samenvatting van alle hoofdstukken wat er in het eerste semester wordt gegeven zowel het boek als de ppt is er in verwerkt. iedereen die mijn samenvatting heeft gebruikt is er direct door, dus een aanrader!
wat is economie?
wij die alleen een rol spelen in het weefsel als consument wanneer we iets kopen.
werknemer indien we werken onder gezag en voor loon
→ investeerder
→ ondernemer
→ financier
consumenten = maken keuzes over het aanschaffen van goederen en diensten voor eigen gebruik binnen het
beschikbare budget
producent = producenten maken keuzes over het tot stand brengen van goederen en diensten en bieden die aan
op de markt.
vandaag: interneteconomie
→ technologie → groeit de groep van prosumenten → klassieke onderscheid tss consumenten en producenten
meer onder druk komt te staan
prosumenten = zijn consumenten die ook goederen of diensten aanbieden in markten die voorheen door de
klassieke producenten of bedrijven bespeeld werden.
Adam smith (1723-1790)
→voordelen van arbeidsverdeling; specialisatie en handel
gebruik van: ‘invisible hand’ → maximale welvaart
schaarste = een middel is schaars wanneer de mogelijke aanwendingen van een middel de beschikbaarheid van
dat middel overstijgen.
schaarste
⇏ zeldzaamheid; vb. het kunstwerk van een onbekende kunstenaar mag dan wel uniek zijn, maar het zal slechts
schaars worden als er veel vraag naar is.
⇛ een goed beheer van middelen nodig; de maatschappij kan niet alle goederen en diensten produceren die de
mensen wensen omdat de hoeveelheid beperkt is
→ schaarste leidt ertoe dat we weloverwogen keuzes moeten maken → hiermee welvaart gecreëerd.
concreet: economie = bestudeerd hoe mensen in de omgeving van schaarste keuzes maken over productie en
consumptie, incl. de gevolgen voor de gehele maatschappij
welvaart = de mate waarin schaarste wordt verminderd
vandaag: wereld van overvloed
→ behoeften van de consument stijgen samen met de productie → “worden onbeperkt”
economische behoeften = de verlangens van de mens waaraan hij/ zij slechts kan voldoen door het inzetten van
schaarse middelen
behoeften ( → verlangens of ervaringen van een tekort → zijn onbeperkt)
o primaire behoeften = aangeboren en worden niet aangeleerd
o secundaire behoeften = zijn niet levensnoodzakelijk en laten toe dat de mens zich ontwikkeld
o tertiaire behoeften = extraatjes of luxe
keuze afruil en opportuniteitskosten
bij elke keuze die we maken geven we iets op
o trade-off / afruil = het nemen van beslissingen vereist dat mensen objectieven tegen elkaar afwegen bij
het inzetten van schaarse middelen
o opportuniteitskosten = de belangrijkste kost v/e keuze (trade-off) is de niet-gerealiseerde opbrengsten
van het beste alternatief
,kosten tegenover baten
Belangrijke keuzes maken “alles of niets-beslissingregel”
o mental shortcut = vuistregel
= een eerder intuïtieve beslissingsregel door het onvermogen om alle informatie te verweken of
doordat relevante informatie ontbreekt
Vb. indien je voor een bepaalde opleiding kiest, ben je dan zeker of je hiermee na het halen van je
diploma ook wel degelijk aan een job zal geraken? Niemad kan in de toekomst kijken dus mental
shortcut
o rationele mensen vergelijken de marginale baten v/e beslissing met de marginale kosten
§ marginale kosten = de kosten van een bijkomende eenheid inspanning, output of productie
§ marginale baten = de baten of opbrengst van een bijkomende eenheid inspanning, output of
productie
§ marginale verandering = zijn kleine incrementele veranderingen aan een bestaand plan of
een bestaande actie
vb. gaan studeren à vooruitgang à de geinvesteerde tijd ben je sws kwijt à indien je beter en beter
wordt, is die verbetering je baat (bachlor dan master) (jaarlijkse verbetering = marginale baat van
leerinspanning) à je tijd wordt naarmate je ouder wordt steeds schaarser, de tijd die je investeert in
het schaken is dan ook je kost à kosten zullen toenmen en baten afnemen
Ex: Waarom is dit het optimale punt?
