100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie (1300PSWSOC) - Geslaagd! $6.66   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie (1300PSWSOC) - Geslaagd!

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting biedt een weergave van de belangrijkste concepten en theorieën binnen de sociologie. Gebaseerd op het handboek, colleges en eigen notities. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen wat van de prof komt en wat mijn eigen notities zijn.

Preview 4 out of 38  pages

  • Yes
  • October 2, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Sociologie
1 Sociologische verbeelding
1.1 Het ‘sociologisch bewustzijn’ is tamelijk recent
Astrologie/ astronomie  natuurkunde  biologie  17de E: psychologie  18de à 19de E: sociologie
 verafgelegen zaken zijn makkelijker om wetenschappelijk te benaderen

Sociologie onderzoekt: sociale voorwaarden waaronder men ‘mens’ wordt
 Alles wat typisch menselijk noemen (Bv geest, redelijkheid, moraliteit…)
 mens te danken aan sociale verbanden waarin hij leeft

1.2 De sociologische verbeelding onstond in crisistijden
onspruit aan crisisbesef
Onderwerp sociologie beetje bijzonder is  moeilijk te objectiveren
Taal is middel om te communiceren maar ook het middel om te denken!!
Tussen u en uzelf zit die taal!!

‘Tijdperk van sociologie’ lang gewacht:
1) Geen ‘natuurlijke distantie’ ts individuele mens en maatschappij
vb menselijk lichaam/ getemde honger honger gevoel w getemd en sluitspier w
overgenomen door de maatschappij  sociale druk
geestelijk: taal aanleren
lichaamelijk: zindelijk worden  maatschappij zit zo diep in ons da je die er moeilijk uitkrijgt!

o Zichzelf niet makkelijk tot obj v wets maken
o Moeilijk om afstandelijke, objectieve houding aan te nemen t.o sl

2) Sociologie ontluistert (nood aan democratie) en wekt weerstand op
o socioloog als ‘ontdekkingsreiziger in eigen samenleving’
socioloog onderzoekt  komt soms tot niet leuke vaststellingen
vb onderzoek: onderwijssysteemt “geeft iedereen de kans op gevormd te worden”
 onderwijssyteem is machine van ongelijkheid (repoductiemechanisme van ongelijkheid)
kan dus enkel in democratische samenlevingen gezegd worden

 sociologie en democratie zijn beetje samen opgekomen
 Franse revolutie!!

Ontluister= wegnemen v/d luister  neemt gorduintje weg

o vb. Montesquieu (1698-1755) Lettres persanes
vernuftige manier gevond heeft om iet te zeggen over eigen sl zonder mensen tegen
hoofd te stoten
 perzische brieven over Parijzenaars versturen naar eigen land
ontedekkingsreizeger in eigen sl

o Montesquieu, L’Esprit des lois (1748)
o vb. William Du Bois (1868-1963)
voornamelijk over de zwarte, dingen die de dominante witte mensen niet zien

, o THE GREAT TRANSFORMATION
‘Twee Revoluties’? (K.Polanyi) of waren er meer?
samengaan van politieke revoluties en industriële revoluties
 abrupte veranderingen
beheersing van het vuur
ca. 0,5 tot 1,5 miljoen jaar geleden
vuurbehersing: belangrijke stap in wereld
 mens gegeten door dier naar dier opgegeten door de mens
agrarisering - “neolithische revolutie”
12.000 jaar geleden begonnen
Neoletische revolutie: niewe stenen tijdperk mens kon grotere voorraden aanleggen

industriële revolutie (2de helft 18de eeuw) en politieke omwenteling (Franse revolutie)
!! geleid tot manier v denken die onze neus gedrukt heeft op bestaan v/d maatschappij


Informatie- of netwerkmaatschappij
Gaat heel snel

Analytisch= ergrens op inzoomd en de onderdelen ervan blootlegt (de dingen uit elkaar halen)

