1 Qualita(ve Content Analysis ................................................................................................................... 4
1.1 Wat is QcontA?....................................................................................................................................... 4
1.2 Hoe doe je een QcontA? ......................................................................................................................... 4
2 Thema(c Analysis ................................................................................................................................. 13
2.1 Doel ...................................................................................................................................................... 13
2.2 Wat voor soort data kan ik analyseren met TA? .................................................................................. 13
2.3 Oorsprong ............................................................................................................................................ 13
2.4 Voordelen van TA ................................................................................................................................. 14
2.5 Wat is een thema? ............................................................................................................................... 14
2.6 Manifeste en latente thema’s .............................................................................................................. 15
2.7 Waar komen thema’s vandaan? .......................................................................................................... 15
2.8 Boyatzis’ benadering van TA ................................................................................................................ 15
2.9 Code-ontwikkeling: elementen van een themaRsche code .................................................................. 15
2.10 Types van code-ontwikkeling ............................................................................................................... 15
2.10.1 Theorie-gedreven code-ontwikkeling ......................................................................................... 16
2.10.2 Onderzoeks-gedreven code-ontwikkeling ................................................................................... 16
2.10.3 Data-gedreven code-ontwikkeling .............................................................................................. 17
2.10.4 Hybride-benadering voor code-ontwikkeling.............................................................................. 17
2.11 Analyse fase ......................................................................................................................................... 18
2.12 Voorbeeld van een analyse .................................................................................................................. 18
2.13 Braun and Clarke’s Reflexive of ConstrucRvisRsche TA (CTA) ............................................................... 19
2.13.1 Maak jezelf vertrouwd met de data ............................................................................................ 19
2.13.2 Coderen van data ........................................................................................................................ 19
2.13.3 Het genereren van iniIële thema’s uit codes.............................................................................. 19
2.13.4 Ontwikkelen en reviewen van thema’s ....................................................................................... 19
2.13.5 Verfijnen, definiëren en benoemen van thema’s ........................................................................ 19
2.14 Centrale kenmerken van TA.................................................................................................................. 20
2.15 Belangrijkste verschillen....................................................................................................................... 20
3 Analyse volgens Grounded Theory (GT) ................................................................................................ 21
3.1 Aandachtspunten GT uit cursus methodologie .................................................................................... 21
3.2 Wanneer kan je spreken van GT? ......................................................................................................... 21
3.3 Wanneer pas je GT toe? ....................................................................................................................... 21
3.4 Principes GIQM of een meer prgamaRsche benadering van kwalitaReve data-analyse (KDA) ........... 22
3.5 PragmaRsche, orthodoxe en ‘alles kan’ benaderingen van KDA .......................................................... 22
3.6 Kenmerken van Grounded Theory........................................................................................................ 23
, 3.7 Voor het coderen begint … ................................................................................................................... 23
3.8 Het codeerproces ................................................................................................................................. 24
3.8.1 Fase 1: Reduceren van tekst tot betekenisvolle codes. ................................................................... 24
3.8.2 Eerste fase volgens PPGT ................................................................................................................. 24
3.8.3 Open/IniIeel coderen – verschillen tussen PPGT en CGT ............................................................... 26
3.8.4 Tweede fase: reduceren en integreren van codes ........................................................................... 26
3.8.5 Tweede fase volgens PPGT .............................................................................................................. 27
3.8.6 Axial/Focused coding – verschillen tussen PPGT en CGT................................................................. 30
3.8.7 Derde fase: opbouwen van een gefocuste theorie .......................................................................... 31
3.8.8 Derde fase volgens PPGT ................................................................................................................. 31
3.8.9 SelecIef coderen – matrices ........................................................................................................... 32
3.8.10 SelecIef coderen – pijlenschema’s ............................................................................................. 32
3.8.11 SelecIef coderen – typologieën .................................................................................................. 33
3.8.12 Derde fase volgens CGT............................................................................................................... 34
3.8.13 SelecIeve/TheoreIcal coding – verschillen tussen PPGT en CGT ............................................... 34
,1 Qualitative Content Analysis
1.1 Wat is QcontA?
Een methode die als doel heeft een fenomeen op een betrouwbare manier te
beschrijven in al zijn dimensies en kenmerken door categorieën te identificeren in
tekstuele data op basis van een systematisch codeerproces.
