100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Arbeids- Organisatie- en Personeelspsychologie $7.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Arbeids- Organisatie- en Personeelspsychologie

2 reviews
 163 views  19 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting Arbeids- Organisatie- en Personeelspsychologie. Vakcode: PSBA2-03. Semester 1B van de opleiding psychologie aan de RUG. Gebruikte boek: Landy, F. J., & Conte, J. M. (2017). Work in the 21st century: An introduction to Industrial and Organizational Psychology (5th edition). Bo...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • Yes
  • January 5, 2020
  • 40
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: lottekalk02 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: rikstm • 4 year ago

avatar-seller
Arbeids- Organisatie en Personeels- Psychologie
Hoofdstuk 1
Gardner kwam met de term 'Goed werk': goed werk gaat over een hoog niveau van
expertise en veroorzaakt een zorgvuldigheid over implicaties en toepassingen van een
individueel zijn werk in relatie tot de hele wereld. Deze concepten zijn samengevoegd tot het
'GoedWerk project'. Zorgt ervoor dat werknemers vaardigheden kunnen ontwikkelen en
gebruiken waar anderen weer van kunnen profiteren. Dit is lastig om te hebben, vinden en
behouden omdat je niet alleen goed werk wil doen maar ook in je leven erbuiten om het goed
wilt doen. Soms loop je de kantjes ervan af, dan heet het compromised work.
Authenticiteit; een emotioneel passend, significant, doelgericht en verantwoordelijk leven.
I-O psychologie is een synoniem voor industriële en organisatiepsychologie en wordt ook
werkpsychologie genoemd. Maar het gaat ook verder dan de werkplek zoals hoe 9/11 het
werk van mensen beïnvloedde. Ook de persoonlijkheid van een persoon kan veel invloed
uitoefenen op iemand zijn werkgedrag. De Society for Industrial and Organizational
psychology is een associatie waar veel I-O psychologen bij horen. I-O psychologen halen
informatie uit het gedrag van individuen, groepen en organisaties. I-O psychologen erkennen
de onderlinge onafhankelijkheid van individuen, organisaties en de samenleving en de
impact van bepaalde factoren zoals bv. de toenemende overheidsinvloeden. De I-O
psychologen worden vaak in 3 verschillende 'groepen' geplaatst;
1. Personeel psychologie: vaak gezien als human resource management. Het
gaat over werving, selectie, trainen, prestatie, promotie, transfer en beëindiging
binnen de organisatie. Mensen zijn steeds anders in hun manier van werken en
informatie die ze binnenkrijgen of gebruiken. Dit moet bekeken en onderzocht
worden zodat je het kan voorspellen, onderhouden en gebruiken om
werkprestatie te vergroten.
2. Organisatiepsychologie: combineert de ideeën van de sociale psychologie en
organisatie gedrag. Het gaat meer over de emotionele en motivationele kant van
werk. Het gaat over topics zoals attitude, eerlijkheid, motivatie, stress en
leiderschap en hoe dit zich plaats in het bredere aspect van werk. Kijkt naar de
mate waarin karakteristieken van mensen matchen met de karakteristieken of
eisen van werk
3. Human engineering/human factor psychologie: de studie van de capaciteiten
die mensen hebben in een bepaalde omgeving. Bij personeel psychologie moet je
de beste persoon vinden voor een bepaalde baan. Bij human engineering
psychologie moet je de beste baan vinden voor een bepaald persoon. Hierbij
wordt gebruik gemaakt van cognitieve wetenschap, fysiologie en anatomie.
Scientist-practitioner model: hier wordt de nadruk gelegd op het gebruik van onderzoek. I-
O psychologen helpen organisaties ook om duurzamer te worden. Ones en Dilchert hebben
vijf dimensies van groen gedrag gevonden: conserveren, uit de weg gaan van kwaad,
transformatie, beïnvloeden van anderen, nemen van initiatief. De werknemers deden mee
aan groen gedrag, maar alleen als ze de motivatie ook kregen om dit vol te houden vanuit
hun eigen werkomgeving. Daarnaast focussen de I-O psychologen op het maken van
evidence-based beslissingen in hun werkorganisaties. Hoe kan dit vak jou helpen?
1. Het kan je helpen te begrijpen wat je allemaal kan ervaren in de werksfeer.
2. Helpt je om een baan als leider op je te nemen.
3. Vrienden, familie of ouders helpen met irritaties op werk.
4. Je leert over vaktermen die je mogelijk later tegenkomt of moet gebruiken.

