Naar aanleiding van alle colleges dit semester heb ik in eigen woorden de stof uitgelegd en beschreven in deze samenvatting met behulp van eventuele stappenplannen, jurisprudentie en voorbeeldopgaven.
Aan de hand van dit document heb ik geleerd voor het tentamen en alles in één keer gehaald...
Literatuur week 1: Doelen en functies aansprakelijkheidsrecht
T. Hartlief e.a., nrs. 1-12.
Jurisprudentie:
HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286, NJ 1999/145 (Wrongful birth);
HR 9 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2735, NJ 1998/853 (Jeffrey);
HR 18 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5213, NJ 2006/606 (Baby Kelly);
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41 m.nt. J. Spier (Urgenda).
Verbintenis, rechtsplicht, vermogensrecht, nakoming
Een verbintenis is een rechtsplicht waarmee een subjectief vermogensrecht correspondeert. Op wie
door toerekenbaar onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, rust ex art. 6:162 BW een verbintenis
om de schade te vergoeden (= de passieve zijde van de verbintenis). Degene die door de
onrechtmatige daad is benadeeld, heeft een met de verplichting tot schadevergoeding
corresponderende aanspraak (de actieve zijde van de verbintenis) = het recht op schadevergoeding.
Dat subjectieve recht is een goed (art. 3:1 BW) en een vermogensrecht (art. 3:6 BW)
Het begrip rechtsplicht is echter breder dan het begrip verbintenis. Ook is het mogelijk dat een ander
verplicht is zich te onthouden van het toebrengen van schade door onrechtmatig handelen = kale
rechtsplichten, want zolang er geen schade is veroorzaakt, staat er geen vermogensrecht tegenover.
Van rechtsplichten kan in beginsel, binnen de grenzen van art. 3:296 BW, nakoming worden
gevorderd. Bv. een crediteur die nakoming vordert van een verbintenis uit overeenkomst of uit de wet.
De nakoming van verbintenissen (ook uit de wet), is behalve in het algemene art. 3:296 BW, geregeld
in art. 6:27 e.v. BW.
Plaats van verbintenissen uit de wet, in de wet
De verbintenissen uit de wet zijn geregeld in art. 6:74 e.v. en art. 6:162 e.v. BW. Ook de algemene
bepalingen inzake het verbintenissenrecht art. 6:1-6:161 BW zijn van toepassing. De regels over
schadevergoeding zijn geregeld in art. 6:95 e.v. BW. Zie verder in Boek 6…
Samenloop wanprestatie en onrechtmatige daad
Er moet in de systematiek van de wet onderscheid worden gemaakt tussen verbintenissen uit
overeenkomst en verbintenissen uit de wet. Een overeenkomst zelf kan een verbintenis in het leven
roepen = primaire verplichtingen uit overeenkomst.
Daarnaast verplicht niet-nakoming van een dergelijke primaire verplichting volgens art. 6:74 BW onder
omstandigheden tot schadevergoeding = verbintenis uit de wet.
Indien iemand tekortschiet in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst, dan zou je dat
kunnen aanmerken als onrechtmatige daad. De wetgever heeft voorzien in een afzonderlijke regeling
van de gevolgen van niet-nakoming van verbintenissen (art. 6:74 e.v. BW). Dus: bij eenzelfde
feitencomplex kunnen verschillende wettelijke regels samenlopen.
Indien meer rechtsregels tegelijkertijd toepasbaar zijn op eenzelfde gebeurtenis, dan spreek je van
samenloop. Uitgangspunt bij samenloop van meer op zichzelf toepasselijke rechtsgronden is dat zij
cumulatief van toepassing zijn en dat, indien de rechtsgronden tot verschillende rechtsgevolgen leiden
die niet tegelijkertijd kunnen intreden, de eiser daaruit naar eigen inzicht een keuze mag maken, tenzij
de wet anders voorschrijft.
De regeling voor niet-nakoming van een verbintenis dient telkens te worden toegepast wanneer een
feitencomplex kan worden aangemerkt als tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Indien
1
,het feitencomplex ook los van de contractuele verhouding als onrechtmatige daad kan worden
aangemerkt, kan de benadeelde zijn vordering tevens op art. 6:162 BW baseren.
De wet kent voor de verschillende grondslagen eenzelfde schadevergoedingsregeling, namelijk in art.
