Samenvatting van de hoorcolleges, de Campbell hoofdstukken, practica en Mastering Biology modules van het vak Biologie van Dieren.
Onderwerpen: Epitheel- en steunweefsel, spierstelsel, zenuwstelsel en signaaltransductie, hersenen.
Samenvatting Hoofdstuk 12 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 8 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 7 van Biology a Global Apprach 11th edition
All for this textbook (58)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Biologie van dieren (BB1DIER05)
All documents for this subject (115)
1
review
By: maya2001 • 3 year ago
Seller
Follow
ameliathompson99
Reviews received
Content preview
Biologie van Dieren 2019-2020
Deeltentamen 1
Inleiding
Homeostase = de conditie waarin een dier zich het meeste prettig voelt. Het afstemmen van
een intern milieu op het externe milieu binnen bepaalde grenswaarden.
- De juiste hoeveelheid voedsel
- De juiste pH van het bloed
- Genoeg suiker in het bloed
Handhaving gaat dmv negatieve/positieve feedback, regulatie door zenuwstelsel, endocrien
systeem en immunsysteem, en gedrag speelt ook een rol.
Is er geen homeostase, dan kan dit leiden tot het ontstaan van ziekten, of tot dood.
Prikkel → sensor → controlecentrum → respons
Epitheel- en steunweefsel
Weefsel = als de cellen die het vormen allemaal
dezelfde oorsprong hebben en dezelfde functie.
Voor het epitheel geldt dat alle cellen op basale
lamina ligt (laag levenloze stof).
Het zenuwstelsel ontstaat uit ectodermaal weefsel. De
spieren en het steunweefsel ontstaan uit het
mesoderm. Het epitheel ontstaat uit ectodermaal,
mesodermaal en endodermaal weefsel.
Epitheelweefsel = bedekt het lichaamsoppervlak- of
holte. Het bestaat uit 1 of meer lagen. Het kan diverse
celvormen hebben, met basale en apikale kant (kant die
contact heeft met de buitenkant).
Functie in:
- Bescherming (huid),
- Absorptie (spijsverteringskanaal),
- Filtratie en excretie (nieren)
- Secretie (exocriene klieren)
Afhankelijk van de vorm.
Steunweefsel = ‘connective tissue’. Verbindt lichaamsdelen. Bestaat uit verschillende
celtypen en veel extracellulaire matrix.
Functie in:
- Verbinden en steun
- Bescherming (vetcellen, dermis) en isolatie
- Transport (bloed)
,Endocriene klier = geeft iets naar
binnen af. In dit geval nar het bloed.
Exocriene klier = klier die iets
uitscheidt, bijvoorbeeld speekselklier.
‘Ciliated epithelium’ = epitheel met
cilia, die hiermee iets in beweging
kunnen zetten. Bijvoorbeeld cilia in
de eierstokken die een eicel in
beweging zetten.
Soort Epitheel Functie Waar?
Meerlagig, plat Bescherming huid
Eenlagig, plat Uitwisseling Circulatoir systeem
Longen
Eenlagig, cilindrisch Uitwisseling Spijsverteringssysteem
Oppervlaktevergroting (mbv
microvili) aan de apicale
kant
Eenlagig, cilindrisch en Uitwisseling Nieren
kubisch (bevatten veel Oppervlaktevergroting (mbv
mitochondriën) microvili)
Kubisch → produceren
Trilhaarcellen (cilia) Transport Oviduct
Trachea
Het ontstaan van klieren
1. Epitheelweefsel gaat delen. Ze gaan het
onderliggende weefsel in en vormen een
klompje cellen.
2. Als de cellen uit elkaar gaan wijken, vormt er
een buisje. Er is hierdoor een verbinding
tussen wat meer kubische epitheelcellen en
de buitenkant → Exocriene klier
3. Wanneer de verbinding naar buiten
verbroken raakt, en de producerende
epitheelcellen contact maken met de
bloedbaan → Endocriene klier
, Stevige cel-cel contact is noodzakelijk.
- Tight junctions = Ondoordringbare verbintenis. Houden cellen stevig tegen elkaar
zodat er niks tussen de cellen door kan gaan.
- Desmosoom = Verankering. Bijvoorbeeld gladde spiercellen en hartcellen dat ze aan
elkaar vast zitten.
- Gap Junctions = laten 2 cellen in verbinding staan door kleine moleculen door te
laten tussen de twee cellen.
Verhoornend epitheel = (bijv huid) Aan de binnenkant komen er steeds meer epitheelcellen
bij. De buitenste laag schuift dus steeds een stukje op naar buiten toe. Hoe meer die cellen
naar buiten toe gaan, hoe meer ze keratine opslaan. Totdat de cellen zo vergeven zijn met
keratine dat ze doodgaan.
Meerlagig plat verhoornend epitheel = huid
- Stratum basale = waar celdeling plaatsvindt. Mitotisch actieve cellen.
- Stratum spinosum = verhoornend epitheel
- Statum granulosum = platte cellen vol met keratine
- Statum lucidum = overgang dude en levende cellen
- Stratum corneum = hoornlaag = levenloos materiaal
Steunweefsel ontstaat uit het mesoderm.
Mesenchym = voorloper cellen waaruit alle soorten steunweefsel cellen ontstaan. 4 soorten
Blast → cyt
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ameliathompson99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.