100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Stappenplannen Internationaal Privaatrecht $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Stappenplannen Internationaal Privaatrecht

9 reviews
 748 views  125 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige stappenplannen van de onderwerpen van IPR. Wat betreft HC 14 heb ik het hoorcollege van vorig jaar gebruikt aangezien die nog niet was gegeven toen ik dit schreef. Zelf aan de hand van deze stappenplannen een 8 gehaald in de eerste kans.

Last document update: 4 year ago

Preview 4 out of 42  pages

  • January 7, 2020
  • January 11, 2020
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: visscherasse • 2 year ago

review-writer-avatar

By: knaltunzade • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ebe12345 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lisacelineh • 3 year ago

review-writer-avatar

By: SjoukjeTimmermans • 3 year ago

review-writer-avatar

By: peerwesterhuis • 3 year ago

review-writer-avatar

By: ruiteri001 • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Stappenplan onrechtmatige daad

Bevoegde rechter
Stap 1:
 Is de verordening van toepassing? (Brussel Ibis)
- Materieel (art 1: burgerlijke en handelszaken, niet zijnde in de uitoefening van een
publiekrechtelijke taak. Dus niet: fiscale zaken, douanezaken, administratiefrechtelijke zaken
of aansprakelijkheid van de staat wegens een handeling of nalaten in de uitoefening van het
openbaar gezag. Zie verder lid 2 voor specifieke uitzonderingen)
- Temporeel (art. 66: rechtsvorderingen ingesteld op of na 10 januari 2015)
- Formeel (art. 4: woonplaats verweerder in een lidstaat. Let op de uitzonderingen voor
consumentenovereenkomst (18), arbeidsovereenkomst (21), exclusieve bevoegdheid (24) en
forumkeuze (25). Zie art. 62 voor de woonplaats van een natuurlijk persoon; doorverwijzing
naar intern recht, geen verdragsautonoom begrip. En art. 63 voor een rechtspersoon: wel een
verdragsautonoom begrip.) Nb. Het moet altijd gaan om een internationaal geval!

Ja, dan: naar stap 2
Nee, dan: naar Rv, art. 6 sub e Rv voor bevoegde rechter. Als het schadebrengende feit zich heeft
voorgedaan op het grondgebied dan is de Nederlandse rechter bevoegd (uitleg op dezelfde manier als
bij Brussel Ibis). Art. 6 Rv bepaalt dit uitdrukkelijk, maar ook zonder die bepaling zou het gelden.

Stap 2:
 Is er een forumkeuze uitgebracht (art. 25 en 26)?

Ja, dan: gaat dit (mits aan de vereisten van art. 25 is voldaan) voor de bevoegdheidsregels van art. 4 en
7 sub 2. Door naar stap 4.
Nee, dan: naar stap 3

Stap 3:
 Kan ik mijn bevoegdheid baseren op een van de bevoegdheidsbepalingen in de verordening?
- In eerste instantie aan de hand van art. 4 (rechter waar gedaagde woonplaats heeft is
bevoegd), anders alternatieve optie 7 sub 2 (rechter v.d. plaats waar het schadebrengende
feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen, eiser mag kiezen: handlungsort of erfolgsort;
Kalimijnen). Tussenstap art. 7 sub 2: is er sprake van een o.d.? Zie Kolassa: een
onrechtmatige daad is elke rechtsvordering die ertoe strekt een verweerder aansprakelijk te
stellen en die geen verband houdt met een ‘verbintenis uit overeenkomst’ in de zin van art. 7
sub 1.”

Ja, dan: naar stap 4
Nee, dan: rechter moet zich onbevoegd verklaren, niet verder naar Rv.

Toepasselijk recht
Stap 4: Is Rome II van toepassing? (Rome II-verordening)
 Materieel (art. 1 en 2: van toepassing op niet-contractuele verbintenissen in burgerlijke en
handelszaken ongeacht de aard van het gerecht. Het moet gaan om een internationale situatie)
 Temporeel (art. 31: van toepassing op vorderingen die samenhangen met
schadeveroorzakende gebeurtenissen die zich op of na 11 januari 2009 hebben voorgedaan)
 Formeel: art. 3: universeel formeel toepassingsgebied
Let op: art. 27 en 28. Als er conflictregels die zien op niet-contractuele verbintenissen zijn neergelegd
in richtlijnen of andere verordeningen, gaan die conflictregels voor. De verordening heeft geen
voorrang op bestaande verdragen waarbij een of meer lidstaten partij zijn. Inbreuk op
persoonlijkheidsrechten is uitgesloten, daarvoor naar 10:159: ook regels Rome II toepassen.
Ja, dan: naar stap 5
Nee, dan: naar boek 10 BW (wordt doorverwezen naar Rome II, 10:159)

Stap 5: is er een rechtskeuze ex. art. 14 uitgebracht?