NEOLITISCHE REVOLUTIE INDUSTRIELE REVOLUTIE politiek: waar ligt macht/gezag/autoriteit
clan- landbouw- industriële 1) heel wisselend (mensen hebben velen rollen)
maatschappij maatschappij maatschappij 2) gespecialiseerde mensen die zich bezighouden met
strijders (boeren of strijders)  landbouwers zijn
politiek stam landbouwstaat democratische staat conservatief
3) tijstip van macht w afgebakend  ingebakken
autoriteit charismatisch; traditioneel; rationeel-legaal; vernieuwingsdrift
(de klassieke termen van Max Weber)

gezag gebaseerd op gebaseerd op gebaseerd op regels techniek:
charisma) afstamming en procedures 1) passen zich aan (rondtrekken) “hier geen eten?, dan ergens
anders kijken”
techniek aanpassing aan de domesticatie van de beheersing 2) domesticatie= dat je de regels van huis oplegt aan de
natuur natuur van de natuur natuur  natuur moet zich beetje vormen aan ons
3 ) wij ontwerpen de natuur, natuur maken
wonen nomadisch sedentair: dorp megalopolis
en stad Economie:
1) alles wat verzameld werd onmiddellijk geconsumeert
clan- landbouw- industriële (dus ze waren er N slecht aan toe
maatschappij maatschappij maatschappij VAN 1  2: Op eerste zicht lijkt vooruitgang, maar
werkuren…
economie overlevings- begin geldeconomie; kapitalisme;
economie verhandeling zeldzame verhandeling alle 2) geld als middel om te ruilen ruilen  wil produceren
(specerijen…) en soorten goederen VAN 2  3: aantal werkuren 12/13u
primaire goederen (graan) 3) goederen produceert als middel om meer geld te
verdienen  kapitaal verhogen  produceren in optimalen
van winst: veranderingen van producten
recht gewoonterecht; gewoonterecht; burgerlijk recht;
charterrecht; grondwetten
strafrecht burgerlijk recht Recht:
1) gewoonterecht
wereld- animistisch; magisch; filosofisch-godsdienstig; wetenschappelijk; 2) schrift uitgevonden  schachterecht grote continuïteit
beeld mythisch; mondelinge & multimediaal; 3) recht is heel uitgebreid, burgerrecht + grondwet
mondelinge traditie schriftelijke traditie wetenschap grondwet= vanuit idee dat je sl kunt bouwen door de
grondbeginselen ervan vast te leggen in wetten

Wereldbeeld:
1) animistisch (= geloof dat dingen bezield zijn)
2) 1e kosmologieën, ‘alles heeft zijn natuurlijke plaats inc
mensen’ (kennis van generatie naar generatie’
3) wettenschappelijk wereldbeeld  kennis gewantrouwd,
wereld streeft naar falsificatie

veel voorruitgang, maar bij economie eig terugval

, o De sociologische verbeelding begint met het besef dat de maatschappij bestaat en verandert,
en dat men die veranderingen enkel kan verklaren door de eigenschappen van het menselijk
samenleven.
Hoe zit die sl in elkaar?

1.3 Sociaal probleem als bron van sociologische verbeelding
Waarom iets als sociaal probleem wordt gezien, hangt af van een aantal factoren. Het is de uitkomst
van sociale definiëring door individuen en groepen.
klimaat als sociaal probleem? Migratie als sociaal probleem?

