100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 8 criminaliteit $7.99
Add to cart

Summary

Samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 8 criminaliteit

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting van hoofdstuk 8 criminaliteit van maatschappijwetenschappen.

Preview 2 out of 5  pages

  • October 4, 2024
  • 5
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Maatschappijwetenschappen
Hoofdstuk 8 bindingsvraagstuk: veiligheid en criminaliteit
8.1 wat is veiligheid?
Veiligheid gaat niet alleen om fysiek geweld, bedreiging en oorlog, maar ook om veilig opgroeien en
sexting. Bijv. tijdens de corona pandemie kwam de overheid met een app  kritiek omdat de app
privacy beperkt. Privacy is een vorm van veiligheid  de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
ten opzichte van anderen.

In Nederland kijken we na een gebeurtenis, bijv. een zelfrijdende auto die iemand aanrijdt, naar de
overheid. Verklaring hiervoor is cultuur. De mening over wie verantwoordelijk voor is verschilt per land.
Dit komt door een risicomaatschappij = hierin is niet duidelijk wie er verantwoordelijk is voor de
risico’s en de aanpak van bedreigingen. Bijv. moet je zelf de verantwoordelijkheid nemen om te
verhuizen bij een slechte luchtkwaliteit? Of moet de overheid ingrijpen door voorschriften, wetten en
verboden? Door de onduidelijkheid  conflicten tussen instellingen. Als blijkt dat de overheid niet
voldoende veiligheid kan bieden aan burgers  vermindering gezag  verlies aan vertrouwen van
burgers in de bestaande sociale en politieke instituties  binding zwakker.

Het streven naar veiligheid kan het inperken van vrijheid betekenen (blz. 163). Omdat we dit beseffen
 democratische rechtsstaat opgebouwd. Het voorkomen van onveiligheid staat hoog op de publieke
en politieke agenda. De samenleving vindt het normaal dat we beschermd worden door de overheid.
een basisfunctie van de overheid is het bieden van veiligheid. Er is sprake van een falende staat als
de overheid haar burgers niet meer kan beschermen.

Een orwelliaanse dystopie: je wordt gevolgd bij alles wat je doet en hebt geen privacy meer 
veiligheid wordt juist minder.

De vraag is: moet veiligheid alleen in de publieke ruimte worden gegarandeerd of ook in de private
ruimte? Dan is de vraag nog of dit voor alle terreinen geldt. Bijv. inkomstenverlies/klimaatverandering.

Het antwoord op de vragen blijkt steeds meer ‘ja’ te zijn. Twee ontwikkelingen wijzen hierop: politici
roepen steeds vaker de overheid op tot meer bescherming + er worden steeds meer wetten en regels
uitgevaardigd  gericht op veiligheid van de mens.

Het lastige is dat mensen ingrijpen verwachten, maar niet alle consequenties daarvan willen aanvaren.
Bijv. we willen niet dat de overheid onze telefoon afluistert, want dit gaat ten koste van privacy. Dit is
de veiligheidsutopie: de onbereikbare wens voor optimale individuele vrijheid en optimale veiligheid.

De overheid moet zorgen voor rechtshandhaving = het beschermen van de vrijheid van burgers en
zorgen voor orde en veiligheid. Als tweede heeft de overheid de taak om de burger tegen de overheid
te beschermen  trias politica. De overheid heeft een taak van rechtsbescherming = het
beschermen van de vrijheid van burgers. Dilemma van de rechtsstaat = rechtshandhaving vs.
rechtsbescherming. De doelen die ze nastreven botsen.

De perceptie van onveiligheid is anders dan de daadwerkelijke onveiligheid.

 Subjectieve veiligheid: gevoelens van dreiging of onveiligheid
 Objectieve veiligheid: het feitelijk aantal misdrijven en ongevallen dat plaatsvindt, de kans op
rampen en de risico’s van ongevallen.

De media spelen een rol in onze beeldvorming over veiligheid. Bijv. er wordt gedacht dat oudere
onveilig zijn, maar dit is niet zo. door de invloed van de media  verandering referentiekader.
Selectiviteitshypothese = gaat ervan uit dat mensen gaar dat nieuws lezen of kijken dat hun mening
bevestigt (selectieve keuze) en uit berichten datgene oppikken dat aansluit bij hun referentiekader
(selectieve perceptie)  mensen die uitgaan van veel criminaliteit. Cultivatiehypothese = het beeld
van de werkelijkheid wordt beïnvloed als mensen een onderwerp veel kijken/ lezen. Volgens beide
hypothese vergroot de media de subjectieve onveiligheid door te berichten over objectieve
onveiligheid.

