100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Functieleer, deel 2 - deel taalpsychologie $7.68   Add to cart

Summary

Samenvatting Functieleer, deel 2 - deel taalpsychologie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting alle slides & college notities

Preview 3 out of 29  pages

  • October 4, 2024
  • 29
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Taalpsychologie

Het semantisch geheugen:
Een hoofdstuk over hoe we woorden en de betekenis ervan representeren en opslagen in het
geheugen.

SITUERING VAN SEMANTISCH GEHEUGEN
1968: Atskinson en Shiffrin: model voor menselijk geheugen voorgesteld
 Drie verschillende geheugensystemen:
o Zintuiglijk geheugen
o Kortetermijngeheugen
o Langetermijngeheugen
 LTG:
o Bewaarplaats waar informatie voor lange tijd wordt opgeslagen
o Volksmond: “geheugen”
o Verder opgesplitst in 2 onafhankelijke geheugensystemen
 Impliciete of procedurele geheugen: informatie over hoe iets te doen
Bv.: hoe je moet fietsen, wanneer op rem drukken, …
 Expliciete of declaratieve geheugen: informatie die intentioneel kan worden
opgeroepen
- Episodisch geheugen: herinneringen aan specifieke, autobiografische
gebeurtenissen
- Semantisch geheugen: kennis over de wereld, omstandigheden en tijdstip van
verwerving niet bewaard = algemene kennis over wereld
 Info over betekenis van woorden, algemene feitenkennis, algoritmen en regels
 Bv.: Weten wie huidige koning is, …
 We zijn in staat snel betekenis woorden uit semantisch geheugen oproepen
We moeten onderscheid maken tussen woorden en de onderliggende betekenis van woorden, of
“semantisch concept”  in deze lessen: betekenis van woorden

1. FUNCTIES VAN SEMANTISCH GEHEUGEN
Concepten vormen basis van denkprocessen.
 Doordat we objecten, gebeurtenissen, en levende wezens kunnen indelen in categorieën die
overeenkomen met semantische concepten, is wereld voorspelbaar
 Zonder deze capaciteit: alles wat we zien en horen zou steeds nieuw zijn  leven in chaotische
wereld
Bv.: ruimte waar je nog nooit geweest bent, herken je object dat je voordien nooit gezien hebt
als stoel
 Cruciale vraag: hoe worden dergelijke concepten gevormd en gebruikt, en hoe worden ze in
semantisch geheugen opgeslagen?

Functies semantische concepten
1. Categorisatie = opdelen van wereld in groepen van voorwerpen, uitmaken welke dingen of
gebeurtenissen wel en welke niet tot een concept behoren
Bv.: exotisch land op markt onbekende objecten te koop: herkennen als fruit of groenten
2. Liggen aan basis van inductieve inferentie = iets bv herkennen als fruitsoort verhoogt kans dat
het zoet smaakt en aan boom groeit  inferenties zijn niet zeker
3. Verklaren = wanneer we weten dat iets tot bepaalde categorie hoort, in staat bepaalde
eigenschappen ervan te verklaren
Bv.: persoon X is anorexiapatiënt, verklaart waarom die geen volle melk drinkt

1

, 4. Zet aan tot leren = kind weet dat vogels kunnen vliegen. Wanneer het leert dat pinguïn ook een
vogel is  verandert concept “vogel”
5. Communicatieve functie  combineren van concepten = op welke manier wordt betekenis van
bv concepten als “oceaan” en “wolk” gecombineerd?  Stelt ons in staat bijna onbeperkt aantal
nieuwe ideeën uit te drukken of te begrijpen

2. DE INTERNE STRUCTUUR VAN SEMANTISCHE CONCEPTEN
Welke structuur vertoont de representatie van semantische concepten? Hoe worden ze opgeslagen
in semantisch geheugen?

1. Klassieke visie
 Aristoteles: gestoeld op oude filosofische ideeën
 Categorieën mentaal gerepresenteerd in termen van noodzakelijke en voldoende voorwaarden
(cfr. Wiskundige begrippen)
Bv.: concept driehoek = conjunctie van
1. Gesloten geometrische figuur
2. Drie zijden
3. Interne hoeken sommeren tot 180°
 Iets behoort tot categorie als en slechts als voldoet aan drie eisen
 Kritiek:
o Voor simpele concepten, zoals ‘hond’ of ‘spel’ onmogelijk definiërende eigenschappen te
vinden
o Grenzen meeste semantische concepten niet duidelijk
Bv.: concept meubelen  grensgevallen zoals koekoeksklok en tapijt, sommige rekenen
die wel en andere niet tot categorie ‘meubelen’
o Herhaalde bevraging: oordelen van eenzelfde persoon niet consistent
o Binnen verzameling van exemplaren van categorie bestaan sommige betere, en andere
minder goede voorbeelden = typicaliteitsgradiënt
Bv.: bed typischer dan bijzettafel typischer dan tapijt
 Typicaliteitsgradiënt: niet in overeenstemming met idee differentiërende eigenschappen maar
toch bijzonder invloedrijke variabele
o Typische exemplaren van categorie: sneller gelezen, vroeger geleerd door kinderen, vaker
gebruikt als voorbeelden van een categorie, …

