Aantekeningen vooraf: wat is er behandeling in het HC?
In het HC gekeken in welke mate een FE over de grenzen kan lopen. Eerst
gekeken naar de historie: waar een grensoverschrijdende FE mogelijk
was. De vestigingsplaatsfictie is voor de FE qua werking uitgeschakeld. De
wetgever heeft vervolgens een FE met een vi (van een buitenlands
belastingplichtige entiteit) mogelijk gemaakt. In HC besproken welke
situaties zich kunnen voordoen en wat de grenzen daarbij zijn. Uiteindelijk
de Papillon-varianten besproken: grensoverschrijdende FE met een
topmaatschappij of een tussenmaatschappij.
Papillon fiscale eenheden worden volgende week dieper bekeken.
Volgende week komt ook de per-element benadering aan de orde: volgens
de per element benadering worden bepaalde voordelen ook toegekend
aan buitenlandse situaties (zoals die in de binnenlandse situatie gegeven
worden). Telecom-arrest. De wetgever heeft dit willen repareren d.m.v.
het spoedreparatie regime, door ook in binnenlandse situaties strenger te
kijken.
Ministerie van Financien heeft zich de vraag gesteld of de Fiscale Eenheid
nog wel houdbaar is en heeft daarbij 4 opties overwogen:
1. Niks doen want de reparatie met de jurisprudentie is prima;
2. Volledige afschaffing FE regime, zonder terug keer van enige
groepsregime maar wel de DNV behouden;
3. Een eenvoudiger systeem i.p.v. dit FE-systeem: een beperkter
systeem met alleen verlies en winstenoverdrachten binnen FE. Je
mist dan twee belangrijke onderdelen die we nu wel kennen:
reorganisatiefaciliteit (omdat je binnen FE geen transacties ziet kan
je makkelijk deelnemingen verhangen en panden verplaatsen) en
TP-faciliteit (onderlinge schuldvorderingen e.d. op zakelijke waarde,
dat heb je nu niet omdat je binnen de FE niks ziet).
4. Een echte grensoverschrijdende FE.
Opdracht 1 – Stellingen bespreken
1
, Beoordeel gemotiveerd of de navolgende stellingen juist zijn.
Motiveer je standpunt aan de hand van relevante fiscaal
juridische rechtsbronnen:
1. De vrees voor verliesimport uit het buitenland is ingeval van
een ‘echte’ grensoverschrijdende fiscale eenheid niet terecht.
De fiscale eenheid variant die we kenden voordat de vestigingsplaatsfictie
is uitgeschakeld voor de toepassing van de FE. De moeder zit in NL en de
dochter in Duitsland en die kunnen dan een FE vormen. Is de vrees voor
verliesimport vanuit Duitsland dan niet terecht?
Oude rechtspraak FE: daar gold de vestigingsplaatsfictie nog wel (Ierland-
arrest). In die zaak was er een moeder in Nederland en een BV in Ierland.
De vraag was of die twee in een FE konden worden gevoegd: volgens de
HR kan dat, want die ziet een Nederlandse moeder met en Nederlandse
dochter vanwege de vestigingsplaatsfictie. Heffingsrecht is o.b.v. het
verdrag tussen NL en IER toegewezen aan Ierland, hoe lossen we dat op?
We veronderstellen dat die Ierse bedrijvigheid een vaste inrichting is. Dit
is de filialiseringsgedachte. Dan een vrijstelling ter voorkoming van
dubbele belasting claimen: Ierse verliezen kan je dan van de Nederlandse
verliezen aftrekken, en dat is een dubbele verliesverrekening.
Tegenwoordig kennen we de objectvrijstelling: dat werkt heel anders dan
de oude methode. Het aan het buitenland toe te rekenen object van
heffing is vrij van heffing in Nederland: de winsten zijn niet belastbaar en
de verliezen niet aftrekbaar in Nederland. Er geldt een uitzondering bij
staking: dat correspondeert met de dnv met liquidatieverlies.
Met andere woorden: de stelling is juist, de vrees is niet terecht in
verband met de objectvrijstelling die nadien is ingevoerd. De
objectvrijstelling bewaakt de Nederlandse grondslag.
2. Een niet naar Nederlands recht opgericht lichaam kan geen
moedermaatschappij zijn van een fiscale eenheid.
Een aantal vereisten: vestiging van de vennootschap: feitelijk en voor
verdragsdoeleinden. En dan heb je ook nog het rechtsvormvereiste: niet
beperkt tot NLe NV/BV. Uit het Europese recht blijkt dat je de FE ook moet
open stellen voor andere oprichtingsvormen die feitelijk in Nederland zijn
gevestigd (look a likes).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.