Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht
Dit document bevat SUPER UITGEBREIDE UITWERKINGEN van het HOORCOLLEGE en de WERKGROEP van WEEK 5 van het mastervak Internationaal Privaatrecht! Alles letterlijk uitgetypt wat de docenten hebben verteld en super handige schema's met alle stappen die je moet nalopen.
Very detailed and comprehensive to get a high grade! Highly recommended!
Seller
Follow
Jb1999
Reviews received
Content preview
Internationaal Privaatrecht WEEK 5
Hoorcollege 5
HC Ovk (toepasselijk recht)
Inhoud:
Inleiding/geschiedenis/bronnen
Rome I staat centraal
HVV Haags vertegenwoordigingsverdrag
BW
WKV = CISG
Inleiding en geschiedenis
Inleiding
Overeenkomsten (betekenis kan verschillen per rechtstelsel); Volgens NL recht:
Vgl art. 6:213 BW: een overeenkomst in de zin van deze titel (= obligatoire overeenkomst) is
een meerzijdige rechtsbetrekking waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen
een verbintenis aangaan
o NB kwalificatie in ipr context
Internationale overeenkomsten
Wat maakt het internationaal:
o Woonplaats partijen in verschillende landen; plaats van sluiting ovk in ander land;
plaats van uitvoering ovk in ander(e) land(en), plaats van ligging goederen waarover
gecontracteerd wordt, etc.
In art. 7 lid 1 Brussel I-bis & Holterman Ferho ovk verbintenis die een partij vrijwillig is
aangegaan jegens een andere partij (iets ruimer dan NL recht)
Voorbeelden van verschillen tussen rechtsstelsels:
Niet in andere landen kun je nakoming vorderen, soms alleen schadevergoeding vorderen
Historische ontwikkeling
Subjectieve verwijzing (= rechtskeuze)
Conflictenrechtelijke rechtskeuze
Gekozen recht vervangt het objectief toepasselijke recht in zijn geheel
Zoals die in het IPR in de regel geldt; het recht dat partijen gekozen hebben, vervangt het
objectieve toepasselijke recht in zijn geheel; het vervangt het recht dat de IPR regel aanwijst
(als je geen keuze maakt, heb je een IPR regel die het toepasselijk recht aanwijst & doe je een
rechtskeuze, dan vervangt dat gekozen recht in het geheel dat aangewezen toepasselijk recht)
Materieelrechtelijke rechtskeuze
Gekozen recht vervangt alleen de aanvullende regels van het objectief toepasselijke recht HR
Alnati 1966: conflictenrechtelijke rechtskeuze aanvaard met betrekking tot:
o Je kunt nog steeds voor buitenlands recht kiezen, maar dit vervangt alleen de
aanvullende regels van het objectief toepasselijk recht
o Voorkennis Je hebt aanvullend recht en hiertegenover staat dwingend recht; het
kan dus niet het dwingend recht opzij zetten
o Geen verplichte uitspraak; vastgelegd dat een conflictrechtelijke rechtskeuze mogelijk
is in een internationaal geval in beginsel; uitzonderingen mogelijk voor specifieke
overeenkomsten en algemeen belangen mogen niet door rechtskeuze opzij worden
gezet; ook iets gezegd over voorrangsregels, komt later aan de orde
internationale overeenkomsten conflictrechtelijke rechtskeuze mogelijk
‘in beginsel’: uitzonderingen voor specifieke overeenkomsten mogelijk +
algemene belangen die niet door rk opzij mogen worden gezet
Historische ontwikkeling
,Objectieve verwijzing welke verwijzingsregel is gekozen als er geen rechtskeuze
gedaan is
Verschillende gekozen/voorgestelde oplossingen:
Lex loci contractus (statutenleer) de plek waar het contract gesloten is
Lex loci solutionis (Savigny) nauwste band per rechtsverhouding methode plek waar de
ovk uitgevoerd wordt
Proper law of the contract (Engeland) waar de ovk de nauwste band mee heeft
o Engels recht kiest vaker voor rechtvaardigheid dan rechtszekerheid
Vermoedelijke partijwil (Duitsland) wat zouden partijen vermoedelijk bedoeld hebben,
wat zijn de partijverwachtingen
Karakteristieke prestatie (Zwitserland) de hoofdregel die uiteindelijk in Europese
verordening terecht is gekomen niet gek dat een Zwitser dat bedacht heeft in
Zwitserland worden koekoeksklokken gemaakt; als je aanknoopt bij degene die
karakteristieke prestatie levert, dat is de maker van de klok
Bronnen
EVO is voorganger van Rome I (grijs)
WKV geen IPR regeling, het bevat eenvormig privaatrecht!
