Begrippenlijst kwantitatieve
methoden in het pedagogisch
onderzoek
BEGRIP VERKLARING
Afhankelijke variabele De te verklaren variabele
Bv. prestatie is afhankelijk van motivatie dus prestatie
is de afhankelijke variabele
Aselecte trekking Het toeval bepaalt welke elementaire eenheden in de
steekproef getrokken worden
Betrouwbaarheid Als het bij herhaalde toepassing op dezelfde,
onveranderde elementen dezelfde waarde van de
variabele als meetresultaat oplevert.
Er zijn altijd toevallige fouten die afwijkingen
veroorzaken. Des te kleiner deze afwijkingen, des te
hoger de betrouwbaarheid.
Biased-viewpoint effect Selectieve perceptie en interpretatie van de
onderzoeker.
Bij een interview komt dit vaak voor.
Binnen-subject-design (within – subject)
Een voorbeeld van een intern valide design.
De opzet van deze designs is zodanig dat men er over
het algemeen uit kan afleiden of de variabele waarmee
gemanipuleerd is, wel of geen invloed heeft op de
afhankelijke variabele(n). bij een within-
counterbalancing design krijgt elk onderzoekselement
elke conditie minimaal 2 keer.
Blindering onderzoek Dubbel-blind procedure
Is een soort van standaardisatie bij experimenteel
onderzoek. Dit is echter vaak niet mogelijk bij
pedagogische onderzoek. Deelnemers en onderzoekers
weten bij blindering beiden niet wie er onderzocht
wordt.
Booleaanse operatoren Worden gebruikt om gerichter te zoeken binnen een
database
Bv. AND/OR/NOT/NEXT/NEAR
Buitenexperimentele factoren = storende factoren
Bij elke experiment kan de oorzaak gelegen zijn in
andere factoren dan de factor waarvan we het effect
wilden vaststellen. Deze andere factoren worden
buitenexperimentele factoren genoemd.
Case study Intensieve, kwalitatieve, explorerende studies naar de
cultuur en structuur van een bepaalde groep of
, collectiviteit.
Men kiest ervoor om 1 geval van een verschijnsel
diepgaand te onderzoeken.
Causaal model Conceptueel model waarbij de onafhankelijke variabele
de afhankelijke variabele beïnvloedt.
Causaal vergelijkende studie Het vergelijken van effecten twee interventies zonder
zelf manipulaties uit te voeren. Geen randomisatie,
waardoor effecten toe te schrijven zijn aan wie in welke
groep zit, bv. welbevinden van peuters in crèche versus
onthaalmoeder.
Causaliteit Samenhang tussen oorzaak en gevolg. De oorzaak gaat
altijd vooraf in de tijd en er zijn geen storende factoren
die het verband tussen oorzaak en gevolg kunnen
verklaren.
Citeren De woorden van iemand letterlijk weergeven.
Clustersteekproef Een populatie is verdeeld in primaire eenheden. Deze
bestaan uit een aantal secundaire eenheden. In plaats
van een steekproef te trekken uit de secundaire
eenheden kan de onderzoeker ook een steekproef
trekken uit de primaire eenheden.
Conceptueel model Het is een theoretisch kader waarin we theoretische
gegevens plaatsen.
In zo’n model ontwikkelt de onderzoeker een aantal
ideeën over het te onderzoeken probleem.
Het gaat hierbij om ideeën over het
onderzoekselement, variabelen en hypothesen.
Concurrente validiteit Als men ter validering een criterium in het heden of
verleden kiest.
Congruente validiteit Als criterium een reeds bestaand meetinstrument
gebruikt, waarvan vaststaat dat het een soortgelijke
eigenschap die gemeten moet worden op geldige wijze
meet.
Consort CONsolidating Standards Of Reporting Trials: een
checklist om data te beoordelen op hun bruikbaarheid
in experimenteel onderzoek (naast STROBE bij
correlationeel onderzoek).
Contrabalanceren De volgorde van de condities afwisselen in een
experiment om het effect van volgorde te elimineren.
Controle variabele Zijn variabelen die een onderzoeker gebruikt om een
vergelijkbare groep te formeren/vormen.
Hij wil de garantie hebben dat de groepen die de
onderzoeker wil vergelijken niet verschillen in de
controle-variabele.
Controle-effect Hiervan is sprake als de onderzoeker onbedoeld het
proces beïnvloedt.
Coverte observatie Observatie waarbij de observator zich niet bekend
maakt. Dit gebeurt vooral in participerende observaties
, waar de observatie gebeurt in een natuurlijke setting
en is dan ook ongestructureerd.
Criteriumvaliditeit Bij dit type validering wordt een meetinstrument als
valide beschouw als de scores erop samenhangen met
de scores die de respondenten behalen op een extern
criterium.
Cronbach alfa Maat voor samenhang en dus betrouwbaarheid.
Cross-sectioneel onderzoek Wordt toegepast bij correlationeel onderzoek. In een
cross-sectioneel onderzoek worden gegevens
verzameld op één meetmoment. De samenhang tussen
twee variabelen wordt weergegeven door ofwel: een
kruistabel, associatiematen of de
centrale tendensie.
Databank Uitgebreide verzameling van allerlei bronnen.
Verzameling van ruw materiaal dat niet met het oog op
ordening geproduceerd is.
Deductief model We hebben een bepaalde theorie en leiden daar een
bepaald idee uit af (theorie dataverzameling en -
analyse onderzoeksstrategie observatie).
Demand characteristics Subtiele dingen waardoor de deelnemers aan het
experiment de
indruk krijgen welke uitkomst de onderzoeker van het
onderzoek verwacht. Dit kan een invloed hebben op
hoe ze zich gedragen.
Derde variabele probleem We spreken van een derde variabele probleem bij
correlationeel
onderzoek, wanneer de samenhang tussen X en Y
verklaard kan worden door een andere variabele. Door
deze variabele kunnen er drie dingen gebeuren met de
samenhang tussen X en Y:
- De samenhang blijft (de 3e variabele heeft geen
invloed op de samenhang)
- De samenhang verdwijnt (door schijnsamenhang
storende variabele, Z heeft invloed op zowel X als Y of
interpretatie mediator, X heeft invloed op Z, Z heeft op
zijn beurt invloed op Y)
- De samenhang verandert (door interactie moderator,
de samenhang tussen X en Y wordt beïnvloed door de
moderator Z of door subgroep-analyse)
Differentiële overdracht Treedt op wanneer het effect van de volgorde binnen
een binnen-subject-design zich niet gelijk voordoet
voor de condities.
Bv. eerst 16% alcohol drinken en daarna 8% effect
van de 16% kan nog nazinderen.
Doelstelling Een resultaat waar een persoon, organisatie of systeem
naar streeft.
Dubbel-blind procedure Zowel de onderzoekers als de deelnemers aan het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolienvosters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.