ð Focus op concreet en gedetailleerd beschrijven, minder op het
ontwikkelen van abstracte concepten en verbanden tussen die
concepten (Thematische Analyse) of het verklaren of begrijpen van
een fenomeen (Grounded Theory).
ð Focus QCA is ontwikkeld vanuit een post-positivistisch
denkkader.
ð Ontwikkelen van een nieuw of uittesten van een bestaand
‘codeerschema’ is een centrale doelstelling.
ð Ideaal om een onontgonnen domein te bestuderen of als opstap
voor eventuele verdere analyses op basis van bv. Thematic Analysis
of Grounded Theory.
ð Je onderzoeksvragen worden vastgelegd voor je data verzamelt
en gaan heel sterk je focus tijdens de analyse sturen (≠ GT).
1.2 Hoe doe je een QcontA?
1. Onderzoeksvragen (OV’s) uitschrijven.
2. Steekproef en richtinggevende categorieën (op basis van OV’s) opstellen.
3. Data verzamelen.
4. Kennismaken met de data.
5. Open coderen (initiële codeer fase)
6. Categorieën ontwikkelen (à codeboom).
7. Codeerschema ontwikkelen.
8. Trial coding.
9. Alle data coderen
10. Resultaten uitschrijven
1. Onderzoeksvragen uitschrijven
Open, specifieke vragen die peilen naar rijke beschrijving:
ð Ervaringen en percepties
ð Dagdagelijkse fenomenen
ð Héél geschikt voor exploratief onderzoek/nieuwe theoretische
context
Voorbeeld: Hoe hebben kansarme ouders thuisonderwijs ervaren tijdens de eerste
Covid lockdown?
ð Welke uitdagingen hebben kansarme ouders ervaren?
ð Hoe gingen ze om met deze uitdagingen?
ð Wat zijn de hulpbronnen waarvan kansarme ouders gebruik
maakten?
Data = interview transcripts.
Onderzoeksvragen van toepassing op verschillende soorten data
• OV: Welke waarden worden door cartoons uitgedragen?
• Data = Cartoons: ‘Little Orphan Annie’ (1924 – 1968)
4
, 1. Wie zijn Annie's (de hoofdpersoon van een Amerikaanse krantencartoon) vrienden en
vijanden?
2. Wie van de vijanden raakt gewond of gedood?
3. Wat zijn de doelen die Annie en haar vrienden goedkeuren?
4. Hoe gaan die personages hun doel(en) bereiken?
Deze specifieke kwalitatieve inhoudsanalyse toonde aan dat de cartoonist duidelijk
voorstander was van een conservatief, Christelijk middenklasse-ideaal; iets dat via
illustraties en tekst werd overgebracht.
2. Steekproef en richtinggevende categorieën.
Doelgerichte steekproef:
ð Theoretisch relevante heterogeniteit toelaten.
ð Beperkte omvang: pragmatisch en kijk wat andere studies doen.
Bv: Ouders in kansarmoede en thuisonderwijs tijdens Corona:
ð Definiëren en afbakenen: Wat is een kansarme ouder? Welke
gezinstypes zijn belangrijk om de ervaringen van kansarme ouders
te begrijpen? Welke kenmerken worden uitgesloten van het
onderzoek?
ð De grens van kansarmoede wordt vastgelegd op 1100 euro
gezinsinkomen per maand. Enkel gezinnen die onder deze grens
zitten komen in aanmerking voor het onderzoek.
ð 20 interviews met kansarme ouders waarvan de helft alleenstaande
ouders zijn en de andere helft bestaat uit twee ouder gezinnen.
Richtinggevende categorieën
Je gaat op basis van je OV’s en eventueel de literatuur vaak op voorhand al enkele
abstracte categorieën aanduiden waarvan je denkt dat ze ook relevant zijn in het
coderen van je data.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bnugre123nb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.74. You're not tied to anything after your purchase.