Zo ja, dan: als is voldaan aan de eisen van art. 14: dat recht van toepassing. Anders naar stap 6.
NB. pas rechtskeuze nadat de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden, tenzij het
gaat om twee partijen die handelsactiviteiten verrichten. De keuze moet uitdrukkelijk mondeling (ten
overstaan van de rechter) of schriftelijk gedaan worden. Het is echter ook mogelijk dat de keuze

1

,impliciet blijkt uit de omstandigheden, bijv. omdat partijen in hun stellingen in de procedure uitgaan
van een bepaald rechtsstelsel. Art. 6 lid 4 verbiedt het uitbrengen van keuze ter zake van oneerlijke
concurrentie en daden die de vrije concurrentie beperken. Art. 8 lid 3 bepaalt dat voor intellectuele
eigendomsrechten en art. 13 voor niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit inbreuken op
intellectuele eigendomsrechten.

Zo nee, dan: naar stap 6

Stap 6: is er sprake van een bijzondere onrechtmatige daad ex. art. 5-9?
Bijv. productaansprakelijkheid (Haags Productaansprakelijkheidsverdrag gaat dan voor, art. 28 lid
1), oneerlijke concurrentie en daden die de vrije concurrentie beperken, milieuschade, inbreuk op
intellectuele eigendomsrechten en collectieve actie bij arbeidsconflicten.

Zo ja, dan: de regels van deze artikelen toepassen.
Zo nee, dan: naar stap 7

Stap 7: kijken naar de hoofdregel: art. 4.
- Het recht van het land waar de schade zich voordoet, of als schadeveroorzaker en degene die
schade lijdt dezelfde gewone verblijfplaats hebben, dan het recht van dat land. Let op: art. 4 lid
3: kennelijk nauwere band.

NB. Het als toepasselijk aangewezen recht is van toepassing zonder de verwijzingsregels van dat
rechtsstelsel: geen herverwijzing!

NB. Haags productaansprakelijkheidsverdrag. Art 11: universeel formeel toepassingsgebied. Uit
art. 1, 2 en 3 is een ruim materieel toepassingsgebied af te leiden, hetgeen betekent dat dat Rome II-
verordening niet snel toepasselijk zal zijn. Partijen kunnen hoewel het niet in het verdrag staat een
rechtskeuze uitbrengen. Bij gebreke van een rechtskeuze geldt (art. 5) de interne wet van de Staat van
de gewone verblijfplaats van de persoon die rechtstreeks schade lijdt, indien de Staat tevens is: a) de
Staat van de voornaamste vestiging van de persoon wiens aansprakelijkheid in het geding is, of b. de
Staat op wiens grondgebied het product is verkregen door de persoon die rechtstreeks schade lijdt. Als
op basis van deze regel geen toepasselijk recht wordt aangewezen dan is op grond van art. 4 van
toepassing: de interne wet van de Staat op wiens grondgebied het schade berokkende feit zich heeft
voorgedaan, indien die Staat tevens is: a) de Staat van de gewone verblijfplaats van de persoon die
rechtstreeks schade lijdt, of b) de Staat van de voornaamste vestiging van de persoon wiens
aansprakelijkheid in het geding is, of c) op wiens grondgebied het product is verkregen door de
persoon die rechtstreeks schade lijdt. Leidt dit ook niet naar een toepasselijk recht dan bepaalt art. 6
dat dan van toepassing is de interne wet van de Staat van de voornaamste vestiging van de persoon
wiens aansprakelijkheid in het geding is, tenzij de eiser zijn eis grondt op de interne wet van de Staat
op wiens grondgebied het schade berokkende feit zich heeft voorgedaan. Art. 7 biedt degene wiens
aansprakelijkheid in het geding wordt gebracht de mogelijkheid om een beroep te doen op de
zogenaamde onvoorzienbaarheidsexceptie wanneer hij redelijkerwijs niet kon hebben voorzien dat het
product of zijn eigen producten van hetzelfde type in de betrokken Staat in de handel zouden worden
gebracht. In dat geval is noch de wet van de Staat op wiens grondgebied het schade berokkende feit
zich heeft voorgedaan, noch de wet van de Staat van de gewone verblijfplaats van de persoon die
rechtstreeks schade lijdt ingevolge de art. 4, 5 en 6 van toepassing.

Dus bij productaansprakelijkheid moet de Nederlandse rechter altijd het
productaansprakelijkheidsverdrag toepassen! Het is een speciaal verdrag dat vóór Rome II gaat.




