Samenvatting toets: mensen en problematie - ontwikkelingspsychologie
13 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie
Institution
ROC Nova College
Book
Angerenstein Welzijn - Mensen en problematiek combipakket
Samenvatting thema 1 'mensen van 0-100'. Boek is mensen & problematiek. Samenvatting is voor de toets van het vak ontwikkelingspsychologie. Begrippenlijst aanwezig.
Sociaal werk MBO 4.
Erfelijkheid
Elk mens is anders doordat de spermacel genetische informatie bevat van de vader
en de eicel genetische informatie van de moeder. Deze twee versmelten met elkaar.
Er kunnen verschillende combinaties van de genetische informatie ontstaan.
Omgevingsfactoren
Tijdens de prenatale groei kunnen omgevingsinvloeden de ontwikkeling van het
ongeboren kind beïnvloeden. Dit wordt ook wel teratogene effecten genoemd. Het
effect ervan is afhankelijk van de duur en de intensiteit van de factoren en van het
prenatale stadium waarin het ongeboren kind zich bevindt.
Alcohol en roken
Ongeboren kinderen die blootgesteld worden aan een grote hoeveelheid alcohol
lopen het risico op het foetale alcoholsyndroom (FAS). Het verstoort de
hersenontwikkeling, waardoor er neurologische afwijkingen ontstaan zoals een
verstandelijke beperking en leerproblemen. Uiterlijke kenmerken van FAS zijn
bijvoorbeeld een klein schedel en een vlak gezicht. Een minimale inname van alcohol
kan al schadelijk zijn en kan leiden tot een aantal kenmerken van FAS. Dit noem je
foetale alcoholEFFECTEN (FAE).
Sigarettenrook zorgt ervoor dat er minder zuurstof beschikbaar is, waardoor de
ademhaling van het ongeboren kind vertraagt. Hierdoor is er een grotere kans op
een miskraam en sterfte in de babytijd. Geboren baby’s van rokende moeders
hebben vaak een laag geboortegewicht, lopen meer risico op een verstandelijke
beperking en kampen in de loop van hun leven vaker met hart en
ademhalingsproblemen.
Middelen
Het roken van marihuana heeft dezelfde effecten als het roken van tabak. Op de
langere termijn leidt het ook tot snel geïrriteerde, afgeleide kinderen. Kinderen
waarvan de moeder tijdens de zwangerschap cocaïne, methadon of heroïne heeft
gebruikt, hebben vaak een laag geboortegewicht, zichtbare geboorteafwijkingen,
reageren vlak en zijn vaak ontroostbaar. Baby’s kunnen hierdoor ook verslaafd
geboren worden.
Medicijnen kunnen leiden tot ernstige beperkingen. Aspirines kunnen bloedingen en
achterstanden in de fysieke groei veroorzaken en anticonceptiemiddelen zijn van
invloed op de hersenstructuren.
Straling en chemische stoffen
De blootstelling aan röntgenstralen kan leiden tot aantasting van de hersenfuncties.
Röntgenstralen zijn al schadelijk voordat de vrouw zwanger is; het kan erfelijke
mutaties van de ei- en zaadcellen veroorzaken. Blootstelling aan radioactieve straling
verhoogt het risico op een miskraam, doodgeboorte, fysieke misvormingen en
hersenafwijkingen. Ook kunnen de stoffen kwik en lood het kind schaden.
1
,Gezondheid en welzijn moeder
Wanneer de moeder het virus rubella (rodehond) heeft kan deze binnendringen in de
placenta. Dit kan leiden tot doofheid, een oogafwijking of een verstandelijke
beperking bij het ongeboren kind. Hiv wordt vaak van moeder op kind doorgegeven
en genitale herpes en syfilis kunnen een miskraam of doofheid, blindheid en een
verstandelijke beperking tot gevolg hebben. De infectieziekte toxoplasmose kan een
miskraam of ernstige hersenafwijkingen en oogafwijkingen veroorzaken.
Ondervoeding van moeder kan ook negatieve effecten hebben. Het kind haalt zo niet
genoeg voedingsstoffen uit wat moeder binnenkrijgt, dit kan de uitbouw van het
zenuwstel belemmeren en kan leiden tot een laag geboortegewicht en hartziekten.
Een tekort aan foliumzuur (vitamine B11) verhoogt de kans op een open ruggetje
(spina bifida), onvolgroeide hersenen (anencefalie) en vroeggeboorte. Intense stress
bij moeder brengt een overproductie van cortisol teweeg, wat schadelijk is voor het
ongeboren kind. Het kan leiden tot een vroeggeboorte en een laag geboortegewicht.
Op lange termijn zal het kind vatbaarder zijn voor allergieën en is meer prikkelbaar.
