Vraag 1
Bestudeer het Consultatie initiatiefwetsvoorstel beperking
liquidatieverliesregeling met mijn commentaar in NTFR
2019/1127.
Opmerkingen vooraf: wat gaan ze in dit initiatiefwetsvoorstel voorstellen?/
Wat hebben ze voorgesteld?
Drie extra eisen: temporele eis, kwantitatieve eis en kwalitatief
Temporele eis: binnen 3 jaar na staken onderneming moet je het
liquidatieverlies nemen;
Territoriaal: als je deelneming binnen EU/EER zit mag je een
liquidatieverlies nemen, alles wat daarbuiten zit dan mag je geen
liquidatieverlies nemen.
Kwantitatieve eis: 50%-eis: alleen op grote belangen een
liquidatieverlies nemen. Dit i.v.m. EU-recht: vrijheid van
kapitaalverkeer ziet op kleine belangen en die vrijheid werkt ook
door naar derde landen.
Nu is het zo dat deelnemingen een liquidatieverlies kunnen opleveren,
zodra de vereffening voltooid is kan het liquidatieverlies genomen worden.
Echter kan hier mee gespeeld worden door wel al te liquideren maar nog
niet te vereffenen. Dan kan het verlies worden doorgeschoven naar een
jaar waarin dat verlies nodig is. Deze regeling is ter voorkoming van dit
soort situaties.
Zie in dit kader art. 13 lid 11, aanhef.
Door de kwantitatieve eis van 50% kunnen ze deelnemingen van buiten de
EU buiten sluiten. Belangen van 50% of meer vallen onder de vrijheid van
vestiging en die geldt alleen binnen de EU.
A. Waarom zou het zo kunnen zijn dat Nederlandse
multinationals door het in aftrek brengen van
liquidatieverliezen (en andere kosten) eerder in een situatie
komen waarin ze geen belasting in Nederland betalen dan
bijvoorbeeld Duitse, Franse of Engelse multinationals?
Zoals in het artikel vermeld is de belastbare grondslag in Nederland
doorgaans beperkter dan in het buitenland. Door de vele vrijstellingen
binnen de vennootschapsbelasting kan het zo zijn dat door het in aftrek
brengen van liquidatieverliezen er eerder sprake zal zijn van een situatie
waarin er geen belasting in NL wordt afgedragen, terwijl dat in het
buitenland wel zo zou zijn.
Toegespitst op Shell: Shell maakt winst met benzineverkoop. Als we dan
Nederland vergelijken met Duitsland is er in Duitsland een veel grotere
afzetmarkt is want dat land is vele malen groter dan Nederland. Nederland
is een klein land en dus gebeurt er veel buiten Nederland. De winst in
1
, Nederland is van huis uit al heel erg klein (vanwege geografische
kenmerken) en gooi er dan een aftrekpost tegen aan dan zit je al snel
tegen de 0. Dit is ook één van de redenen waarom Shell minder VPB
betaalt in Nederland, en dus niet alleen oneigenlijke aftrekposten.
B. Beschrijf het fenomeen “fiscale veelheid”en beoordeel het
misbruik ervan aan de hand van het volgende voorbeeld:
Shell doet boringen in Nigeria op vier plekken en gebruikt
voor elke plek een aparte entiteit die de boringen verricht.
Het vennootschapsbelastingtarief in Nigeria bedraagt
evenals in Nederland 25%. Voor elke boring is een
investering van 10 nodig. Drie boringen falen(leiden tot
algeheel verlies van de investering), terwijl één boring
succesvol is en tot een bruto winst van 100 leidt. De drie
entiteiten met mislukte boringen worden geliquideerd en
vereffent, de boorput met succes wordt voor 110 aan een
derde verkocht en de winst wordt uitgekeerd. Shell maakt in
het betreffende jaar in Nederland slechts een beperkte winst
van 30. Bereken de effectieve belastingdruk van Shell in
Nigeria en Nederland en geef uw oordeel.
Stel het voorbeeld van Shell en die heeft 4 dochters in Nigeria. De winsten
worden belastingvrij binnen geharkt en de verliezen worden afgetrokken
door middel van het opknippen van de activiteiten in verschillende
vennootschappen. De verliezen worden afgetrokken tegen het
Nederlandse tarief en de winsten niet belast.
De eerste drie dochters draaien een verlies van 10 en de vierde dochter
een winst van 100. De eerste drie dochters worden geliquideerd en dat
komt dan naar boven als een liquidatieverlies. Shell zelf draait een winst
van 30, 30 – 3x 10 = 0 dus er wordt geen VPB betaald omdat het resultaat
onder aan de streep 0 is. Over die 100 winst bij de dochter wordt wel 25%
Nigeriaanse VPB betaald. Het is Nigeriaanse VPB die wordt betaald, geen
Nederlandse. Is dit een agressieve planning? Volgens Lohuis niet. Wat zou
er gebeurt zijn als die activiteiten niet opsplitst? Dan wordt in Nigeria een
totaalwinst gedraaid van 70 (100-30) en betaal je over 70 25% VPB. Er is
geen liquidatieverlies dat in Nederland tot uitdrukking kan worden
gebracht dus wordt er 25% over 30 betaald in Nederland. Voor de
onderneming maakt dit in principe niet uit (30X25% en 70X25%) in totaal
25% over 100. Maar het verschil zit hem in het feit dat er nu in Nederland
wél VPB wordt betaald en bij het opsplitsen van activiteiten niet. Het is een
kwestie van wáár er belasting betaald wordt, het is niet een drukverlaging.
Wat als volgens de Nigeriaanse regels bepaald werd dat die verliezen van
10 door gestoot worden naar Shell in Nederland?
Nigeriaanse verliezen die aan de Moeder in Nederland worden ‘gegeven’.
Mag je dan een liquidatieverlies nemen? 13d lid 11, onderdeel a: verliezen
moeten echt verloren gaan wil je ze tot uitdrukking kunnen brengen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.