Hoorcollege 4 Migratie
1. Inleiding
2. Kolonialisme en emigratie, 1500-1800
3. Emigratie uit de Republiek in de 17de en 18de eeuw
4. Gedwongen migratie: slavenhandel van Afrika naar Amerika
5. Emigratie naar koloniale en postkoloniale gebieden, 1800-1945
1. Inleiding
De Europese koloniale drift die vormde vijf eeuwen lang de belangrijkste motor achter allerlei
vormen van intercontinentale migratie. Kolonialisme zorgde voor een enorme stroom aan
gedwongen migratie, maar als het om vrije migratie gaat dan waren het vooral Europeanen die
migreerde en in veel mindere mate de gekoloniseerde bevolking. Zo ongeveer 60-65 miljoen
Europese migranten (grotendeels vrije migratie) die op enig moment naar een ander continent
migreerden. Als het gaat over Afrikaanse en Aziatische migranten dan zouden op zo’n 15 miljoen
migranten uitkomen (groot deel gedwongen), waarvan 12 miljoen slaven waren. Vooral de Europese
bevolking heeft geprofiteerd van kolonialisme en migratie, maar heeft ook heel veel geprofiteerd van
de slavenhandel. Hier zijn flinke discussies over in hoeverre dat dit de basis heeft gelegd voor de
industrialisering in Europa (The Great Divergence Theory). De grondstoffen die uit alle delen van de
wereld werden gehaald, maar ook de voedselproductie die de groeiende bevolking kon blijven
voeden, zorgden ervoor dat de industrialisering zich zo succesvol kon ontwikkelen.
Veel van dit soort vormen van migratie vonden plaats in die lange periode van omstreeks
1500 tot 1945 en voor ons gevoel ver tot in de jaren ’90 van de 20 ste eeuw was dat een afgesloten
periode. Men beschouwde het als onderdeel van het verleden en de wereld was in een postkoloniaal
tijdperk gekomen. Meer en meer is gebleken dat het verleden nog springlevend is en samenhangt
met allerlei ongelijkheden. Niet alleen in landen waar we dit van te voren mee associeerde zoals de
Verenigde Staten, waarin een groot gedeelte van de bevolking zwart is en direct afstamt van de
slaven, maar ook in de Nederlandse en Europese samenleving ontkomen we niet aan dit soort
debatten in de problemen die daar mee samenhangen. Het heeft ook te maken met het feit dat er
een duidelijke link is dus op het moment dat kolonies begonnen te worden, kwam er een hele
stroom migranten uit die landen terug naar Europa. Dit waren in eerste instantie een soort van
repatrianten ook al waren heel veel van die Europanen helemaal niet in Europa geboren. Daarna
volgden grote golven van migratie die juist afkomstig waren van mensen die etnisch zeker niet tot de
Europese bevolking gerekend zouden worden. Er ontstaat hierdoor juist een tegengolf, want
eeuwenlang zijn Europeanen naar andere continenten gegaan en nu komen de mensen uit de
voormalige kolonies naar Europa. Vaak trekken zij richting het land dat haar voormalige kolonisator
was. Als we kijken naar landen in Noord-Afrika dan zien we heel duidelijk dat Marokkanen, Algerijnen
en Tunesiërs die onderdeel waren van het Franse koloniale rijk massaal migreren naar Frankrijk. Er
zitten overal populaties van dit soort migranten, maar de hoogte percentages van migranten uit
voormalige koloniën zijn te vinden in Frankrijk. Als we kijken naar India en omringende landen dan
zien we juist een enorme stroom richting Groot-Brittannië. Hetzelfde geldt voor landen uit Latijns-
Amerika die vooral naar Spanje en Portugal toekomen.
Hier zijn allemaal praktische redenen voor, allereerst de taal. Zo wordt er in Noord-Afrika
bijvoorbeeld nog heel veel Frans onderwezen aan universiteiten. Als je dan verder wil studeren en
makkelijk wil kunnen integreren dan is dezelfde taal spreken een enorme voorsprong in Frankrijk
voor deze studenten. Een andere reden is, is dat er blijvende relaties zijn tussen de voormalige
kolonie en voormalige kolonisator. Dit heeft te maken met al banden die er heel lang zijn, dus toen
, de Marokkaanse staat bedacht om een hogesnelheidslijn aan te leggen van Tanger naar Casablanca
lag het niet voor de hand dat ze in gesprek met een Chinese of Japanse bouwer, maar met de bouwer
van TGV en schakelen ze opnieuw de kennis en expertise vanuit Frankrijk in. Simpelweg, omdat dit
het gemakkelijkst is en de banden al voorhanden zijn. Dit zorgt ervoor dat er constant wederzijdse
projecten zijn en de banden tussen beide landen belangrijk blijven. Bovendien is het zo dat er in de
jaren ’50 en ’60 bij de dekolonisatie en de opkomst van de gastarbeid een hele generatie van mensen
is overgekomen die een soort van neetwerk heeft opgebouwd waarop nieuwkomers kunnen
terugvallen. We zien op het moment dat ketting- en netwerkmigratie gericht is op een land, dat het
zich blijft voortzetten.