Hoe korter een tiener menstrueert voordat zij zwanger raakte, hoe groter de kans op
een te vroeg geboren baby met een laag geboortegewicht. Oudere vrouwen lopen
meer kans op een kind met het syndroom van Down. Vrouwen die binnen een
halfjaar voor de tweede keer zwanger raken, lopen meer kan op een vroeggeboorte.
Rol sociaal werker
Doordat je weet welke factoren van invloed zijn op een ongeboren kind, kun je
ouders informeren over de gevaren van bijvoorbeeld alcoholgebruik en drugs. Je kan
moeder doorverwijzen naar de juiste instanties voor hulpverlening. Vrijwillige
hulpverlening heeft de voorkeur, maar als dit geweigerd wordt kan besloten worden
tot verplichte hulpverlening om schade aan het ongeboren kind te beperken of te
voorkomen. Ook kan je ouders doorverwijzen, wanneer nodig, naar instanties die
helpt en ondersteunt of organisaties die zich bezighouden met de
ontwikkelingsstimulering van het kind, wanneer het kind geboren is met een
beperking.
1.2 Baby (0-1 jaar)
Reflexen en doelbewust gedrag
Een pasgeborene heeft geen gedachte maar reageert alleen motorisch op wat er
gebeurt aan de hand van reflexen: automatische lichamelijke reacties. Zoals de
zuigreflex: wanneer de lippen van de baby worden aangeraakt, begint hij te zuigen.
Reflexen zorgen ervoor dat baby’s, met hulp van ouders, zichzelf in leven kunnen
houden. Baby’s van een paar maanden oud maken spontane bewegingen en vanaf 8
maanden handelt een baby doelbewust. Op dat moment denken baby’s na, leren ze
van hun eigen gedrag en kunnen ze dingen onthouden. Rond de 8 maanden
beseffen baby’s ook dat mensen of objecten blijven bestaan, ook al verdwijnen ze uit
het gezichtsveld, dit noem je objectpermanentie.
Brabbelen
Vanaf 2 maanden maakt een baby zelf geluiden en klanken. Vanaf 4 maanden
komen er medeklinkers bij en ontstaan er zinnen. Baby van 7 maanden maakt
2
, combinatie van klanken, die voor hem een vaste betekenis hebben. Dit wordt de
brabbelfase genoemd.
Hechting
Bij geboorte ontstaat er tussen baby en ouders een speciale band. Dit heet een
hechtingsrelatie en komt enerzijds tot stand doordat ouders reageren op de signalen
van het kind, zoals reageren op gehuil en anderzijds door het gedrag van de baby
zoals glimlachen naar ouders. Dit noem je gehechtheidsgedrag. De hechting verloopt
in 3 fasen. Eerst reageert de baby op iedereen hetzelfde, maar vanaf 3 maanden
ontwikkelt hij een voorkeur voor degene die het meest adequaat reageert op het
gehechtheidsgedrag. Deze favoriet noem je de hechtingspersoon. Vanaf 6 maanden
wordt de relatie sterker; de baby gaat huilen wanneer deze persoon weggaat
(scheidingsangst) en bij 8 maanden reageert de baby met verzet en angst op
vreemden (vreemdelingenangst).
Sociaal gedrag
Een baby heeft geen zelfbewustzijn, hij ervaart zichzelf niet als een zelfstandig
persoon. De eerste maanden is een baby zich ook niet bewust van het bestaan van
anderen. Rond de 9 maanden gaan baby’s sociale gebaren gebruiken, zoals nee
schudden en gedag zwaaien. Ook wijzen ze naar mensen en voorwerpen,
bijvoorbeeld om duidelijk te maken dat ze een bepaald voorwerp willen hebben. Dit
heet joint attention.
Eerste emoties
Bij een pasgeboren baby draait het hele gevoelsleven om het bevredigen van de
basisbehoefte, zoals voeding en slaap. Als dit niet goed verloopt, zal de baby huilen.
Vanaf 3 maanden komen er andere emoties bij, zoals plezier. Vanaf 6 maanden
worden emoties specifieker. De baby reageert met emoties op zijn omgeving.
Kijken en grijpen
Kijkstadium 0 tot 3 maanden De baby kijkt om zich
heen en leert oogspieren
en halsspieren te
besturen
Grijpstadium 3 tot 6 maanden De baby beweegt zijn
armpjes naar objecten toe
en pakt ze vast
Zitstadium 6 tot 9 maanden De baby kan zichzelf van
positie veranderen
Kruip- en optrekstadium 9 tot 12 maanden De baby kruipt en trekt
zich op
Zintuigen
Een pasgeboren baby kan goed horen, ruiken, proeven en voelen. De ogen
functioneren nog niet goed, dit duurt een paar maanden voordat hij scherpte kan zien
en kleuren kan onderscheiden. Baby’s kijken in het begin scheel, doordat deze zijn
blik nog niet kan richten.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellevandongen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.81. You're not tied to anything after your purchase.