1

,Hoe de wereld is vernaderd sinds 1980 op het gebied van werk: Welfare-to-work
programma: een programma dat ervoor zorgt dat individuen moeten werken en in ruil
daarvoor een subsidie van de overheid krijgen. Telecommunicatie: is een manier van
communicatie tussen en binnen bedrijven. Virtual team: een team dat zich door computers
en andere technologie samen naar een gemeenschappelijk doel werken. 3 van de 5 banen
bieden een ‘service’ in plaats van een ‘tastbaar product’. Steeds meer werk wordt gedaan
door teams in plaats van individuen. Weinig stabiliteit in handelssectoren; je blijft bijna nooit
in 1 organisatie voor de rest van je leven. Werknemers verwachten ondersteuning en
erkenning van organisaties met oog op het creëren van van familie-vriendelijke werkplekken.
Personeel wordt meer divers. Werk is internationaal. Een groot deel van de I-O psychologie
dealt met white-collar-full-time employer mensen. Loughlin & Barling stellen dat het
belangrijk is om de populatie jongvolwassenen niet te vergeten om de volgende redenen:
1. Allereerst representeren zij een groot onderdeel van de populatie jonge werkers,
vooral de parttime werkenden.
2. Iemand zijn eerste baan kan veel invloed hebben op filters door welke mensen
kijken wanneer ze naar ander werk zoeken. Adolescenten worden meer
beïnvloed door hun werk omgeving dan volwassenen worden beïnvloed.
Jonge mensen zijn een belangrijke bron met betrekking tot skills en ervaringen die ze
hebben. Maar de eerst betaalde baantjes die ze hebben zijn vaak niet motiverend of skills
verbeterend en kan leiden tot een negatieve kijk op werk en demotivatie. Blended werken is
of locatie onafhankelijk werken of tijd onafhankelijk werken. Mensen met een sterke behoefte
aan autonomie vinden dit fijn, mensen met een sterke structuur behoefte of relatedness (erbij
willen horen) niet. Wat gebeurde er tussen 1876-1930?
IO-psychologie begint samen met de ontwikkeling van psychologie als wetenschap. Wundt
ontwikkelde de eerste psychologische laboratoria waarin hij onderzoek deed. Ook trainde hij
Munsterberg en McKeen. Munsterberg maakte de eerste vertaling van een Duits naar
Engels wetenschappelijk boek over de IO-psychologie. Hij was één van de eersten die
vermogens van werknemers meet en die koppelde aan werkprestatie. Als laatste probeerde
hij de overheid in Amerika duidelijk te maken hoe belangrijk de I-O psychologie zou zijn voor
de natie zijn economische groei en ontwikkeling, hierdoor ontstond de 'economische'
psychologie. Cattell was één van de eersten die het belang van verschillen tussen mensen
ontdekte als een manier om gedrag te voorspellen. Tijdens de 1ste WO gingen Scott en
Bingham de standford-binet test aanpassen (kon 1 iemand meten) of meerdere mensen
tegelijkertijd te meten: de Army Alpha. Gilbreth paste scientific management van Taylor
toe. Dit idee is gebaseerd op het principe dat er 'beste' en 'meest efficiënte' manieren zijn om
verschillende banen te doen. Dit is gebaseerd op het idee van de 'tijd en beweging
studies'. Dit zijn studies die bepaalde onderdelen van acties helemaal uit elkaar haalden en
dan keken naar de acties los van elkaar, deze onderdelen timeden en keken hoe deze
onderdelen zich beter konden ontwikkelen zodat er meer productiviteit zou ontstaan.
Wat gebeurde er tussen 1930-1964?
Door Mayo veranderde de industriële psychologie. Hij keek nu ook naar de emoties van
werknemers. Hij zei dat er revery obsession aanwezig was bij geestdodend werk in de
fabriek waardoor mensen slechter denken over hun werk. De Western Electric Company
begon met de Hawthorne studies: hoe kan men productiviteit verhogen door de omgeving
te manipuleren, zoals pauzes en werkuren. Op het moment dat er aandacht werd gegeven
aan het werk van de werknemers werd het gedrag van hun beïnvloed. Het Hawthorne
effect genoemd. De resultaten van deze studies werden het begin van een nieuwe
beweging, genaamd de Human Relations Movement. Er werd in deze beweging gefocust