2

,Verbintenissen uit overeenkomst

Bevoegdheid rechter
Stap 1
 Is de verordening van toepassing? (Brussel Ibis)(zelfde als bij o.d.)
- Materieel (art 1: burgerlijke en handelszaken, niet zijn in de uitoefening van overheidstaken of
een uitzonderling van lid 2)
- Temporeel (art. 66: rechtsvorderingen ingesteld op of na 10 januari 2015)
- Formeel (art. 4: woonplaats verweerder in een lidstaat. Let op de uitzonderingen voor
consumentenovereenkomst, arbeidsovereenkomst, exclusieve bevoegdheid en forumkeuze. Zie
art. 62 voor natuurlijk persoon en art. 63 voor een rechtspersoon)

Ja, dan: naar stap 2
Nee, dan: naar Rv

Stap 2:
 Is er een forumkeuze uitgebracht (kan uitdrukkelijk, art. 25, of stilzwijgend (als verweerder
verschijnt en de competentie niet betwist), art. 26)

NB. Art. 25 regelt de forumkeuze-overeenkomst uitputtend. Er kunnen nationaal niet aanvullende
eisen worden gesteld. De bepaling heeft een eigen formeel toepassingsgebied, het moet een
internationaal geval zijn maar de woonplaats van partijen is niet van belang. De bevoegdheid op
basis van een forumkeuze is exclusief, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. De forumkeuze
moet berusten op een geldige overeenkomst. Vormvereisten: a) schriftelijke overeenkomst of
schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst, b) hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de
handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden. C) hetzij, in de internationale handel,
in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden
behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke
overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen. Schriftelijk:
tevens elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam geregistreerd wordt.
NB. Een forumkeuzebeding in algemene voorwaarden, die slechts op uitgereikte facturen zijn
vermeld, bij een distributieovereenkomst die mondeling en zonder nadere schriftelijke bevestiging is
gesloten, voldoet niet aan de vereisten van art. 25 lid 1 onder a.
NB. Uit art. 25 blijkt dat de materiele geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst wordt bepaald
door het recht van het forum: recht van de lidstaat van de als bevoegd aangewezen rechter inclusief
het daar geldende conflictenrecht. De forumkeuzeovereenkomst is uitgesloten van het materiele
toepassingsgebied van de Rome I-Verordening. Echter: art. 10:154; regels van Rome I wel toepassen
op verbintenissen uit overeenkomst die niet door Rome I worden bestreken. Het toepasselijke recht
op de forumkeuzeovereenkomst moet derhalve worden bepaald aan de hand van art. 3 of 4 van
Rome I.
NB. De forumkeuze moet een bepaalde rechtsbetrekking betreffen. Partijen mogen dus niet in het
algemeen ten aanzien van alle bestaande of te ontstane rechtsbetrekkingen een forumkeuze
overeenkomen.
NB. Het forumkeuzebeding mag geen afbreuk doen aan de dwingende bevoegdheidsregels
(arbeidsovereenkomsten, consumenten, verzekering, exclusieve bevoegdheidsregels van art. 24)

Ja, dan: gaat dit (mits aan de vereisten van art. 25 is voldaan) voor de bevoegdheidsregels van art. 4 en
7 sub 1. Door naar het toepasselijk recht.
Nee, dan: naar stap 3

Stap 3
 Kan ik mijn bevoegdheid baseren op een van de bevoegdheidsbepalingen in de verordening?
1. Hoofdregel: art. 4: heeft verweerder woonplaats in Nederland, dan is de Nederlandse rechter
bevoegd. Let op art. 62 en 63. Niet bevoegd op die grond?
2. Alternatieve bevoegdheidsgrond: art. 7 sub 1. Waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag
ligt is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd. Restrictief uitleggen; geldt naast de ‘belangrijke’
hoofdregel.


