Samenvatting voeding & gezondheid. Gegeven door prof Matthys & Meulemans in de Master Klinische BMW. De essentiële zaken en begrippen te kennen voor het examen. Combinatie van de powerpoints/slides en notities uit de les. Door dit te studeren behaalde ik een 14/20.
WHAT IS NUTRITION
= complex & veelzijdig wetenschappelijk domein dat aangeeft hoe stoffen in voedingsmiddelen essentiële voeding leveren
voor het behoud van leven
Link voeding & gezondheid
Optimum nutritie Undernutrition Overnutrition Malnutritie
= correcte voeding = te weinig voeding = teveel voeding/energie = genoeg voeding maar tekort aan aan
nutriënten, double burden
→ goede groei & → ondervoeding → overvoeding → overnutrition van macro & onder
ontwikkeling → vertraagde groei & → energie disbalans, meer nutritie van micro
ontwikkeling risico op obesitas, kanker, → meer risico infectieziekten
→ fysieke als mentale cardiovasculaire
ontwikkeling vertraagd aandoeningen
→ gedaald immuunsysteem
Onderzoek leeftijd versus sterfte door bepaalde aandoeningen
- Jonge leeftijd veel sterfte door: nutrificiële deficiëntie
- Latere leeftijd (50 jaar): terug meer voeding gerelateerde aandoeningen (cardiovasculair, tumoren, diabetes,
musculair) → fractie neemt nog meer toe vanaf 60 jaar
Risicofactoren
- Veel levensstijl gerelateerde dingen: tabak, verhoogde bloeddruk, dieet, alcohol & drugs, hoge BMI (energie
disbalans), cholesterol, hoge gevaste plasma glucose → 6 risicofactoren gekoppeld aan voeding
- Sociale aspect van voeding
= belangrijke link tussen voeding & uitkomst
Link dieet & gezondheid uitkomsten
Exposure: voedingssiname op
dagdagelijkse basis (eten ijzer)
Indicators: effect van voeding in lichaam
(zien verhoogde ijzerstatus)
Surrogate: parameters rechtstreekse
correltatie met bepaalde clincal outcome
(bone mineral density meten)
- Direct effect: arrow 1
- Indirect effect: arrow 4
Intermediate: parameters die waarschijnlijk een link hebben met clincal outcome (cholesterol, bloeddruk bij CVD)
Clincal outcome: ziekte (osteoporose), parameters zijn vaak moeilijk te bepalen
Voorbeeld: groeimelk → aangereikte melk met vitaminen & ijzer → verhoogde ijzer en vitaminen → toont niks aan
gezondheid verbeteren of genezen, maar gewoon duur & ernst bij ziekte verminderen
Mechanisme
- Voeding heeft een link met CVD en dat hier mee biologische mechanismes gepaard gaan
o Lipiden levels
o Bloeddruk
o Systemtische inflammatie: hierdoor minder nuttige micronutriënten opgenomen
o Homocysteïne level: B-vitamines spelen een rol om dit te metaboliseren
Nutritie afhankelijke (genetische) ziekten
Voorbeeld: anemie, osteoporose, artritis, vitamine & mineralen deficiënties, toxiciteit
→ voeding kan een rol spelen, kan behandelen maar ook ondersteunende rol geven
1
, Voorbeeld: diabetes
→ voeding kan geen type 2 diabetes genezen: malfunctie van bètacellen is niet reversibel maar voeding kan steunende
factor gebruiken om risico op cardiovasculaire aandoeningen te vermijden
Voorbeeld: xeroftalmie (risico op mortaliteit verhoogd)
→ chronische insufficiëntie van vit A: graduele uitputting die lijdt tot metabole & genetische malfunctie en verder evolueert
naar gedaalde immuniteit (anemie, gedaalde celdifferentiatie)
Links nutritie & gezondheid
- Belang van gezond voedingspatroon op jonge leeftijd heeft effect op risico’s op latere leeftijd