6:95 e.v. BW. Het maakt in praktijk dan ook meestal niet uit op welke grondslag de aansprakelijkheid
wordt gebaseerd (art. 6:74, 6:162, 6:169 e.v. BW). Er kan wel verschil zijn met betrekking tot de
omvang van de aansprakelijkheid. In art. 6:95 e.v. BW wordt soms onderscheid gemaakt naar aard
van de aansprakelijkheid.
Voorbeeld: een vordering op grond van onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking die
samenloopt met vordering uit onrechtmatige daad (mits aan vereisten voldaan)
Let op: op grond van de onrechtmatige daad ontstaat een verbintenis tot schadevergoeding art. 6:162
BW. De niet-nakoming van die verbintenis wordt beheerst door de regeling inzake tekortkoming in de
nakoming art. 6:74 e.v. BW. Dus: degene die nalaat een verbintenis tot schadevergoeding uit
onrechtmatige daad na te komen, is tevens aansprakelijk voor de schade die de schuldeiser door die
niet-nakoming leidt.
Rechtvaardiging voor ontstaan verbintenissen
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit art. 6:1 BW = gesloten stelsel
van bronnen van verbintenissen. Aangezien er staat ‘uit de wet voortvloeit’, betekent dat dat er een
verbintenis wordt aangenomen indien dit past bij het stelsel van de wet en dus aansluit bij de in de wet
geregelde gevallen.
Indien verbintenissen ontstaan door een rechtshandeling, dan wordt het bestaan ervan
gerechtvaardigd doordat partijen dat rechtsgevolg hebben beoogd en gewild (art. 3:33 e.v. BW). In
gevallen waarin verbintenissen niet door een rechtshandeling, maar rechtstreeks ontstaan uit de wet
vraagt dit om een eigen rechtvaardiging. Dit betekent dat in geval van een onrechtmatige daad de
rechtvaardiging ligt in de verplichting een ander niet onrechtmatig te benadelen. Indien je dat
vervolgens wél doet, dan treft je een verwijt (schuld) en dien je de te ontstane schade te vergoeden.
Soms is het niet redelijk de schade te verhalen op bijvoorbeeld kinderen, werknemers, opstallen,
producten. Je gaat dan bekijken wie verantwoordelijk is voor het in het leven roepen van het risico
(ouder, werkgever, bezitter, producent).
Ieder draagt zijn eigen schade
Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht kent als uitgangspunt dat ieder zijn eigen schade
draagt Je kan je hiervoor soms indekken door verzekeringen af te sluiten + sommige risico’s worden al
gedragen door sociale zekerheid.
De uitzondering op dit uitgangspunt is dat iemand anders op grond van een verbintenis uit de wet
verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van schade. Dit kent redelijk hoge drempels,
zoals een aansprakelijkheidsgrond, partij, bewijs van aansprakelijkheid, causaal verband en schade,
etc. Dit leidt echter wel tot volledige vergoeding: de aansprakelijke dient de benadeelde zoveel
mogelijk te plaatsen in de situatie waarin deze zou hebben verkeerd indien de gebeurtenis waarop de
aansprakelijkheid berust niet zou hebben plaatsgevonden.
Wanneer de aansprakelijkheid is gevestigd, moet worden bewezen dat hij schade heeft geleden als
gevolg van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid wordt gebaseerd + hoe hoog de schade is =
vestiging van aansprakelijkheid en omvang van aansprakelijkheid.
Doelen aansprakelijkheidsrecht
Aansprakelijkheidsrecht is het deel van het civiele recht dat aanspraken op schadevergoeding regelt.
