begrippen
worden op die manier in de wetenschappelijke analyse geïmporteerd.
Geen eigen jargon/vaktaal ontwikkeld (pogingen mislukt: vb. polyarchie).
Moeilijkheid: de wetenschapper kan in zijn taalgebruik niet de flexibiliteit permitteren
die de politicus hanteert (deze bedoelen uiteindelijk toch iets anders
dan dat ze gezegd hebben, of weer niet).
Daarom is de methodologie heel belangrijk, omdat er ook binnen de politicologie
nood is aan aangepaste, gespecialiseerde hulpmiddelen om de politieke
werkelijkheid aan te pakken.
3 Benaderingen in de wetenschap der politiek
3.2 Behavioralisme
Ontstond in de jaren ’50 als reactie op het oude institutionalisme dat zich enkel inliet
met de formele structuren van de overheid, en heeft deze volledig weggeveegd.
In jaren 50 zag men toepassing natuurwetenschappelijke methodes in sociale
wetenschappen als ideaal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louise123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.76. You're not tied to anything after your purchase.