Samenvatting van het vak Inleiding recht voor niet-juristen inclusief:
- opgegeven hoofdstukken van het boek Verheugt
- powerpoint
- aantekeningen van wat er letterlijk werd gezegd in de colleges
Lots of typo/language errors, some chaotic and sometimes very unclear. I would not recommend this summary.
By: naomi_rolfes • 1 year ago
By: daimyschrijver • 3 year ago
Translated by Google
Good and comprehensive summary of the trade.
Seller
Follow
VastgoedRealEstate
Reviews received
Content preview
Inleiding recht voor niet-juristen
Deze samenvatting bevat:
⁃ De onderstaande hoofdstukken uit het boek van Verheugt
⁃ De powerpoint
⁃ Aantekeningen van de colleges
Week Onderwerpen en de te bestuderen hoofdstukken uit Verh
eugt
1 1 Recht in het algemeen
2 Recht en staat
2 3 De wetgeving
4 De rechtspraak
3 6 Burgerlijk recht - kernbegrippen
8 Overeenkomstenrecht
4 9 Verbintenissen uit de wet
7 Goederenrecht
5 5 Bestuursrecht
5 Bestuursprocesrecht
6 13 Strafrecht
14 Strafprocesrecht
7 15 Internationaal recht
15 Europees recht
1
,College 1
Introductie & recht algemeen
Er staan 3 vragen centraal in dit college:
Wat is het recht?
Waar kunnen we dat recht vinden?
Hoe delen we het recht in?
1. Wat is het recht?
Het positieve/ objectieve recht (geldende recht) =
- Het geheel van alle geldende rechtsregels
- Op een bepaalde plaats (in sommige Arabische landen mogen vrouwen geen
autorijden, dat is hier in Nederland niet zo)
Het recht in Nederland verschilt ook, het is in Groningen bijvoorbeeld verboden om
duiven te voeren of om wild te plassen. Wat een gemeente regelt is een
APV=algemeen plaatselijke verordening. Hiermee regelt de gemeente eigen regels.
- Op een bepaald tijdstip (vroeger mochten vrouwen niet stemmen, nu wel)
Positief recht is altijd afhankelijk van tijd en plaats.
2. Waar kunnen we dat recht vinden?
- Meerdere bronnen van recht
- Interpretatie/leemtes
Hinderlijk volgen (teleologisch) = stakers zijn bij een fabriek en lopen de hele tijd
achter de stakingbrekers (= mensen die niet willen staken) aan. Daar worden ze voor
bestraft. Nu gaan ze er voor aan lopen, dat is immers niet volgen. Maar de rechter
heeft besloten dat ook er voor lopen, strafbaar is. Rechters moeten de wet
interpreteren. Maar over het algemeen moeten rechters daar voorzichtig mee zijn,
zeker in strafrecht. Je moet weten of iets verboden/strafbaar is op het moment dat je
de wet overtreedt.
Houvast
- Motivering binnen systeem.
Materieel recht = er ontstaan rechten en plichten. Wanneer je een mobieltje koopt, ben je
verplicht de prijs te betalen.
Formeel recht/procesrecht = wanneer er bij het materiele recht moeilijkheden ontstaan, ik
betaal bijvoorbeeld niet voor mijn mobieltje.
Objectief recht = positief recht
Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
objectief recht ontleent. bijv. de bevoegdheid om te stemmen.
Soevereiniteit = het staat ieder land in beginsel vrij in zijn wetgeving te regelen wat het
nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechtelijke macht
toekomen.
Wet en recht zijn GEEN synoniemen. In het Engels zijn hier twee aparte woorden voor om de
verschillende soorten recht uit elkaar te houden.
Law = algemene regel of het objectief recht.
Right = individuele regel of subjectief recht.
2
,Wanneer we het hebben over diefstal, hebben wij het over stelen van zaken. Als ik jouw
laptop steel, is dat diefstal. Maar nu heeft iemand illegaal elektriciteit afgetapt, hij heeft de
meter stuk gemaakt. Is dat dan stelen? Hij liet zijn elektriciteit niet meten, dat het is
verstoren van een meting. Je kan elektriciteit niet oppakken en meenemen. De rechter
spreekt recht volgens de wet, scheiding der machten. De rechter moet een oordeel geven.
Een heel belangrijk gegeven is, dat je pas strafbaar bent, als het duidelijk strafbaar is
bevonden. Je moet wel weten dat het niet mag. Dit is het legaliteitsbeginsel.
Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht voortvloeit. Bij de rechtsbronnen
gaat het om de vorm waarin rechtsregels zich voordoen, en niet om de inhoud van de regels.
