alle hoofdstukken horen samen voor een volledige samenvatting te hebben van het vak algemene economie gegeven door professor Jan Bouckaert in de 1ste bachelor HI(B) en tew. Dit document echter is een samenvatting van alle kleine samenvattingen met hier meer focus hoe je oefeningen praktisch moet op...
∆ x wijziging∈hoeveelheid productie ∂ x x
MPl = = = => GP =
∆l wijziging∈hoeveelheid arbeid ∂l l
- PMC f(x1) = x2
o Input afzonderen in beide functies
o Invullen in inputbeperking
o Omzetten in f(x1) = x2 (bv x2 = 16 – 3x1) => grafiek met x1 op x-as, x2 op y-as
- Marktvraag
o Negatief verband prijs (p) – vraag (x) = dalende curve
X(v) = a – bp
o Verschuiving op vraagcurve = prijswijzigingen
o Verschuiving van vraagcurve = bij wijzigingen overige determinanten
Naar rechts = meer vraag voor de zelfde prijs links = minder vraag
Aantal consumenten, inkomen, prijs goed, prijzen andere goederen,…
o Lineaire vraagcurve
xv = a – bp
o Loglineaire vraagcurve
xv = αpβ ln xv = ln α – β ln p
- Marktaanbod
o Positief verband p – x = stijgende curve
o Verschuiving op aanbodcurve = prijswijzingen
o Verschuiven van aanbodcurve = bij verschuiving overige determinanten
Aantal producenten, technologie, productiekosten, prijs goed,…
- Marktevenwicht xv = xa
=> evenwichtsprijs bereken via xv = xa => p invullen in beide functies => snijpunt x v - xa = e
v d xv y
- Inkomenselasticiteit ε y = .
dy x v
o Normale goederen = 0 ≤ ε vy
Y stijgen met 10% => vraag naar normale goederen stijgt < 10% maar positief
Noodzakelijke goederen = 0 ≤ ε vy ≤ 1
Luxegoederen = 1 < ε vy < ∞
Y stijgen met 10% => vraag naar luxegoederen stijgt > 10%
o Inferieure goederen = -∞ < ε vy < 0
Y stijgen met 10% => vraag naar inferieure goederen daalt
, i i
v ∆ xv p j d xv p j
- Kruislingse elasticiteit ε ij= . = .
∆ p j xiv d p j x iv
v
o ε ij <0 complementaire goederen (koffie en koffiemelk)
o ε vij >0 substituten (privé vs openbaar vervoer)
v
o ε ij=0 onafhankelijke goederen (tandpasta en brood)
∆xv
x ∆ x v p dx p
- Prijselasticiteit ε vp=% verandering∈ gevr .hoeveelheid = v = . = .
% verandering∈ prijs ∆ p ∆ p x v dp x
p
=> vraagfunctie afleiden naar p => zoek punt p => zoek x v in dat punt door p in te vullen in
gewone vraagfunctie => formule toepassen (zelfde werkwijze voor andere elasticiteiten)
o |e| < 1: prijsinelastische vraag (hoe verticaler)
Bij prijstoename prijsinelastische vraag => stijging uitgave consument
o |e| > 1: prijselastische vraag (hoe horizontaler)
Bij prijstoename prijselastische vraag => daling uitgave consument
o |e| = 1 : unitair elastisch
Bij prijstoename unitair elastische vraag => constante uitgave consument
a ∆ x a p dx p
o Prijselasticiteit aanbod ε p= . = .
∆ p x a dp x
Positief getal maar daalt wanneer hoeveelheid toeneemt
o Afgeleide uitgaven consument
∂ Xv ( p ) ∂p ∂ Xv ( p ) ∂ Xv ( p ) X ( p)
¿ ∙ p+¿ X v ( p ) ∙ =¿ ∙ p+ ¿ X v ( p ) ¿ ∙ p ∙ v +¿
∂p ∂p ∂p ∂p Xv ( p )
X v ( p )=¿ X v ( p )
(
∂ X v ( p)
∂p
∙
p
X v ( p) )
+1 =¿ X v ( p ) ∙ ( ε pv +1 )
- Overheidsinterventies
o Direct
minimum/maximumprijzen
Maximumprijs => vraagoverschot/tekort
Minimumprijs => aanbodoverschot/tekort
o Indirect
belastingen, subsidies
Belastingafwenteling op consumt: pv – pe voor belasting
Belastingopbrengst: t . verhandelde hoeveelheid (x v)
Netto-ontvangst producent: pa . xv
BELAST
Producent Pa = p v – t
Consument Pv = p a + t
SUBSIDIES
Producent Pa = p v + s
consument Pv = p a - s
, Hoofdstuk 3
- Indifferentiecurve
o Dalend
meer consumptie van 1 nodig om nut constant te houden indien minder van 2
beschikbaar is
o Convex t.o.v. oorsprong
betalingsbereidheid van consument voor extra eenheden van willekeurig goed daalt
naarmate zij er meer van consumeert
Uitzonderingen
perfecte substituten: evenveel nut voor elke combinatie van 1 en 2
perfecte complementen: bepaalde verhouding tussen 1 en 2
Hoe verder van oorsprong = hoe hoger nutsniveau
o 2 indifferentiecurven kunnen elkaar niet raken/snijden
−∆ x 2
o Subjectieve ruilverhouding SV21 =
∆ x1
= subsitutieverhouding goed 2 door goed 1 = helling indifferentiecurve
- Nutfunctie
o Eigenschappen
Ordinale interpretatie: relatieve waarde = betekenisvol
Continu, differentieerbaar
Bijhorende differentiecurven = convex
∂ u( x 1 , x 2 )
∆ x2 MN 1 x1
o Marginale substitutiegraad MSG21 ¿− = =
∆ x1 MN 2 ∂ u( x 1 , x 2 )
x2
- Budgetrestrictie y = p1x1 + p2x2
o Relatieve prijsverhouding van 2 goederen
dx 2 − p1
Helling budgetrechte: =
dx 1 p2
o Grafische variaties
Inkomenswijziging: stijging => budgetlijn verschuift parallel naar rechts
Prijswijziging: duurder => budgetlijn wordt steiler
Promotiestunt
Eerste x aantal eenheden gratis van 1=> budgetlijn verschuift naar rechts
Van de xste hoeveelheid krijg je een korting bij goed 1 => niet lineair
MN 1 p1
- Optimum =
MN 2 p 2
=> inkomensconsumptiecurve ICC (= 45° lijn): f(x1) = x2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller colettetje2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.