Hoorcollege 6 Migratie
1. Migratiebeleid en de eenwording van Europa
2. Intra-Europese migratie en integratie
3. Diverse groepen migranten
4. Het ontstaan van een Europese identiteit
1. Migratiebeleid en de eenwording van Europa
Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat er een situatie waarin nationale staten hun grenzen angstvallig
gaan bewaken. Dit had te maken met de grote vluchtelingen stromen die er zijn, want veel staten
willen er geen vluchtelingen meer bij en hebben de handen vol. Ook is er de dreiging van de Sovjet-
Unie die het oostelijke gedeelte van Duitsland hebben en binnen de communistische invloedsfeer
hebben gebracht. Men is bang voor de dreiging dat ook over de rest van Europa het communisme
zou gaan verspreiden. De opkomst van het communisme was ook al een van de hoofdredenen voor
het invoeren van de visumplicht en grenscontroles.
Migratie, grenscontroles en al dat soort zaken worden op nationaal niveau georganiseerd. Op
het moment dat er gastarbeiders worden rekruteert in Noordwest Europa, die afkomstig waren uit
landen rond de Middellandse zee gebeurde dit niet in samenwerking tussen Europese staten, maar
was gebaseerd op bilaterale akkoorden onderling.
Vanaf jaren ’50 worden er dan echter langzamerhand initiatieven genomen tussen landen.
Door deze toenemende samenwerking tussen de West-Europese landen ontstaat de douane-unie.
Deze douane-unie heeft in eerste instantie tot doel om kapitaal en goederen gemakkelijker de grens
over te krijgen en gemeenschappelijke importtarieven te hebben. Echter blijft de soevereiniteit
omtrent grensverkeer en migratiebeleid bij nationale staten. In deze periode weigeren ook alle
staten pertinent om hun soevereiniteit op te geven.
In de jaren ’90 ontstaat dan de Schengenzone, die vanaf 1995 is ingevoerd. Dan is er ook vrij
grensverkeer van personen en vervallen ook de Europese binnengrenzen. Tegelijkertijd gaat dit
echter ook gepaard met meer coördinatie tussen verschillende staten en het versterken van de
buitengrenzen. Van meet af aan was een van eisen van alle landen die meededen aan het
Schengenakkoord dat er alleen binnenlands of interne grenzen tussen verschillende lidstaten kunt
laten vervallen als de buitengrenzen beter gecontroleerd zouden worden. Hiermee ontstond ook een
belangrijke verschuiving van soevereiniteit van de natie naar Europa.
Toch is de soevereiniteit niet volledig afgegeven aan Brussel, want het blijft mogelijk voor
individuele staten om tijdelijk weer grenscontroles uit te voeren. Dit werd in 2015/2016 heel
duidelijk toen landen als Duitsland, Oosterrijk, Zweden en Denemarken weer tijdelijke grenscontroles
begonnen uit te voeren als gevolg van de enorme golven aan vluchtelingen die op dat moment
Europa binnen kwamen. Ook na de aanslagen in Parijs en Brussel in de jaren ’10 besloten de
overheden daar om ook weer tijdelijke grenscontroles uit te voeren. Zolang grenscontroles niet
permanent worden ingevoerd staat het Schengenakkoord het houden van grenscontroles toe.
Wel zien we de afgelopen jaren dat er steeds meer kritiek op dit Schengenakkoord is. We
zien de nadelen dat wanneer er één of twee landen relatief zwak zijn in het uitvoeren van
buitenlandse grenscontroles die grenzen met de Schengenzone er een lek ontstaat in het systeem.
Op het moment dat economische migranten Griekenland binnenkomen dan kunnen zij daarna bijna
niet meer getraceerd worden als gevolg van het niet houden van interne grenscontroles binnen de
Schengenzone. Als je eenmaal de Schengenzone binnen bent is er niet of nauwelijks meer controle
en dat systeem functioneert alleen goed als de buitengrenzen ook potdicht zitten.
Benelux was de voorloper van het intra-Europese samenwerken en was al in 1944 opgericht door de
Nederlandse, Belgische en Luxemburgse regeringen in ballingschap destijds in London. Dit was een
, voor van een douane-unie waar de latere EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en Staal) zich op
gebaseerd heeft. Het samenwerkingsverband ontstaat nog tot op de dag van vandaag tussen de drie
landen en in 2008 zelfs vernieuwd met nieuwe afspraken over onder ander justitie, veiligheid,
verduurzaming en al dat soort zaken. België, Nederland en Luxemburg hadden destijds behoefte aan
samenwerking, doordat het allerlei relatief kleine landen zijn. Historisch waren de drie landen al
verbonden met elkaar wat samenwerking vergemakkelijkte.