2

,op werkattitudes en de emotionele wereld van de werknemer. Na WOII ontdekten steeds
meer werkgevers dat productiviteit afhankelijk was van attitudes en persoonlijkheid. Dit was
echter ook een makkelijke manier om te discrimineren, met de Civil rights Act of 1964
kwam hier een einde aan. Werkgevers moesten uitleggen waarom ze een bepaalde test
gebruikten en hoe dit in verband stond met het werk wat zij aanboden. Aantal punten over de
evolutie van de I-O psychologie:
1. Mentale mogelijkheden testen hebben altijd al een belangrijke rol gehad in de
praktijk van de industriële psychologie.
2. De meeste industriële psychlogen focussen zich op het verbeteren van
productiviteit en verminderen van counter productief gedrag.
3. Er is een neiging om de drie verschillende branches binnen de I-O psychologie
als niet gerelateerd aan elkaar te zien, en misschien zelfs in competitie met
elkaar, om de industriële gedragingen uit te kunnen leggen.
4. Er werd ook niet goed gekeken naar de individuele werker in plaats van een
groep, organisatie of cultuur.
5. In deze periode werd ‘organisatorisch’ aan industriële psychologie toegevoegd.
Om te benadrukken dat een individu niet alleen op basis van zijn karakteristieken
wordt georganiseerd, maar ook in de organisatie zelf wordt georganiseerd
De American Psychological Association (APA) is de grootste en meest bekende
organisatie voor psychologen. Na 1985 kwamen er veel meer vrouwelijke I-O psychologen
bij. I-O psychologen moeten 3 uitdagingen doorlopen om ervoor te zorgen dat ze
werknemers, werkgevers en de samenleving kunnen blijven helpen.
1. I-O psychologie moet relevant blijven: problemen van vandaag bestuderen.
2. I-O psychologie moet nuttig blijven: zoals het toepassen in de praktijk
3. I-O psychologie moet een basis hebben in de wetenschappelijke methode: er
moeten goede en systematische observaties gedaan worden.
Psychologen zijn vooral geïnteresseerd in de gedragsaspecten van nationaliteit van.
Belangrijk hierbij is cultuur. Dit is een systeem waarin individuen bepaalde betekenissen en
gemeenschappelijke manieren hebben van zien van een bepaald event of object. De
Amerikaanse cultuur wordt als beginpunt gezien door dat daar de eerste onderzoeken ook
werden gedaan. Individuen dragen altijd verschillende culturen en subculturen met zich mee:
culturele mozaïek. Er wordt met veel andere culturen samengewerkt, een nadeel hiervan is
dat bedrijven blijven zoeken waar de laagste lonen zijn voor de meeste winst. Waar ook aan
gedacht moet worden is dat de Westerse landen domineren in globale culturen. Daarom
hebben de meeste multinationals ook een Westerse persoonlijkheid.
Hermans en Kampen kwamen met de West versus de Rest mentaliteit. Dit is de neiging
van onderzoekers om theorieën te ontwikkelen die relevant zijn voor de VS-situaties, maar
minder toepasselijk in andere landen. Psychologen hebben wel geprobeerd
de kleurenblindheidaanpak te gebruiken, maar dit betekent niet dat de verschillende
culturen meer invloed krijgen in het denken van de onderzoekers. Een groot probleem is
expatriate: een manager die in een ander land werkt. Er is veel tijd nodig om deze manager
te laten wennen aan het nieuwe bedrijf en land, en als dit mis gaat kost dit veel geld. Daarom
is expatriate selectie en training nu een booming business. Hofstede beschreef hoe culturen
van elkaar onderscheiden konden worden:
1. Individualisme/collectivisme: is de gemeenschap belangrijker of jijzelf?