- Levensstijl & omgevingsafhankelijk
o Food environment: omgeving trein station, werkplaats, alma, snack automaten
o Social environment: bij oma, feestjes (vaak ongezonde hapjes), vrienden & familie
o Living environment: vervoer naar school, staat van fietspaden, veilige looproutes
o Health environment: bij ons minder belangrijk, maar belangrijker in curatieve setting
Voedingsvezels Polyolen
= onverteerbaar onderdeel = alcoholderivaten van monosacchariden
- Cellulose, hemicellulose, lignine: oplosbaar - Sorbitol
- Hemicellulose, pectine, gommen, mucilagenen - Xylitol
(onoplosbaar) - Mannitol
- Verwerking van deze afhankelijk van: afmeting, - Galactitol
viscositeit, fermenteerbaarheid
Verteerbaar Niet-verteerbaar
Glucose, fructose, galactose, maltose, zetmeel Resistent zetmeel, pectine, betaglucanen,
→ verteerbaar, glycemische KH oligosacchariden → niet verteerbaar, niet glycemische KH
- Afgebroken in dunne darm - Afgebroken in dikke darm
- Afbraak tot glucose - Darmbacteriën
- Voedingsvezels
Bronnen
Glucose Fructose
= dextrose, druivensuiker = fruitsuiker
- Vrij aanwezig in voeding: vruchten, honing, - Vrij aanwezig in voeding: fruit, honing, planten
planten - Productie uit: zetmeel (hydrolyse uit mais &
- Productie uit: zetmeel (hydrolyse uit mais) bacteriële omzetting) of sucrose (industrie)
- Zoeter bij lagere temperatuur
Galactose Sucrose
- Weinig vrij aanwezig in natuur = sacharose, rietsuiker
- Komt vrij bij verteren van lactose - Meest voorkomend disaccharide
- Productie uit: lactose (hydrolytische splitsing) - Vrij aanwezig in fruit & in veel voeding
- Bestanddeel plantaardige polysacchariden - Productie uit: suikerbiet/riet (tafelsuiker)
- Invertsuiker: hydrolytische splitsing in industrie
2
, Lactose Maltose
= melksuiker = moutsuiker
- Aanwezig in zoogdiermelk & zuivelproducten - Verwaarloosbaar als voeding KH
- Tragere vetering dan sucrose - Belangrijk intermediair vertering zetmeel
- Licht laxatieve werking - Productie uit: hydrolyse zetmeel (industrie)
- Bij opwarmen: onverteerbaar lactulose - Vrij aanwezig in kiemen van graan: mout
Fructose Raffinose
Fructose-oligosaccharide (FOS) - Sojabonen, peulvruchten & koolsoorten
- Ajuin & artisjok - Oorzaak flatulentie
Glycogeen Zetmeel
- Suikerreserve mens (dierlijk) = 15-25% amylose + 75-85% amylopectine
- Enkel in (orgaan) vlees, amper aanwezig - Suikerreserve mens (plantaardig)
- Kwantitatief belangrijkste KH in voeding
- Vrij aanwezig in: wortels, knollen, rijst, onrijp
fruit, peulvruchten
- Korrels met specifiek vorm & grootte bij plant
Sorbitol Xylitol
= polyolen = polyolen
- Vrij aanwezig in fruit - Alternatieve zoetstof (industrie)
- Productie uit: glucose (aldosereductase)
- Trage & onvolledige absorptie: voedings-additief
in dieetvoeding, suikervrij snoep
- Oorzaak flatulentie
Spijsvertering
Monosacchariden: rechtstreeks in bloedbaan & via portale circulatie naar lever voor omzetting
- Glucose & galactose: actief transport via Na-kanalen
o Opgenomen in weefsel voor verbranding: ontstaan energie
o Opslag als glycogeen: in lever & spieren, maximaal 1.3 kg (3/4 water & ¼ glucose)
- Fructose: carrier gemedieerd transport, trager (glucose > fructose)
- Polyolen: passieve diffusie, trager
Rest: afbraak tot monosachariden door enzymen
- Zetmeel: in speeksel & pancreas → amylase
o Afhankelijk van opbouw: langzame & slechte verterong.