2. Prototype visie
 Reactie op kritieken klassieke visie
 Concept afgelijnd o.b.v. karakteristieke eigenschappen (i.p.v. definiërende eigenschappen)
 Categoriegrenzen niet scherp afgelijnd: iets/ iemand behoort tot categorie in mate waarin het
gelijkt op prototype van categorie
 Exemplaren van categorie kunnen sterk verschillen + prototypes zijn abstracties gedefinieerd als
soort gemiddelde van categorie
 Eleanor Rosch: iets is beter voorbeeld van categorie naarmate het
o Meer eigenschappen gemeen heeft met andere categorievoorbeelden en,
o Minder eigenschappen gemeen heeft met voorbeelden van contrastcategorieën
 Family resemblance (Rosch & Mervis, 1975)
o voorspelling van typicaliteit
o categorieën op 2 hiërarchische niveau’s (exp 1 – exp 3)
o 3 taken: dia 24- 33
 Typicaliteitsbeoordelingen (instructie dia 24 + 25)
 genereren van eigenschappen (instructie dia 26 + 27)
 toepasbaarheidsbeoordelingen (instructie dia 28 + 29)

2

, MDS = multidimensionele scalering
 Afstand meten tussen 2 steden met lat + vermenigvuldigen met schaal van kaart
 MDS: doet omgekeerde
o Tabel hebben met afstanden
o Kan je kaart mee construeren
o Tabel omzetten in meerdimensionale oplossing
 Maar: data vertroebeld door meetfouten in psychologie, de dimensionaliteit is niet
gekend
o Morsen: elke letter in alfabet code met streepjes en puntjes
o Telkens 2 codes laten horen aan ppn die hier niet mee vertrouwt zijn
o Achterhalen hoe dit wordt beluisterd door iemand die er niet mee bekend is
o Bv.: letter E is 1 kort signaal, cijfer 0 is 5 lange signalen
o Vragen of het dezelfde zijn? In voorbeeld hierboven maar 3% fouten (afhankelijk
van similariteit tussen codes)
o Te vergelijken met afstanden van kaart
o MDS op doen: codes die ver uit elkaar liggen als ze minder op elkaar lijken
 Dimensies uit afleiden
 Bv.: vanonder bestaat het uit weinig signalen, vanboven meer signalen
 Bv.: links vooral korte signalen, rechts lange signale
 Fouten die mensen maken kan je verklaren vanuit de twee dimensies
 Kan je ook gebruiken in talige stimuli
o L. Rips: hoe gelijkend zijn vogels?
o Doet er MDS op  twee dimensioneel plaatje
o Afstand bereken van punt van vogel (vrij in het midden) tot punt van andere
voorbeelden en dat correleert hij (hoge correlaties)

Taak 4: contrastcategorieën identificeren
 Zie instructies dia 42
 “Jouw eerste gok was fruit”  tweede gok “groenten”
 Correlatie contrastcategorieën en typicaliteitsbeoordeling is negatief

Besluit Rosch & Mervis: typicaliteit is functie van
 family resemblance structuur
 ypischer naarmate iets meer eigenschappen gemeen heeft met andere voorbeelden van de
categorie
 typischer naarmate iets minder eigenschappen gemeen heeft met voorbeelden van een
contrastcategorie

Prototype visie heeft kritieken op klassieke visie ondervangen, indien ondersteld wordt dat
1. Categorielidmaatschap afhangt van gelijkenis t.o.v. prototype en van een minimum gelijkenis die
gehanteerd wordt om te categoriseren (cesuurwaarde)
o typicaliteit ~ mate waarin het item op het prototype lijkt
o categorisatie: idem, met drempelwaarde
o grensgevallen: even gelijkend op prototypes van 2 categorieen DIA 46
2. Gebruikte cesuurwaarde kan variëren over proefpersonen en over tijd
 Concept wordt gerepresenteerd via abstracte samenvattende representatie
 Evidentie: beoordeelde typicaliteit van reeks categorie- exemplaren:
 Hangt positief samen met aantal overlappende eigenschappen met
andere categorie- exemplaren
 Hangt negatief samen met aantal overlappende eigenschappen met exemplaren uit
contrastcategorieën

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julietielemans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.68
  • (0)
  Add to cart