In 1952 werd een poging gedaan om een politieke unie te vormen met verschillende
Europese landen en dat was een poging om een Europese Defensiegemeenschap op te richten. Het
plan kwam tot stand door de dreiging van de Sovjet-Unie en het feit dat de BRD (West-Duitsland)
geen leger mocht hebben, waardoor het zichzelf niet kon verdedigen. De BRD mocht op dat moment
geen eigen leger hebben en was ook gedemilitariseerd. Frankrijk en Groot-Brittannië waren ook
tegen een eigen leger voor de BRD, maar door het vormen van één Europees leger konden zij er wel
onderdeel van uitmaken. Zo konden zij zich we beschermen bij een eventuele dreiging van de Sovjet-
Unie, maar bezaten zij geen eigen tanks, vliegtuigen enzovoort, waardoor zij geen nieuwe bedreiging
zouden vormen. Het plan werd opgeworpen door Frankrijk, maar werd ook door hun weggestemd en
mislukte de poging om één Europees leger neer te zetten.
Wat wel van de grond kwam was de zogeheten EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en
Staal) dat werd met het Verdrag van Parijs in 1951 in het leven geroepen. De belangrijkste
initiatiefnemers waren de Duitser Robert Schuman en de Fransman Jean Monnet. De EGKS was meer
een economisch samenwerkingsverband tussen Europese landen. Dit zou de basis leggen voor de
huidige Europese Unie. De belangrijkste doelstellingen waren in eerste instantie om enerzijds vrede,
veiligheid en vrijheid te beschermen en te verdedigen voor de toekomst en anderzijds economische
voorspoed te creëren. De Europese landen keken terug op meer dan twee eeuwen oorlog
(Napoleontische oorlogen, Frans-Duits oorlog, Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog) en
men was overtuigd dat zoiets nooit meer mocht gebeuren.
Met de EGKS werden verschillende landen en met name Frankrijk en Duitsland met elkaar
verbonden, zodat ze niet langer zonder elkaar konden produceren. Duitsland had een enorme
kolenproductie, terwijl Frankrijk veel staal produceerde en afhankelijk was van Duitse kolen voor het
produceren. Op het moment dat Duitsland de prijzen enorm omhoog zou zetten dan zou dat de
doodsteek zijn voor de staalindustrie in Frankrijk. Door deze twee van elkaar afhankelijk te maken
werden oude aartsrivalen elkaars trouwe handelspartners. Er was niet simpelweg gekozen voor kolen
en staan, omdat dit twee belangrijke industrietakken waren, maar ook omdat deze twee de basis
waren voor het opzetten van een groot leger (bouwen van tanks, wapens en munitie).
De EGKS trad in werking in 1952 en was een samenwerkingsverband tussen de
Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux-landen.
De ambities van verschillende Europese politici lagen in die dagen waren veel groter dan alleen
samenwerken op het vlak van kolen en staan. Het probleem was alleen of het een statenverband
met autonome staten moest worden of een federaal Europa in de trant van een Verenigde Staten
van Europa. Er wordt hiervoor een tussenoplossing gevonden en daarvoor werd de basis gelegd in de
Verdragen van Rome in 1957 dan komt er samenwerking op gebied van atoomenergie (Euratom) en
tegelijkertijd wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. De EEG stippelt vrij
verkeer van personen, diensten, kapitaal en goederen uit, maar uiteindelijk zou het tot het verdrag
van Schengen duren voordat er iets in de praktijk gedaan werd met het vrij verkeer van personen.
Hoe dan ook toonde het verdrag de grote behoefte aan vrij verkeer van goederen in Europa. Het vrije
verkeer van personen was al wel een idee, maar het was nog niet helder hoe dit in de praktijk zou
moeten worden uitgewerkt. Daarvoor kwamen verschillende landen in 1985 bijeen in Schengen
(Luxemburg, aan de grens met Duitsland en Frankrijk). In het verdrag van Schengen werd
afgesproken dat interne grenscontroles volledig zouden verdwijnen. Mensen zouden hiermee vrij
kunnen reizen binnen de verdragslanden. Dit betekende ook dat er sterkere buitengrenzen nodig
waren en daar werd de basis ook gelegd voor Frontex, dat pas later deze naam kreeg. Ook de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller degeschiedenisstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.