Minder investeren zou zonde zijn omdat bijvoorbeeld het tweed en derde studiejaar marginaal meer baten
opleveren dan ze kosten. (de kosten gemaakt in het verleden zijn niet bepalend voor een toekomstige keuze: “
let bygones be bygones”)
Een zesde studiejaar investeren is niet optimaal omdat dit bijkomende jaar marginaal minder baat oplevert dan
het kost
,modellen en aannames
1. modellen
o vereenvoedigging van de werklijkheid
o bepalen: welke economische grootheden + welke verklarende factor
o geen doel op zich maar willen ons begrip van een zeer complexe realiteit verhogen
OESO (organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling): “we model not to
predict but to learn”.
o Wetenschap gaat
§ Abstracte modellen en theorieëen bouwen om de observaties te helpen verklaren
(inductie)
§ Uit deze modellen voorspellingen en hypotheses afleiden (deductie)
§ Gegevens verzamelen en analyseren om theorieeën te testen en bij te stellen
(inductie)
2. aannames
o ceteris paribus-aanname
= veelgebruikte aanname in de sociale wetenschappen. Deze latijnse term betekend letter “
het overige gelijk blijvend”. Deze term wordt gebruikt om aan te duiden dat we bij de studie
van het verband tussen een aantal economische grootheden aan nemen dat alle overige
verklarende factoren niet wijzigen.
à iendien deze dat wel doen moet dit expliciet vermeld worden zodat er geen foute
interpretatie kan optreden
à hoe ontwikkeld de vraag als alleen de prijs wijzigd
Vb. aankoop vliegtuigtickets stijgt indien de prijs daalt à indien zich een natuurramp of
terrorstische aanslag voordoet zal dit niet zo zijn dus bij uitspraak 1 gaat men uit van ceteris
paribus
o perfecte informatie
= de aanname dat alle kopers en verkopers in een bepaalde markt een perfecte kennis
hebben van de prijs, het nut , de kwaliteit en de productiekosten van het betreffende goed
(of de betreffende dienst)
o de mens is rationeel en streeft haar/zijn eigenbelang na
o een bedrijf streeft maximale winst na
het eerste model: de grens van de productiemogelijkheden (PMG)
Geg: 2 goederen, 2 productiefactoren, de gebruikte technologie, stabiliteit
= de schaarse middelen die producenten inzetten om tot productie te komen
, Vastelling:
o verschuiving langs de PMG (de maximale productie die mogleijk is) toont de opportuniteitskost
o pareto-efficiëntie = je kunt van geen enkel goed meer produceren zonder van een ander goed minder
te produceren. (grijs vlak = pareto-inefficiënt vb. werkloosheid in het dagelijkse leven)
o de onhaalbaarhied is een gevolg van schaarste
toename van heoveelheid of productiviteit van productiefactor
Economische groei = een toename van het niveau van de economische activiteit
Redenen:
o toename productiefactoren
o verbetering technologie
impact van recessie:
recessie = een tijdelijke afnamem van het niveau van de economsiche activiteit die minstens twee kwartalen
aanhoudt
à de productie zal dalen naar de grijze zone van pareto-efficiëntie
Case study:
o migratie vergroot de arbeidsbevolking, de consumptie
o een # migranten komen met compententies en dragen bij aan de ontwikkeling van kapitaal in
gastlanden + dragen bij aan de technologische vooruitgang
o landen met veel migratie hebben meestal ook hogere groei
o maar migratie komt ook met uidagingen van integratie en discriminatie
model II: de econmische kringloop
Economische kringloop
=een schematisch model van de werking van de eocnomie dat de relaties tussen de verschillende economische
agenten als een systeem illustreert
Een economie is een ecosysteem
Een kringloop waar middelen continu
rondstromen en agenten beslissingen nemen over
die middelen
In de eenvoudige versie zien we zowel
de reële stromen als de daartegenoverstaande
geldstromen
In het complexere model dat volgt, zien we
alleen de geldstromen
Moeten we de lonen verlagen?
Wanneer we lonen verlagen à
productiekosten verlagen à prijzen verlagen
= positief
Wanneer we lonen verlagen à koopkracht
consument zal fors dalen = negatief
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvanbelleghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.39. You're not tied to anything after your purchase.