100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MyEdumundo Algemene Economie Blok 2 samenvatting $8.07   Add to cart

Summary

MyEdumundo Algemene Economie Blok 2 samenvatting

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting van MyEdumundo Algemene Economie Blok 2

Preview 3 out of 17  pages

  • October 3, 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
CE2 samenvatting deel 2

Hoodstuk 1

De macro-omgeving van een bedrijf bestaat uit factoren en ontwikkelingen in de
maatschappij die van invloed kunnen zijn op de afzetmogelijkheden en de keuze van de
doelgroepen.

DESTEP
- Demografische factoren
- Economische factoren
- Sociaal-culturele factoren
- Technologische factoren
- Ecologische factoren
- Politieke factoren

Economische ontwikkelingen bepalen de randvoorwaarden voor het koopgedrag van
consumenten, bedrijven en overheid.
- In tijd van economische groei kunnen consumenten steeds meer goederen en
diensten kopen en in hun behoeften voorzien.
 Het vormt een randvoorwaarden voor bedrijven omdat hun afzet daar afhankelijk van
is.

- In 2008 was er een economische krimp. De bestedingen van consumenten gingen fors
om laag waardoor de afzet daalde.
 Veel bedrijven gingen failliet.

Voor bedrijven is het dus van groot belang om de economische ontwikkelingen op de voet te
volgen. Het is dus erg belangrijk voor ze om verwachtingen met betrekking tot economische
factoren, zoals de economische groei, de werkloosheid et cetera, te kunnen inschatten.

Factoren die van invloed zijn op de consumptie van individuele huishoudens (B2C):
1. De koopkracht (= het reële inkomen);

Nominaal inkomen: uitgedrukt in geld.

Inflatie: betekent een stijging van het algemene prijspeil van goederen en diensten. Door
prijsstijging daalt de waarde van het geld. Voor hetzelfde bedrag kan er minder uitgegeven
worden.

Koopkracht = reële inkomen: de hoeveelheid goederen en diensten die met dat nominale
inkomen kan worden gekocht.
 Door een verlaging van de loon en -inkomstenbelasting zal het reële inkomen stijgen.
 Als het reële inkomen stijgt is er meer vraag nog goederen en diensten. (Het kan ook
leiden tot een dalende vraag).

2. De rentestand

,De rentestand heeft betrekking op het bedrag dat moet worden betaald over een lening.
- In de EU staat de officiële rente vast.

- Bij een hogere rentestand zullen consumenten minder geneigd zijn om consumptieve
kredieten en hypotheken af te sluiten en zij zullen dus minder gaan besteden.
- Een renteverhoging maakt het interessant om te gaan sparen.

3. Het consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen is een indicator die informatie geeft over het vertrouwen en
de verwachtingen van consumenten ten aanzien van de ontwikkelingen van de Nederlandse
economie.
- Een laag consumentenvertrouwen vertaalt zich in een afwachtende houding.

4. De vermogenspositie (spaargeld, aandelen, huis, pensioen)

- Iemand die veel spaargeld bezit heeft meer mogelijkheden tot besteding.
- Als een consument aandelen in bezit heeft en deze verliezen waarde, dan voelt hij
zich armer en zal dit zijn besteding negatief beïnvloeden.
- Hetzelfde geld als huisprijzen dalen, huizenbezitters worden voorzichtiger met grote
aankopen.
- Onzekerheid over het pensioenbedrag dat een consument gaat ontvangen in de
toekomst zal nu al leiden tot minder besteding.

5. Mogelijkheid tot lenen
Indien een consument meer mogelijkheden krijgt om kredieten (leningen) af te lsuiten dan
geeft hem dat meer mogelijkheden om te besteden.

Economische factoren: B2B
In de B2B-markt is het van belang om te weten hoe de bestedingen van bedrijven (=
investeringen) zich ontwikkelen.

De belangrijkste facotren die van invloed zijn op de investering van individuele bedrijven zijn:
1. Afzetverwachting

- De belangrijkste prikkel om te gaan investeren is voor een ondernemer de
verwachting dat de investering winst zal genereren.
 De afzetverwachtingen zijn goed.

- Op het moment dat de afzetverwachtingen slecht zijn, zal de ondernemer
terughoudend zijn met investeren.

2. De beschikbaarheid van risicokapitaal

- Een ondernemer kan pas investeren als er voldoende risicokapitaal beschikbaar is. Dit
kan hij genereren uit ingehouden winsten of uit geleend geld.

, 3. De rentestand

- Een hogere rentestand maakt lenen duurder; daardoor leidt een hogere rente tot
minder leningen.
- Hogere rente remt investeringen.

Hoofdstuk 2:

2.1 Bruto binnenlands product en economische groei.

- Een lagere economische groei leidt tot een lagere groei van het inkomen.
- Lagere bestedingen leidt tot een lagere groei van het inkomen.

BBP = Bruto Binnenlands Product: de totale productie van goederen en diensten van een
land.
 Optelsom van de productie van bedrijven en van de overheid.

- Product = inkomen:
 Het reële product is gelijk aan het reële bruto-inkomen.

Economische groei: de groei van het reële BBP
Recessie: als de economische groei minstens twee kwartalen achter elkaar negatief is.
 Een recessie kan uitmonden in een economische crisis.

Nominale BBP: het BBP in geldeenheden.

Het BBP wordt bepaald door de aanbod- en door de vraagkant van de economie.

2.2 aanbodzijde van de goederenmarkt.

De aanbodkant van de economie bepaalt de productiecapaciteit (de maximale productie die
kan worden bereikt). = het maximaal te bereiken reële BBP.

Personen of instellingen die de productiefactoren leveren worden daarvoor betaald.
- De beloning van arbeid is loon
- De beloning van kapitaal is rente en van kapitaalgoederen is huur
- De beloning van natuur is pacht
- De beloning van ondernemerschap is winst

Voorbeelden:
- Als de omvang van de beroepsbevolking toeneemt, dan neemt de kwantiteit van de
factor arbeid toe en kan er meer worden geproduceerd.
- Als er meer geld wordt besteed aan onderwijs, dan neemt de kwaliteit van de factor
arbeid toe en kan er meer worden geproduceerd.
- Als de netto-investeringen toenemen, dan neemt de kwaliteit/ kwantiteit van de
productiefactor kapitaal toe en kan er meer worden geproduceerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottethoolen29. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80435 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07
  • (0)
  Add to cart