Je hebt:
- Aansprakelijkheid uit contract (contractuele aansprakelijkheid ): men heeft het oog op
aanspraak wegens tekortschieten in contractuele verplichtingen (art. 6:74 e.v. BW)
2
, - Aansprakelijkheid uit de wet (buitencontractuele aansprakelijkheid): men heeft het oog op
aansprakelijkheid uit:
Onrechtmatige daad art. 6:162 BW
Kwalitatieve aansprakelijkheden art. 6:169 e.v. BW
Kunnen strekken tot schadevergoeding, maar ook tot nakoming art. 3:296 BW
Het aansprakelijkheidsrecht regelt wie onder welke omstandigheden aansprakelijk is voor welke
gebeurtenissen en hun gevolgen (passieve zijde verbintenis/kale rechtsplicht) en ook wie welke
aanspraken geldend kan maken (actieve zijde/subjectieve recht)
Doel: aanspraken vaststellen en met behulp van rechtsvorderingen handhaven. Bv. rechtsvorderingen
tot nakoming van kale rechtsplichten art. 3:296 BW en schadevergoeding art. 6:95 e.v. BW
Onderscheid en samenhang met strafrecht
Het civielrechtelijke aansprakelijkheidsrecht regelt de privaatrechtelijke reactie op onrechtmatig gedrag
en op schade toebrengende gebeurtenissen waarvoor kwalitatieve aansprakelijkheid bestaat. Het
strafrecht regelt de publiekrechtelijke reactie op bij wet strafbaar gesteld gedrag op initiatief van het
OM. Dit heeft als doel de dader te bestraffen en om dergelijk gedrag bij anderen in de toekomst te
voorkomen (verghelding en preventie)
Het verschil is dat bij het aansprakelijkheidsrecht het onrecht zeer ruim wordt opgevat en bij het
strafrecht beperkt is tot in de wet genoemde verboden gedragingen. Daarnaast is in het strafrecht de
mate van verwijtbaarheid veelal beslissend voor het type en de zwaarte van de sanctie, terwijl in het
privaatrecht de omvang van de schade beslissend is.
Ook bestaan er belangrijke verbanden. Strafbaar gedrag is veelal onrechtmatig art. 6:162 BW en zal
als het leidt tot schade, verplichten tot schadevergoeding. Indien in het strafrecht de dader is
veroordeeld, dan is dit voldoende bewijs in het civiele proces art. 161 Rv. Degene die schade heeft
geleden door het strafrechtelijk vergrijp, kan zich voegen als benadeelde partij in het strafproces art.
51a Sv.
Aansprakelijkheid en verzekering
Een benadeelde partij kan zich tegen bepaalde schade hebben verzekerd (firstpartyverzekering). Op
grond van de verzekeringsovereenkomst (art. 7:925 e.v. BW) rust tussen de verzekerde en de
verzekeraar de verbintenis om onder in de overeenkomst (polis) omschreven voorwaarden aan de
verzekerde een bepaalde som geld uit te keren (= contractuele verhouding).
Men kan zich daarnaast verzekeren tegen de financiële gevolgen van aansprakelijkheid
(thirdpartyverzekering). De financiële gevolgen van het feit dat men door een derde aansprakelijk
wordt gesteld, worden dan (mits in polis) gedekt door de aansprakelijkheidsverzekeraar. Art. 7:954 BW
geeft aan het slachtoffer de mogelijkheid een directe actie jegens de verzekeraar van de
aansprakelijke in te stellen.
De combinatie van aansprakelijkheidsverzekeringen en firstpartyverzekeringenn de leiden veelal tot
het ontstaan van een regresrecht ten behoeve van de verzekeraar of uitkeringsinstantie. Met art.
6:197 BW heeft de wetgever geprobeerd het regres te beperken. Hierover later meer.
Europees recht
Europese regelgeving en rechtspraak hebben het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht de afgelopen
jaren veel beïnvloed. Denk aan productaansprakelijkheid en misleidende reclame. Dergelijke
regelgeving is tevens van betekenis voor de inkleuring van open normen. Ook zijn de bepalingen van
EU-recht en horizontaal werkende bepalingen uit mensenrechtenverdragen ook wettelijke plichten ex
art. 6:162 BW. Deze kunnen tevens een afwegingskader bieden voor vaststelling van wat volgens
ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt art. 6:162 BW (= constitutionalisering
privaatrecht).
3
, HR Wrongful Birth
Indien een arts een medische fout maakt, die hem toe te rekenen valt, is hij aansprakelijk voor alle
vermogensschade die in zodanig causaal verband staat met die fout. In dit arrest wordt omschreven
wat er precies wordt verstaan onder het begrip vermogensschade.
De kosten voor verzorging en opvoeding van een kind kunnen aangemerkt worden als
vermogensschade waarvoor een arts bij een medische fout aansprakelijk kan zijn. Indien de vrouw
door de zwangerschap en de geboorte van het kind inkomsten mist, kan dit ook aangemerkt worden
als vergoedbare schade..
