H1 HOMO SAPIENS
Homo economicus:
strategische, berekende mens bij wie eigenbelang primeert en die leeft volgens rationele principes
Homo sociologicus:
homo universalis, mens met normbesef en sociale behoeften die samen de basis vormende voor een
maatschappijgerichte wereld
Gedragswetenschappen:
huwelijk tussen rationalisme en empirie, men gaat data gebruiken om een theoretisch kader rond te
bouwen
H2 WETENSCHAPPELIJKE METHODE
Empirisch:
per definitie zichtbaar of meetbaar
Psychologie:
we zoeken wetmatigheden om verklaringen te vinden voor gedrag (theorievorming) ≠ speculatieve
verklaring
H3 EVOLUTIE EN GEDRAG
Adaptatie:
erfelijke eigenschap die toeneemt in een populatie en door natuurlijke selectie tot stand kwam en de
fitness van een individu vermeerdert
Fitness:
kwantitatieve evolutionaire eenheidsmunt, # afstammelingen van individu (dankzij adaptieve
eigenschap) per generatie in vergelijking met # afstammelingen in hele populatie voor die generatie
Inclusieve fitness:
individueel voortplantingssucces + voortplantingssucces van alle verwanten die dezelfde
genen hebben
Competitieve eigenschappen:
voordeel om rivaal uit te schakelen, berust op agressie (bv steenbokhoorns)
Begerenswaardige eigenschappen:
voordeel om als partner gekozen te worden (bv pauwenstaart)
Heritabiliteit (H):
relatieve bijdrage van genetische VS niet-genetische factoren bij het verklaren van variatie in
populatie, niet te reduceren naar individu, niet hetzelfde als genetische controle, kan snel
verhogen/verlagen wanneer omgeving verandert, geeft variatie binnen groep je kan dus geen 2
groepen vergelijken want de oorzaak van de variatie ligt anders (bv intelligentie)
Epigenetische overerving:
erfelijke verandering in functie van genen zonder dat er moleculaire veranderingen in DNA zijn
opgetreden
, H4 BIOLOGISCHE BASIS VAN HET GEDRAG
Zenuwstelsel:
informatieverwerkingssysteem dat info ontvangt (input), verwerkt (troughput) en doorstuurt (output)
Neuronen:
functionele cellen in het zenuwstelsel die informatie ontvangen, evalueren en doorsturen
Neurotransmissie:
actiepotentiaal bereikt eindknop, stimuleert de blaasjes met neurotransmitters zodat die naar
celmembraan migreren, er met samenvloeien en hun inhoud in synaptische spleet vrijlaten en zich er
binden met specifieke receptoren in post synaptische cel
Perifeer zenuwstelsel:
alle zenuwen die het brein met het lichaam verbinden
Somatische zenuwstelsel:
staat onder bewuste controle en verzorgt vooral het bewegen van skeletspieren waarvan we zelf
beslissen of we ze bewegen of niet
Autonome zenuwstelsel:
reguleert inwendige functies in lichaam, zoals gladde spieren die betrokken zijn bij spijsvertering,
ademhaling… de activiteiten gebeuren automatisch en staan veel minder onder bewuste controle
Sympathische divisie: geactiveerd wanneer lichaam uitzonderlijke actie moet uitvoeren
Parasympatische divisie: modus operandus als sympathische systeem niet actief is,
beïnvloedt de organen zodanig dat het lichaam in toestand van rust en herstel kan komen
Beloningssysteem:
circuit met dopamineneuronen, dat een deel in het limbische gedeelte verbindt met een deel van de
cortex en dat actiepotentaal afvuurt wanneer we een beloning krijgen/ verwachten
H5 BEWUSTZIJN
Bewustzijn:
ervaren van prikkels en daar betekenis aan geven, hiervoor zijn hersenen noodzakelijk
Gedissocieerd bewustzijn:
deel van je hersenen staat onder controle van hypnotiseur en de rest functioneert normaal
Fenomenale bewustzijn:
de subjectieve ervaring van de wereld en onszelf
Sensaties:
geven ons een andere blik op het leven en motiveren ons op bijkomende manieren, een bewuste
“zelf” geeft zin aan het leven en maakt het de moeite waard maar het schept de illusie dat we
belangrijk zijn
Percepties:
ze zijn geen afspiegeling van de wereld maar het resultaat van gokwerk over wat er in de realiteit en
in onszelf afspeelt, het zijn gecontroleerde hallucinaties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller colettetje2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.