Bronnen van recht zijn:
- VERDRAGEN EN BESLUITEN VAN VOLKENRECHTELIJKE ORGANISATIES
- DE GEWOONTE: gewoonten die niet in de wet zijn vastgelegd, maar wel als bindende
rechtsregels worden beschouwd en nageleefd.
- WET: algemeen geldende geschreven rechtsregels afkomstig van een bevoegd
overheidsorgaan. Nederlandse wetten, strafbepalingen, maar ook een
koopovereenkomst sluiten.
- RECHTSPRAAK: jurisprudentie, door het uitleggen/interpreteren van de rechter van
wetten.
- BELEIDSREGELS regels die de overheid heeft om bepaalde vrije bevoegdheden in
te vullen. VB. tabakswet; als er gerookt wordt in een café, dan kan de minister een
boete opleggen. Dat kan en dat niet kan.
Gedoogbeleid; het roken van een joint is net zo strafbaar als het voor handen hebben
van andere drugs. Het OM beslist of er in een zaak gedoogd wordt of niet.
- RECHTSBEGINSELEN
VERDRAGEN EN BESLUITEN VAN VOLKENRECHTELIJKE ORGANISATIES
Voorrangregel = wanneer een regel van nationaal recht in strijd is met een regel of besluit
van internationale herkomst, dan geldt de regel of het besluit van internationale herkomst.
Verdragen regelen ook recht. Het belangrijkste is het EVRM. Het heel belangrijk recht is het
recht op een proces. Het Europees verdrag voor de rechten van de mens.
Het EVRM is een monistisch systeem; rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van
het nationale recht onder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is.
Het recht waaruit wij rechtstreeks rechten kunnen ontlenen. Dus het geldende recht.
Verdrag =
• Verplichtingen voor regeringen/ wetgevers
• Rechtstreeks werkende regels (EVRM)
• Oprichtingsverdragen (VN & EU)
Besluiten volkenrechtelijke organisaties =
• EU-besluiten
Verordeningen
Richtlijnen
Bestaan vaak uit staten die met elkaar verdragen gesloten hebben. Bijvoorbeeld de
verenigde naties. Ons recht om vrede en veiligheid te hebben je mag alleen geweld
3
, gebruiken als dat mag van de VN, dat heet een resolutie van de VN. Onze soevereiniteit
hebben wij dat overgedragen. Maar een aantal landen hebben vetorecht (bijvoorbeeld
Rusland en China) en zij blokkeren vaak besluiten om in te grijpen.
DE GEWOONTE
Het gewoonterecht, dit komen we steeds minder tegen in Nederland.
Twee vereisten:
1. Langdurige praktijk
2. Rechtsovertuiging
Voorbeelden
- Vertrouwensregel
Artikel 64 Grondwet
- Voldoende brandstof in de tank bij verkoop van auto.
Een motie van wantrouwen is bijvoorbeeld gewoonterecht. Een minister wordt aangesteld
en dat beviel vervolgens niet. Luxemburg, ons staatshoofd was ook die van Luxemburg.
Nadat het een paar keer fout ging dat de tweede kamer steeds dezelfde samenstelling had.
Dus toen is de gewoonte ontstaan dat als er een probleem is tussen de regering en de
tweede kamer, dan moet de regering weg. Dat is een rechtsregel. Of als er gedoe met een
minister is, dan moet die opstappen. Dat is dus een soort gewoonte of vertrouwensregel, dat
niet de tweede kamer wordt ontbonden maar de minister of staatssecretaris.
Beschikking = een besluit van een bestuursorgaan dat rechtsgevolgen vaststelt voor één
individu. Deze beschikking geldt dan ook alleen voor die persoon, zijn naam wordt ook in de
beschikking genoemd.
DE WET
• Grondwet
• Grondrechten
• Staatsinrichting
• Koning
• Wetten
• Vb. Wet studiefinanciering 2000
• Andere regelgeving
• Vb. APV / Afvalstoffenverordening
Hierin is heel veel geregeld.
RECHTSBEGINSELEN
Algemene beginselen die in het recht verbonden zijn, men vindt dat deze regels zo belangrijk
zijn dat ze als recht gezien worden.
Rechtsbeginselen
- Generalisatie van in andere rechtsregels geformuleerde voorschriften
Zaak Riggs – Palmer 1889
Estoppel het algemene beginsel dat je niet mag profiteren van slecht gedrag.
Niemand mag beter worden van onrecht.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VastgoedRealEstate. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.