, 8.2 criminaliteit in Nederland
Criminaliteit = gedrag dat strafbaar is. Meten van criminaliteit  operationaliseer criminaliteit, maak
indicatoren van je variabelen en doe een meting.  Meten is lastig omdat criminelen ongezien willen
zijn. Daarom is het beter om te kijken naar bestaande cijfers en gegevens  makkelijker in beeld te
brengen. Nadelen  misdrijven die niet tot veroordeling lijden worden niet geregistreerd. (rechtbank)
Veroordelingen worden beïnvloed door maatschappelijke processen (beschikbaar geld/ rechters/
maatschappelijke wens).

Vormen van criminaliteit komen soms niet onder de aandacht van de politie, doordat  teveel moeite,
mensen schamen zich, bang voor gevolgen, geen vertrouwen in politie  invloed op
aangiftebereidheid. Een deel komt dus niet voor in de statistieken. (politiestatistieken)

Een andere manier = zelfrapportage. Mensen zijn hier voor bereid als er anonimiteit heerst. Dit type
onderzoek is het meest betrouwbaar, maar bijzondere vormen van criminaliteit zijn lastig traceerbaar.
Er wordt gebruik gemaakt van een steekproef van willekeurige respondenten  kans op
seriemoordenaar klein  kans op eerlijk antwoord van hem nog kleiner. Er zijn twee vormen 

 Zelfrapportage van slachtoffers: wanneer en hoe ze slachtoffer waren.
 Zelfrapportage van daders: wanneer en welk type misdrijf ze gepleegd hebben.

Doelen van straffen:

 Vergelding: de straf van de dader is een genoegdoening voor het slachtoffer + samenleving.
Eigenrichting, zoals eerwraak wordt op deze manier voorkomen.
 Afschrikking: of generale preventie. Er staat op criminaliteit een straf, dit zorgt voor afschrikking
 criminelen bedenken zich als er een hoge straf is. Iedereen weet dat je gestraft wordt.
 Speciale preventie: het voorkomen van nieuwe misdrijven door dezelfde dader. Bijv.
voorwaardelijke straf (straf als iemand opnieuw de fout ingaat). Soort ernstige waarschuwing.
 Resocialisatie: heropvoeden van iemand. Bijv. nieuwe kennis, vaardigheden en competenties
geven. Voorkomen dat iemand weer de fout ingaat (recidive). Bijv. iemand laten afkicken van
drugs.
 Bescherming van de samenleving: door een gevangenis straf is de samenleving beschermd
van iemand  subjectieve en objectieve onveiligheid nemen af.

Een school = wetenschappelijke visie (denkrichting).

 Klassieke school: mensbeeld = de mens is een rationeel wezen  iemand pleegt een misdrijf
met vol verstand + met beheersing van zijn wil. Aanhangers vinden dat mensen de vrijheid hebben
om te kiezen. Waarom iemand criminaliteit begaat  afweging, een rationele keuze waarbij de
kosten en baten gewogen worden. Daadrecht staat centraal  alle daders van een vergelijkbaar
vergrijp moeten dezelfde straf krijgen. Gelegenheidstheorie past bij de klassieke school (kosten en
baten afweging). Afschrikking (minder mensen doen aan criminaliteit) en vergelding (dader moet
dezelfde schade als slachtoffer ervaren) zijn de belangrijkste hoofddoelen van straffen.
 Moderne school: verwerpt de gedachte van de vrije wil  de mens is onvrij in zijn denken +
handelen. De mens is beperkt in rationaliteit. Mensen kunnen niet elk aspect meenemen in de
beslissing  door gebrek aan tijd en informatie. Volgens aanhangers is de mens een product van
nature en nurture factoren. Bijv. daders hebben een trauma/ biologische oorzaak/ stoornis.
Daderecht staat centraal  de daad is hetgeen waarvoor de dader terechtstaat, maar er is meer
aandacht voor de beweegreden van de dader. Er wordt gekeken naar de omstandigheden + bij de
straf wordt gekeken naar welk effect het zal hebben op de dader. Moderne school houdt rekening
met de biologische en psychologische verschillen tussen mensen + sociologische verklaring 
bijv. opgroeien in armoede/ ontbreken van bindingen. Belangrijkste doelen van straffen  sociale
preventie, resocialisatie en bescherming van de samenleving.

In Nederland is het strafrecht een combinatie van beide  per delict is een strafmaat vastgelegd +
maximum straf (klassieke school), maar er wordt ook rekening gehouden met de dader + zijn
omstandigheden (moderne school).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fenna261. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.99
  • (0)
Add to cart
Added