1.3.1 Wat is een sociaal probleem?
 objectief aspect moeten k vaststellen
 subjectief aspect je moet dat ervaren, bv als probleem ervaren
 collectief aspect het moet worden ervaren w als problematisch en genoeg mensen moeten
het problematisch vinden
 oplosbaarheid in principe oplosbaar zijn (klimaat 50 jaar geleden bv niet)
 iets dat in steen gebijteld is, wat opbouwend is, met meningsverschillen toch globaal als
probleem wordt gezien

1.4 C.W. Mills over sociologische verbeelding [The Sociological
Imagination, 1959]
 Het eigene zien als ‘exotisch’ (en omgekeerd) eigene: eigen sl, eige… zien als iets exotisch,
vreemd
vb. Horace Miner over ‘Nacirema’ iets volstrekt normaal gaat hij duiden als ritueel
vb. Ruth Benedict over kannibalisme uiting van respect (kracht v die ander over te nemen)

 Het individuele in verband brengen met het collectieve (en omgekeerd)
vb. Emile Durkheim over zelfdoding anomie: mensen lijden aan normenloosheid (hoe leven)

 Persoonlijke klachten versus sociale problemen ongelijk in sl
vb. tandpijn

1.5 Twee grondleggers (van sociologische verbeelding): Comte
& Spencer
Basisvragen: beide geven antw op deze vragen
Hoe baken je sociologie als wetenschap af?
Hoe verklaar je sociale verandering?
Hoe verklaar je sociale orde?
- Positivisme= soort leer dat vind dat leven moet
ingericht worden van wat de wet ons voorschrijft
Auguste Comte: grondlegger - Vervangt religie door aanbidding van wet.
van sociologie en - Voorlooper van consus denken: gaat vanuit dat sl
kan draaien/ werken als er voldoende
(1798-1857)
positivisme overeenstemming is bij de leden v sl


Herbert Spencer: ingenieur,
evolutiedenker en liberaal - Belang v individu

(1820-1903)

, verschillen in politieke overtuiging : verwantschap ts iemands kijk op de sl en politieke overtuiging
1.5.1 Auguste compte (1798-1857)
1.5.1.1 Sociologie als ‘positieve wetenschap der mensheid’
eigen domein en methode
eerste wetenschappen  veel succes bv newton…
sl zit anders in elkaar  sociologie uitgevonden (houden aan feiten)
1.5.1.2 Wet der drie stadia
1) theologische fase in kinder tijd fantaseer je, werkelijkheid die niet empirisch is
(sterrenbeelden…)
2) matafysische beperken tot zichtbare empirische werkelijkheid
(wat is h gedrag v planeten, sterren) vereenvoudigde manieren om naar werkelijkheid te kijke
3) positieve fase eerst kijken en waarnemen

1.5.1.3 Sociale verandering als vooruitgang der rede
overagang van 1ne fase naar andere  rationaliseringsproces

fabeltjes (kind)  grote idealen, grote principes, werkelijkheid proberen te vatten(tiener) 
positieve fase breekt aan (volwassen)

1.5.1.4 Sociale orde als consensus
wrm bestaat een sl en hangt die aan elkaar?
RELIGIE
consensus gebaseerd op:
METAFYSICA (ABSTRACTE IDEEËN)

POSITIEVE WETENSCHAP


ORDEM E PROGRESSO ORDE (CONSENSUS) EN VOORUITGANG (DRIE STAPPEN)

1.5.2 Herbert Spencer (1820-1903)
1.5.2.1 Sociologie als wetenschap v/d sociale evolutie
Spencer “sociolige als wet. die zich bezighoudt met evolutie”

Evolutie in de kosmos:
van
ongedifferentieerd, homogeen en ongegeïntegreerd (losse elementjes)
naar
gedifferentieerd, heterogeen en geïntegreerd, (verschillend en tot grotere gehelen)

zet zich voort in de evolutie van de maatschappij

sociale evolutie ook evolutie maar bij mensen sl.en
1.5.2.2 sociale verandering als evolutie
 Wet van de evolutie overal geldig
 evolutie voortgestuwd door groei

1.5.2.3 Sociale orde als evolutie
 leidt tot structurele differentiatie
 gaat gepaard met functionele specialisatie
vb. human emryonic development elke deel heeft eigen functie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eviclaes. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.66
  • (0)
  Add to cart