Coherente uitleg tussen EU verordeningen
Hoofdregel is dat je heel goed uit elkaar moet halen met welke IPR vraag je bezig bent;
gebieden hebben niks met elkaar te maken
o ALLEEN ZIEN WE IN HET EUROPEES RECHT ALS WE DEZELFDE TERMEN GEBRUIKEN
IN VERSCHILLENDE EU REGELINGEN (verordeningen, verdragen, richtlijnen etc.),
MOETEN ZE UNIFORM WORDEN UITGELEGD
o EU WETGEVER HECHT WEL AAN RECHTSZEKERHEID (uniforme uitleg helpt daarbij)
o Zie bijvoorbeeld preambule Rome I punt 7 & punt 24 vergelijkbare
begrippen/bepalingen dienen zo veel mogelijk op coherente / uniforme wijze te
worden uitgelegd
MAAR DAAR ZIT WEL EEN GRENS AAN; als je ziet dat de context (doel) van de bepalingen anders is,
dan kan het zijn dat de uitleg niet past bij een andere verordening
Zowel horizontaal als verticaal Zo veel mogelijk?
Horizontaal bijv. Brussel I en Rome I
Verticaal bijv. EVO en Rome I (voorganger; tijd) & EX en Brussel I-bis
Jurisprudentie HvJ EU mbt o.a. Brussel I bis/Rome I/Rome II onderling relevant voor zover het
gaat om vergelijkbare begrippen in een vergelijkbare context
Verordening Rome I
Toepassingsgebied
Materieel toepassingsgebied: art. 1
, verbintenissen uit overeenkomst ‘gevallen waarin uit het recht van verschillende landen moet
worden gekozen’ ‘…’ geeft alleen aan dat het om een internationaal geval gaat
o NB enkele uitzonderingen in 1 lid 2 bijv. forumkeuze
verordeningsautonome uitleg: vgl HvJ Holterman Ferho: ‘vrijwillig aangegane verbintenis van
een partij jegens een andere’ = ovk
Formeel toepassingsgebied: art. 2
universeel geen beperkingen
Temporeel toepassingsgebied: art. 28
Peilmoment: sluiting ovk (zie HvJ Nikiforidis r.o. 37-39):
o Vaak in andere context aangehaald bij voorrangsregels, komen we straks op terug
o Maar was het spannends op het terrein van het temporeel toepassingsgebied van
Rome I art. 28 Rome I
o Betrof een arbeidsovk; HvJ in uitzonderlijke gevallen; als de ovk op een
substantiële manier gewijzigd wordt, dan kan je dat nieuwe moment nemen als
peilmoment
Structuur:
Art. 3 rechtskeuze
3 lid 1: een ovk wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen
→ conflictenrechtelijke rechtskeuze (subjectief)
3 lid 3: intern geval partijen binnen 1 land, maar rechtskeuze is wel internationaal
→ materieelrechtelijke rechtskeuze (subjectief)
o GELDT ALLEEN MBT AANVULLENDE REGELS, KAN DWINGENDRECHTELIJKE REGELS
VAN LAND VAN PARTIJEN NIET OPZIJ ZETTEN!
3 lid 4: intern Europees geval (bepaling na HvJ Ingmar (2000) opgenomen)
→ dwingende bepalingen van Europees recht kunnen door rechtskeuze niet opzij
gezet worden (vergelijkbaar als 3 lid 3)
o Agent verbleef in EU en principaal zat in VS, er was een rechtskeuze gedaan voor VS.
HvJ zei: recht van VS is van toepassing, maar kan specifieke bepalingen van EU
richtlijn kan het niet opzij zetten
o Toen is de vraag geweest of de wetgever door het invoeren van 3 lid 4 na Ingmar
bedoeld te zeggen, Ingmar geldt alleen in EU gevallen? Het antwoord is NEE, WIJ
DENKEN DAT HET NIET ZO IS INGMAR GELDT OOK VOOR BUITEN EU GEVALLEN
Objectieve verwijzing art. 4-8
Art 4 hoofdregel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jb1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.