HR Jeffrey
Een jongen van 3 heeft een bewegingsstoornis en krijgt speciale zwemtherapie onder begeleiding van
een specialist aan de UvA in het zwembad van de UvA. Dit gebeurt onder aanwezigheid van
therapeut en moeder. Na afloop van het zwemmen gaan moeder en kind afzonderlijk douchen,
waarna het kind in het zwembad valt en verdrinkt. De ouders stellen ziekenhuis aansprakelijk
waaronder de therapie viel. Ze willen een verklaring voor recht dat ziekenhuis aansprakelijk is +
€2.500 euro schadevergoeding (LAAG). Het ging echt om de verklaring voor recht dat er
aansprakelijkheid is in het belang van het verwerken van het verlies van hun zoontje. Het hof verklaart
de ouders niet-ontvankelijk, omdat rouwverwerking niet een van de doelen is van
aansprakelijkheidsrecht. Er zou onvoldoende belang zijn voor de ouders in de vordering. Maar wat is
voldoende belang, is dat alleen financieel belang?
HR: verwerpt cassatieberoep. Een zuiver emotioneel belang is geen voldoende belang.
Voor een voldoende belang art. 3:303 BW is meer nodig een financieel, zakelijk belang daar
waar het gaat om slachtoffer en dader
Soms worden niet-financiële belangen wel aanvaard, denk aan een straatverbod wegens privacy
In deze casus echter niet, omdat het hof anders had moeten uitzoeken wie verantwoordelijk was
voor het verdrinken van Jeffrey (misschien zelfs moeder?)
HR wilde een dam opwerpen tegen nietszeggende vorderingen
HR Baby Kelly
Baby Kelly wordt geboren in 1994 en komt ter wereld met zware geestelijke en lichamelijke
beperkingen n.a.v. een aangeboren chromosomen afwijking. Er bestond achteraf een verhoogde kans
in de familie op deze afwijking wegens haar neef én moeder had al eerder een miskraam gehad.
Moeder heeft dat tijdens zwangerschap aan verloskundige verteld. De verloskundige had een
vruchtwaterpunctie kunnen doen, maar heeft dan niet nodig geacht. Als ze dat wel had gedaan, was
afwijking geconstateerd en hadden ouders de keuze gehad zwangerschap voortijdig af te breken (en
dat hadden ze dan ook gedaan). Nu dat niet is gedaan, worden ouders geconfronteerd met de
gevolgen + het leed van Kelly zelf. Kelly blijkt na 2 jaar ook autistisch te zijn, herkent ouders niet, kan
niet lopen, ziet slecht en wordt opgenomen in ziekenhuis. De moeder van Kelly wordt opgenomen in
een psychiatrische instelling. Ook dit bracht kosten met zich mee. Ouders Kelly brengen vordering in
waarin ze kosten willen verhalen op verloskundige en ziekenhuis = een wrongful life vordering
(onrechtmatig leven). Het gaat hierbij om een vordering tot schadevergoeding vanwege het feit dat
een kind is geboren met beperkingen en die beperkingen zijn toe te schrijven aan een fout van een
beroepsbehandelaar. Het gaat in casus echter om een informatiefout, en niet om een kunstfout.
Ouders Kelly zijn niet geïnformeerd over de afwijking, terwijl die wel had moeten worden vastgesteld.
Wrongful life vordering moet worden onderscheiden van wrongful birth, waar het gaat om een kind dat
geboren wordt zonder beperkingen, maar niet geboren had mogen worden wegens een fout die is
gemaakt wegens sterilisatie of anticonceptie (en er toch een kind wordt geboren). Onderscheid is
belangrijk van baby Kelly, omdat zij aangeboren afwijkingen had. Wrongful life kan worden ingesteld
door de ouders (die schade leiden door de fout) en het kind zelf (als dat volwassen is en anders
vertegenwoordigd). Het kind kan zelfs een vordering instellen tegen de ouders, als ouders er bewust
voor hebben gekozen het kind geboren te laten worden terwijl ze wisten van beperkingen. In geval
van Kelly is het ziekenhuis (en verloskundige) aangesproken door de ouders én door Kelly zelf. In dit
geval was er sprake van contractuele aansprakelijkheid. Moeder had een
medischebehandelingsovereenkomst art. 7:446 BW met ziekenhuis/verloskundige. Is er een
toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een opeisbare verbintenis? Mogelijk is er recht op
schadevergoeding indien daardoor schade is ontstaan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tanishavanaalst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.68. You're not tied to anything after your purchase.