100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychometrie colleges bachelor jaar 2 $6.83   Add to cart

Class notes

Psychometrie colleges bachelor jaar 2

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn alle aantekeningen van de gegeven colleges psychometrie.

Preview 3 out of 29  pages

  • October 4, 2024
  • 29
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Marleen de moor
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1 –22 april 2024
Hoe werkt meten in de praktijk? Je wilt altijd een meetinstrument gebruiken, ook al is iets
direct observeerbaar
 Lichaamslengte: direct observeerbaar
 Menselijk gedrag: direct observeerbaar
Onobserveerbare eigenschappen:
 Intelligentie  IQ-test
 Internaliserende gedragsproblemen  vragenlijst (CBCL)
 Extraversie  vragenlijst (NEO-PI-R)
 Rekenvaardigheden  Test (CITO)
 Kwaliteit van gehechtheid  observatie (SSP)
Al deze concepten zijn niet direct observeerbaar, dit noemen we ook wel hypothetische
constructen of latente variabelen. Het meten hiervan noemen we operationalisaties of
observeerbare indicatoren.
Psychologische test
= systematische procedure voor het vergelijken van twee of meer mensen
1. Test bestaat uit ‘samples’ van gedrag, meerdere indicatoren van gedrag.
2. Gedragssamples zijn verzameld op een systematische manier
3. Doel is om verschillen tussen mensen te detecteren




Uitdagingen van meten
 Complexiteit van de concepten (te vatten in 1 getal?)  kun je geluk bijv. in 1 vraag
vatten?
 Deelnemers reactiviteit (bijv. sociale wenselijkheid)  om bijv. geen aandacht op
jezelf te vestigen
 Observer (of scorer) bias  als een ouder kind beoordeeld op bijv. geluk projecteren
ze vaak zichzelf op het kind.
 Composite scores  oplossing voor de complexiteit van concepten. Meerdere
indicatoren voor één concept.
 Score sensitiviteit  Hoe sensitief zijn de scores die je uit de meting haalt?
 Gebrek aan kennis over psychometrie




Schalen

,  Nummers toekennen aan psychologische attributen (hoe extravert of intelligent je bijv.
bent)
 Getallen moeten iets zeggen over:
o Identiteit (zelfde of verschillend)
o Volgorde (meer of minder)
o Kwantiteit (exacte hoeveelheid)
 Betekenis van 0 kan absoluut of arbitrair zijn. Absoluut is bijvoorbeeld met lengte,
0cm, dan is iets er niet. Arbitrair dan heeft de 0 op zichzelf geen vaste betekenis. Die
kun je er zelf aan toekennen.
Meetniveaus
Nominaal  categorieën, geen rangorde (bijv. jongen, meisje)
Ordinaal  categorieën, met rangorde (bijv. opleidingsniveau of SES)
Interval  geen absoluut nulpunt, cijfers, kwantitatief, vaste meeteenheden
Ratio  kwantitatief, absoluut nulpunt, discreet, vaste meeteenheden
Variabiliteit
Twee soorten:
 Interindividuele verschillen: scores die verschillen tussen personen, 1 is intelligenter
dan de ander
 Intra-individuele verschillen: scores bij één persoon, bijvoorbeeld bij groei over tijd in
intelligentie of afname van depressiescore.
Individuele verschillen zijn belangrijk omdat ze de kern vormen van pedagogisch
onderzoek en zijn belangrijk voor psychologische metingen.
Centrale tendens: wat is de meest typische score in de verdeling?
o Gemiddelde  vooral hiermee werken
o Mediaan
o Modus

Variabiliteit: hoeveel spreiding zit er in de scores?
o Variantie
o Standaarddeviatie
o Range
Richting en grootte van een verband
uitdrukken = correlatie
variantie-covariantiematrix:




Composiet scores

, Composiet score is een samengestelde score: een score is opgebouwd uit andere scores.
Twee componenten van ADHD:
o AD: aandachtstekorten
o HD: hyperactiviteit

ADHD test wordt bijvoorbeeld opgedeeld in het eerste deel over AD en het tweede deel over
HD. De scores van beide delen tel je bij elkaar op.
o De variantie van de composite score is gelijk aan de som van alle cellen van de
variantie-covariantie matrix




Test scores interpreteren
Z- en T-scores:
 Is mijn score hoog of laag?
 Wat scoort de groep gemiddeld? Hoeveel hoger of lager scoor ik?
 Dit kun je uitdrukken in het aantal standaarddeviaties.




Percentiel ranks:




Hoorcollege 2 – 24 april 2024

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demivanklink3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.83
  • (0)
  Add to cart