3

, Overeenkomst? Verordeningsautonoom: vrijwillige verbintenis. Vaststellen aan de hand van de
feiten en omstandigheden in dagvaarding + mag betoog verweerder betrekken. Als dat niet zo is:
onbevoegd verklaren. Let goed op: welke verbintenis ligt eraan ten grondslag en waar is uitgevoerd
of moet worden uitgevoerd? Plaats van uitvoering in overeenkomst: die rechter. Plaats van
uitvoering niet in overeenkomst en niet nagekomen: Tessili/Dunlop formule. Volgens eigen IPR
vaststellen welk recht van toepassing is + aan de hand van het materiele recht dat van toepassing is
vaststellen waar moet worden uitgevoerd. Is de plaats van uitvoering gelegen in het land van de
rechter aan wie de zaak is voorgelegd dan is deze rechter bevoegd, is de plaats van uitvoering in een
ander land dan kan de rechter geen bevoegdheid ontlenen aan art. 7 sub 1 punt a.
NB. Bijzondere regels voor koop roerende lichamelijke zaken (waar de zaken volgens de ovk
geleverd werden of hadden moeten worden) en de verstrekking van diensten (waarde
diensten volgens de ovk verstrekt werden of hadden moeten worden) : art. 7 sub 1 punt b (lex
specialis). Is de plaats van uitvoering gelegen buiten de EU of is in de ovk niet bepaald waar
geleverd moet worden, dan valt men terug op de hoofdregel van art. 7 sub 1 punt a.
NB. Plaats van levering: verordeningsautonoom. Car Trim: 1) de rechter moet allereerst
onderzoeken of de plaats van levering uit de bepalingen van de ovk naar voren komt. Uit
Electrosteal/Edil blijkt dat de rechter bij dit onderzoek alle relevante voorwaarden en
clausules die algemeen erkend en in de internationale handel gebruikelijk zijn moet
meenemen. 2) Indien de plaats van levering niet op die manier kan worden bepaald, dan
geldt als plaats van levering; de plaats van de materiële overdracht van de goederen,
waardoor de koper op de eindbestemming van de verkooptransactie de feitelijke
beschikkingsmacht over deze goederen heeft verkregen of had moeten verkrijgen.
NB. Let op distributieovereenkomst (art. 4 lid 1 sub f Rome I), de koop en verkoop van
roerende lichamelijke zaken en het verstrekken van diensten: plaats van uitvoering wordt
vastgesteld en geconcentreerd bij een rechter. Tenzij er een plaats van uitvoering is bepaald
in ovk! Dan sub b niet van toepassing! Plaats uitvoering volgens overeenkomst niet in
lidstaat: sub c. Voor diensten geldt hetzelfde.
NB. Verschillende verbintenissen uit dezelfde ovk? Shenavai/Kreischer: de zaak moet bij één
rechter worden geconcentreerd. Volgens het Hof dient de rechter van de plaats waar de
hoofdverbintenis, dat wil zeggen de belangrijkste verbintenis, moet worden uitgevoerd als
bevoegd worden aangewezen.
NB. Als partijen een plaats van levering of van verstrekking van diensten zijn
overeengekomen die niet in een EU-lidstaat is gelegen, is punt b niet van toepassing. Voor
dat geval bepaalt punt c dat punt a moet worden toegepast.

Ja, dan: die rechter is bevoegd en naar het bepalen van toepasselijk recht
Nee, dan: rechter moet zich onbevoegd verklaren, niet door naar Rv

NB. Als verweerder verschijnt en de bevoegdheid niet betwist: rechter bevoegd o.g.v. art. 26 Brussel
Ibis: stilzwijgende forumkeuze. Bevoegdheid aantasten moet uitdrukkelijk!

Toepasselijk recht
Stap 1
 Is het Weens Koopverdrag 1980 van toepassing? Dat geeft materiele regels: eenvormig recht gaat
voor conflictenrecht. Als het gaat om de koop van roerende lichamelijke zaken.
- Materieel: koopovereenkomst van roerende lichamelijke zaken die niet een
consumentenovereenkomst is; art. 2-5.
- Formeel: art. 1 stelt allereerst het internationaliteitsvereiste; partijen moeten zijn gevestigd in
verschillende staten. Dan is het WKV van toepassing wanneer
a) Deze staten verdragsluitende staten zijn (art. 1 lid 1 sub a); of
b) Volgens de regels van IPR (Rome I-Vo) het recht van een verdragsluitende staat van
toepassing is (art. 1 lid 1 sub b)
Art. 6: als het WKV van toepassing is kunnen partijen het verdrag niettemin (uitdrukkelijk of
stilzwijgend) uitsluiten. Dan weer naar Rome I. Algemeen wordt aangenomen dat partijen
omgekeerd het WVK van toepassing kunnen verklaren ook al is hij niet formeel van
toepassing. Dat kan echter niet t.a.v. de in art. 2-5 uitgezonderde onderwerpen.

NB. Uitzonderingen materieel toepassingsgebied: art. 2 sub b e.v.: specifieke overeenkomsten
uitgesloten. Art. 3: overeenkomsten die zowel een element van koop als van aanneming van werk of
het verrichten van diensten hebben en waarbij het zwaartepunt bij de laatste elementen ligt. Art. 4:
het WKV heeft geen betrekking op de geldigheid van de overeenkomst of op de gevolgen van de

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kleinganseijm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  125x  sold
  • (9)
  Add to cart