▪ Partikelafmetingen, amylose/amylopectine ratio, hoeveelheid voedingsvezel
o Enkel verteerbaar na koken
o 10-20% = resistent zetmeel, geen vertering
o Fermentatie door bacteriële flora in dikke darm
o Ontstaan van korte keten vetzuren (SCFA), reukloze gassen, kleine moleculen
- Disacchariden: in dunne darm → disaccharidases (sacharase, maltase, lactase,…)
Rol van KH
- Bron van energie: 4 kcal/g
- Energieopslag: onder glycogeen
- Essentiële energiebron voor CZS
- Anti-ketogeen
- Eiwitsparend effect
- Lactose (sucrose) bevordert intestinale absorptie van calcium
- Productie speciale bestanddelen: ribose & deoxyribose, glycoproteïnen, glycolipiden
- Vorming van niet-essentiële AZ
- Metabool lot: regulatie bloedsuikerspiegel (stijgt 1-2 uur na maaltijd & neemt daarna weer af)
o 4-7 mmol/L of 70-120 mg/dL
o Hypoglycemie: te laag → gluconeogenese start: glucose uit AZ & glycerol, in lever via hormonen
o Hyperglycemie: te hoog
Glycemische respons
- Snelheid van opname: bepaalt door soort eten & drinken
o Lage GI: tragere opname van glucose
▪ Veel voedingsvezels & weinig toegevoegde suiker
o Hoge GI: snelle opname van glucose
- Op basis van vrij glucose: niet op basis van KH structuur
3
, - Bepaling GI%: respons 50g KH portie/respons 50g wit brood
- Beinvloedbare voedingsfactoren:
o Structuur: grove structuur voeding, cellulaire structuren, korrelstructuur zetmeel
o Eigenschappen zetmeel: bereidingswijze, aard zetmeel (verhouding)
o Andere factoren: nutriënten, inhibitoren van amylase of disacharidase
- Glycemic load (GL)= KH gehalte per portie * GI van voedingsmiddel
o >20g: hoog
o 10-20g: middelmatig
o <10: laag
Aanbevelingen
- Totale inname: minstens 55% van totale energiebehoefte
- Voedingsvezels: > 30g per dag
o Verbetering van darmfuncties
o Daling risico: CVD, obesitas, bepaalde kankertypes, infecties & inflammatoire pathologieën
- Inname van KH: graangewassen, peulgewassen, groenten & fruit → voedingsmiddelen rijk aan vezels, essentiële
micronutriënten en antioxidantia
- Verhoogd verbruikt van KG verlaagt vetfractie van globale voedingsinname
- Toegevoegde suikers mogen geen 10% van totale energiebehoefte overschrijden (5% sinds 2015, WHO)
- Vezelrijke voeding:
o Verlicht constipatie → verminderde transittijd, verhoogt stoelgangmassa
o Vermindert diverticulose, diverticulitis, hemorroïden, hiatus hernia, varices
o Cholesterol verlagend effect
Gezondheidsaspecten
- Te weinig KH: spierafbraak
- Te veel KH: verhoogde energie, risico op te weinig eiwitten of vetten
- Cardiovasculaire aandoeningen
o KH rijke voeding verhoogt risico door ongunstig effect cholesterol
- Diabetes type 2
o Geen invloed van KH, risico lager indien veel vezels
- Tandproblemen
o Omzetting van dissachariden in zuur: aantasting tandglazuur & tandweefsel
o Beter met fluoride
- Sport & inspanning
o KH al energieleverancier: max 60-70g/uur
o Snelle anaerobe verbranding van glucose → risico op verzuring
o Aanleg glycogeenvoorraad in spier bij & na langdurige inspanning
- Overgewicht
o Tegenstrijdige onderzoekresultaten
o Invloed van gesuikerde dranken
Speciale KH – intensieve zoetstoffen: aspartaan, sucralose, stevia
- Zoete smaak, met weinig tot geen cal - Voordelen: geen invloed op eetlust, daling
- Gebruikt in: voeding, medicijnen calorie-inname, betere tandhygiëne, geen
- Veilig binnen aanvaardbare dagelijkse inname invloed op bloedsuikerspiegel (diabetes)
Andere KH-gerelateerde
- Probiotica: yoghurt, actimel, yakult - Synbiotica: probiotica + prebiotica
- Prebiotica: ajuin, look - Postbiotica: metabole bijproducten met positief
effect op gastheer
→ klinische relevante effecten: nog niet helemaal duidelijk
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller flowerbiomed. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.05. You're not tied to anything after your purchase.