VRAGEN WEEK 1
1. Wat zijn de vijf functies van media in een democratie (volgens
McNair - hoorcollege)? Geef voorbeelden van hoe je deze vijf
functies in de media-inhoud terugziet.
1. Informatie: monitoring, informeren van het publiek
2. Educatie: uitleggen wat feiten en events betekenen
3. Platformfunctie: media als een virtuele plaats waar ideeën
uitgewisseld kunnen worden of mensen die op berichten van nieuws
reageren (Facebook) gaat hier dus echt om discussie
4. Watchdog functie: controle en rapportering over wat de overheid
(over bedrijven) doet. Zondag met Lubach neemt een watchdog functie
aan , houdt toezicht op wat in de politiek gebeurt in een week.
5. Channel functie: politieke boodschappen en meningen moeten een
kans krijgen, media stellen daarvoor plaats ter beschikking.
2. Wat waren de twee meest opvallende resultaten van de studie
van het Pew Project for Excellence over het “news ecosystem” in
Baltimore? (uit Bennett’s tekst) Waarom is dit een verontrustend
resultaat?
1. 95% van het nieuws komt van traditionele media
2. Baltimore Sun: 32% minder items in 10 jaar, 73% minder in 20 jaar.
95% van nieuws komt uit traditionele media, dit percentage neemt wel af.
Nieuwe media herhaalt veel informatie van traditionele media, voornamelijk
kranten. de krant Sun biedt steeds minder artikelen aan, in 10 jaar was er een
daling van 32%, in twintig jaar een daling van 73. Kranten worden steeds minder
gelezen, gebeurt steeds meer online. Daarom ook afname → bijv alleen ochtend
editie ipv ochtend en avond editie.
3. Noem de negen aspecten van de commerciële medialogica die
Karidi (2018) onderzocht in haar studie. Welk (1) aspect was ook
bij Bild meer aanwezig over de tijd heen?
1. Celebrities, beroemdheden
2. Conflict, conflicten
3. Emotionalization, emoties
4. Media pundits, experts
5. Negativity, negativiteit
6. Opinionated and narrative stories, vertelsels
7. Personalisation, personalisatie
8. Scandal, schandalen
9. Soft news
4. Wat zijn de vier fazen van mediatisering volgens Strömbäck?
Fase 1)
Mediatie = media worden het belangrijkste kanaal tussen politiek en burgers.
- De massamedia vormen de belangrijkste informatiebron en het
communicatiekanaal tussen de burgers en de politiek, zoals politieke
partijen, overheidsinstanties of belangengroepen.
- Hoe de media de werkelijkheid overbrengen, kan een invloed hebben op
hoe mensen de werkelijkheid zien.
1
, - Het gaat hier dus vooral om de eerste dimensie: de mate waarin media de
belangrijkste bron van informatie over politiek en maatschappij zijn.
Fase 2)
Media worden onafhankelijker van politieke instituties.
- Media worden onafhankelijker.
- Professionelere journalistiek.
- Het politieke systeem is nog steeds dominant.
- Media geven niet zomaar boodschappen door; ze selecteren en verwerken
die nu eerst. Ze maken hun eigen oordeel over wat de juiste berichten zijn
de autonomie van de media neemt toe vergeleken met de eerste fase.
Fase 3)
Media worden bestuurd door medialogica.
- Media worden zo onafhankelijk dat andere actoren zich aan de media
gaan aanpassen (verschil met tweede fase).
- Media zijn nu dominant, maar staan nog buiten de politiek zelf.
- Media worden steeds meer bestuurd door de medialogica dan door de
politieke logica en politieke actoren moeten accepteren dat de media hen
niet langer tegemoet komen.
- Politici moeten hun mediavaardigheden bijschaven om aan te passen aan
de medialogica (= het volgen van de stijl, inhoud, opbouw en ritme van de
media) typisch iets voor campagnes.
Fase 4)
Politieke actoren worden bestuurd door de medialogica.
- De politiek past zich niet alleen aan, maar neemt ook de medialogica over.
- De medialogica wordt zo deel van het politieke proces (bijvoorbeeld
beoordelen van thema’s om beleid rond te voeren). De media bepalen
hoe, waarom en wanneer bepaalde beleidsbeslissingen worden genomen.
Zij bepalen wanneer bepaalde thema’s aan bod komen. Media zijn nu niet
meer extern aan de politiek; ze zitten in de kern van de politiek. Ze
kunnen de politieke logica veranderen.
- Politici die zich nog moeten verantwoorden voor het volk zijn het meest
kwetsbaar.
- De media-inhoud wordt dus niet alleen gestuurd door de medialogica,
maar ook politici passen hun werkwijze aan, aan deze medialogica.
VRAGEN WEEK 2
1. Noem 5 vormen van politieke participatie:
Verschillende vormen/voorbeelden:
- Gaan stemmen (meedoen aan de verkiezingen)
- Stemmen op een bepaalde partij
- Een politicus contacteren
- Lezersbrieven schrijven over iets wat moet veranderen
- Geld geven aan of lid zijn van een NGO of sociale beweging
- Betrokkenheid bij een campagne (bv. als vrijwilliger)
- Vaak met bekenden praten over politieke thema’s
- Meelopen in een protestmars, petitie tekenen..
- Belasting betalen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller unianne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.