3

, 2. Machtsafstand: De afstand die er is tussen de regering/leider en het volk. In
Denemarken en Nederland probeert men deze afstand zo klein mogelijk te
houden, in Noord-Korea en China juist zo groot mogelijk.
3. Vermijden van onzekerheid: De mate waarin mensen uit een bepaalde cultuur
zich comfortabel voelen in een ongestructureerde situatie. Jamaica en Singapore
leven bijvoorbeeld met de dag en vinden onzekerheid niet erg, terwijl culturen
zoals de Griekse en Portugese cultuur juist sterk zoeken naar zekerheid.
4. Mannelijkheid/vrouwelijkheid: In mannelijke culturen, zoals de VS, Japen en
Duitsland zijn prestatie en succes belangrijk. In vrouwelijke culturen zoals
Zweden, Noorwegen en Nederland zijn mensen, relaties en omgeving belangrijk.
5. Lange termijn en korte termijn oriëntatie: de mate waarin leden van een
cultuur onmiddellijke versus uitgestelde voldoening van materiële, sociale en
emotionele behoeften verwachten.
Ook zijn er verschillende redenen waarom managers sensitief om moeten gaan met cultuur:
 Compensatie verschilt sterk tussen culturen, mensen in Westerse culturen krijgen
vaak meer betaald en hebben een hogere hoogst-betaalde individu.
 In collectivistische culturen is het belangrijker om groepsbeslissingen goed te
maken.
 Hoe onderdanige verwachten hoe de leiders leiden en wat ze motiveert.
 Beslissingen wordt in de VS gedaan op basis van vaardigheden, in Japan op
basis van hoe goed de persoon in de groep past
Triandis: Horizontale culturen zijn culturen die een afstand tussen individuen proberen te
minimaliseren. Horizontaal collectivistisch = Israël. Horizontaal individualistisch = zweden,
Australië. Verticale culturen zijn culturen die de afstand tussen individuen accepteren en
ook afhankelijk zijn van die afstanden. Verticaal collectivistisch= China, India, Griekenland.
Verticaal individualistisch = Amerika, Duitsland. Wat alleen bedacht moet worden is dat
Hofstede het gemiddelde van antwoorden van individuen van een bepaald land heeft
genomen. Je hebt dus eigenlijk een theorie over landen, en niet over individuen. Terwijl een
land vaak uit meerdere culturen bestaat.
Hoofdstuk 2
Wetenschap gaat over het begrijpen, voorspellen en controleren van fenomenen die iemand
zijn interesse hebben. Kenmerken wetenschap:
 Wetenschap maakt gebruik van logica en is gebaseerd op een theorie waaruit
hypotheses voorkomen.
 Wetenschap is gebaseerd op data, deze data kan in laboratoria of in de echte
wereld gezocht worden.
 Wetenschap moet communiceerbaar, open en publiek zijn.
 Wetenschap is niet bedoeld om theorieën of hypotheses te bewijzen, wetenschap
is juist bedoeld om deze theorieën of hypotheses te weerleggen.
 Desinterestedness. Dit gaat erover dat wetenschappers objectief, niet
beïnvloedbaar door biases of vooroordelen moeten zijn wanneer ze een bepaald
onderzoek doen.
Door onderzoek is het mogelijk een bepaald model te maken van een theorie, die ons kan
laten voorspellen wat de mogelijke consequenties zijn van het introduceren van dit systeem
of het modificeren van een systeem dat al een tijdje werkt. Al het onderzoek en
bedrijfsstrategieën zijn gebaseerd op één hetzelfde principe: voorspelbaarheid. Theorieën
moeten worden gezien als nuttig of niet nuttig, niet als 'goed' of 'slecht'. Als je begint aan

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roos_r. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66475 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.04  19x  sold
  • (2)
  Add to cart