Nu lijkt dit alles nog niet zo heel problematisch, totdat er allerlei problemen opduiken
vandaag de dag, die opvallend veel te maken hebben met gebeurtenissen uit het verleden waarvan
we dachten dat deze afgesloten waren. Zo zijn er ook nu nog vormen van slavernij te vinden in met
name Afrikaanse en Aziatische landen. In een land als Libië ontstond als gevolg van de Arabische
Lente een burgeroorlog en verschillende regeringen die vechten om de macht. Hierdoor is het land
onbestuurbaar en zijn de migranten vanuit de rest van Afrika die naar Europa wilden migreren hier
tegen gehouden en kwamen vele in de slavernij terecht. Dit is maar een vorm van slavernij, maar ook
in andere vormen is slavernij terug te zien vandaag de dag. In Rusland worden vrouwen van straat
geplukt en gedwongen tot prostitutie. In het Midden-Oosten juist gaat het meer om bride-
kidnapping, waar vrouwen op straat worden opgepakt en gedwongen worden om te moeten
trouwen. De meest kwetsbare groep voor mensenhandelaren in het algemeen zijn degene die geen
legale papieren hebben en dus een makkelijk doelwit zijn om in de slavernij terecht te komen. Vaak
gebeurt het bij vluchtelingen die naar een land komen zonder papieren, waardoor ze niet naar de
politie kunnen stappen. Als ze naar de politie stappen worden ze het land uit gestuurd.
Een ander voorbeeld van het springlevend zijn van het koloniale verleden is in Nederland de
zwarte pieten discussie. Het zorgt voor polarisatie in de samenleving die er tot een decennium
geleden in deze vorm niet was. Hiermee kunnen we zeggen, dat het koloniale verleden anno 2019
nog altijd springlevend is in Europa en misschien zelfs één van de grootste uitdagingen voor de
toekomst vormt.
2. Kolonialisme en emigratie, 1500-1800
Aan het einde van de 15de eeuw ontstaat er een expansiedrift, omdat de Europeanen nieuwsgierig
zijn en de wereld willen verkennen. Ze worden getriggerd door de handelsmogelijkheden en vaak
bestonden deze handelsnetwerken al maar waren deze onder druk komen te staan. Twee van de
belangrijkste handelsnetwerken destijds waren allereerst de Zijderoute, die Europa verbond met
China en India was een voorbeeld van zo’n handelsnetwerk. Dit was een van de belangrijkste
handelsroutes in de wereld. Echter waren er aan het einde van de 15 de eeuw heel veel politieke
onrusten met name in het Mongoolse Rijk waar de Zijderoute dwars door heen gingen. Het leidde tot
hogere prijzen voor producten uit het Oosten op de Europese markt en ook bracht het onzekerheid
mee over de toevoer van de specerijen. Dus wilden Europeanen er enerzijds voor zorgen dat de
kosten gedrukt werden en dat ze goedkoper aan deze grondstoffen konden komen, anderzijds wilden
ze de toevoerstroom in het algemeen veiligstellen. Het tweede handelsnetwerk werd gevormd door
de karavaanroutes die door de Sahara trokken naar Europa. Zij leverde grote hoeveelheden goud,
zilver en ivoor uit landen ten zuiden van de Sahara zoals Ghana. Ghana stond lange tijd bekend als de
‘Goudkust’ vanwege de grote hoeveelheden goud die hier werden gevonden. Onderweg zaten er
verschillende tussenhandelaren die ook geld wilden verdienen met de handel, waardoor de prijzen
voor Europese handelaren op de markten in Noord-Afrika een stuk hoger lagen. Het zou veel
voordeliger zijn wanneer Europese handelaren deze producten bij de originele bron konden kopen,
dat vormde een zeer belangrijke reden om op zoek te gaan naar zeewegen die leidde naar deze
landen waar de producten vandaan kwamen. Deze wegen waren nog onbekend. Daarnaast was er
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller degeschiedenisstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.