100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegeaantekeningen Theoretische Criminologie $4.47   Add to cart

Class notes

Collegeaantekeningen Theoretische Criminologie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staan de aantekeningen van de colleges van theoretische criminologie.

Preview 4 out of 84  pages

  • October 5, 2024
  • 84
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Clarissa meerts
  • All classes
avatar-seller
College 1 – Introductie

Waarom theoretische criminologie
Criminologie is een bijzondere wetenschap
 Multidisciplinair
o Basis zijn andere wetenschappen, waarvan wij gebruik van maken
 Objectwetenschap
o Object is afwijkend/crimineel gedrag
o Kijken naar object vanuit verschillende invalshoeken
o Wetenschap van regelovertreding -> crimineel gedrag is regelovertreding
 Aard en omvang (AOS, P1)
 Oorzaken (TC en O&L, P5)
 Reacties (TC en P&B, P5)
 Zonder theorie geen wetenschap
o Kennisopbouw via
 Theoretische noties en concepten
 Falsificatie (en tijdelijke verificatie) via empirie
 Falsificatie: tegengestelde van wat je theorie zegt proberen aan te
nemen. Als dit niet lukt is het tijdelijk houdbaar.

Criminologie als wetenschap van regelovertreding
 Piramide van criminaliteit wil zeggen dat criminaliteit als begrip verschillende dimensies heeft
o Consensus: sommige dingen vinden we duidelijk crimineel en andere niet
o Reactie: hoe meer consensus, hoe heftiger de reactie van de maatschappij:
o Schadelijkheid van het gedrag: hoe schadelijker, hoe meer consensus en reactie er is
 Boek heeft aanvulling gegeven op de piramide
o Hoe direct is de schade?
 Lawful but awful: vervelend maar niet gecriminaliseerd
 Crimes of the powerful: gedrag van mensen met macht niet gecriminaliseerd
o Hoe duidelijk is de schade?
 Schade is vaak onduidelijk, doordat het indirecte schade is
o Hoe zichtbaar is de schade?

Theoretische vernieuwing
 Criminologie = jonge wetenschap
 Ontwikkelingen onder invloed van
o Wetenschapsinterne factoren
 Dingen die groeien uit de wetenschap zelf
 Theorie wordt getoetst en is daardoor deels geldig
o Wetenschapsexterne factoren
 Dingen die groeien buiten de criminologie
 Maatschappelijke veranderingen, ontwikkelingen in andere
wetenschapsvelden

Even herhalen
Paradigma’s
 Paradigma: algemene wijze van kijken naar de wereld, dat impliceert wat je kan zien, doen en
theoretiseren
 Vier paradigma’s
o Klassieke paradigma
 Mens is rationele actor die een kosten en baten afweging maakt

1

,  We zijn allemaal opzoek naar hoogste genot en het vermijden van pijn
 Richt zich op strafrechtshervorming en niet op verklaring van criminaliteit
o Positivistische paradigma
 Heel erg gericht op wetenschap
 Meten is weten
 Door middel van onderzoek werkelijkheid
o Interpretatieve paradigma
 Alles is subjectief
 Niet proberen om van buiten iets te verklaren, maar van binnen uit
o Kritische paradigma
 Geen enkele vorm van kennis is objectief
 Alles is politiek gedreven
 Degene met macht bepaalt hoe de wereld eruitziet

Theorie en perspectief
 Theoretische benadering/perspectief
o Fundamenteel beeld van de samenleving
o Richtsnoer voor theorie en onderzoek
 Daarbinnen: allemaal theorieën
 Op zichzelf geen toetsbare theorie
 Theorie
o Consistent stelsel van (gegeneraliseerde) uitspraken die met elkaar samenhangen
o Verklaart sociale werkelijkheid
o Toetsbaar door middel van onderzoek
 Concept
o Kan een onderdeel zijn van een theorie
o Kan vager iets zijn wat in perspectief of benadering valt

Etiologie
 ‘Oorzakenleer’: causaliteit (≠ correlatie)
o Heel moeilijk aan te tonen in sociale wetenschap
o Causaliteit: oorzaak moet voorafgaan aan het gevolg
 Mogen geen alternatieve oorzaken zijn

Verklaringsniveaus
 Macro
o Focus op samenleving als geheel
o Totaalbeeld van sociale structuren in de samenleving
 Meso
o Focus op ‘middelgrote’ analyse-eenheden
o Groepen, buurt of wijk
 Micro
o Focus op individuen
o Interacties

Maatschappijbeelden
 Consensus
o We zijn het in principe eens met de normen en waarden in de samenleving
o Eens over wat criminaliteit is en goed/fout is
 Conflict
o Samenleving is opgebouwd uit groepen die hun eigen mening hebben over goed/fout

2

, o Mensen zijn constant in conflict met elkaar
 Interactie
o Kijkt naar samenleving gevormd op basis van interactie met elkaar
o Samenleving is fluïde -> wat goed/fout is staat niet vast

Mensbeelden
 Rationele actor
o Dader van criminaliteit is persoon die kosten en baten afweging maakt, calculeert en
dat in min of meer vrijheid doet (past bij klassieke paradigma)
 Gedetermineerde actor
o Mensen doen dingen, omdat zij daartoe worden bewogen door omstandigheden,
factoren, plaats in de samenleving, eigenschappen, andere achterliggende factoren
die mensen dwingen tot criminaliteit (past bij positivistische paradigma)
 De actor als slachtoffer (victimised actor)
o Actor wordt gezien als slachtoffer van de omstandigheden
o Samenleving wordt gezien als ongelijke context (past bij kritische paradigma)
o Zit hier politieke ondertoon bij, het is oneerlijk dat dader in deze situatie ziet
 Dit is anders bij gedetermineerde actor
Interpretatieve paradigma gaat uit van de interpretaties van de actor. Dit is een mix van rationele
actor en gedetermineerde actor, want hierbij maak je de dader actief.

Pre-criminologie
‘Pre-criminologie’
 Klassieke criminologie (≠ etiologie)
o Gericht op strafrechtshervorming
o Sociale context
 Reactie op onderdrukking en absolute macht vorst
 Mensen worden barbaar gestraft (doodstraffen)
 Opkomst Verlichting (17e – 19e eeuw)
 Mensen gaan op andere manier denken over samenleving
 Vroege industrialisatie
 Impact gehad op hoe we denken over de samenleving
 Opkomst Burgerij
 Nieuwe klasse: de middenklassen
 Veel geld, maar weinig rechten
 Recht staat onder controle van religieuze klasse, vorst en adel
 Middenklasse voelt zich bedreigd -> ze willen het recht hervormen
o O.a. Beccaria en Bentham
 Kernideeën
o Iedere persoon heeft universele rechten
 Ieder persoon heeft recht op bescherming
o Rationele mens, calculerende dader
 Iedereen zal altijd proberen om zoveel mogelijk genot te krijgen en zo weinig
mogelijk pijn -> rationele afweging
o Strafrecht moet rechtvaardig, eerlijk, onafhankelijk en voorspelbaar zijn
 Mensen moeten worden beschermd tegen de overheid
o Humaniseren strafrecht
 Geen lijfstraffen, afschaffing doodstraf
 Invloed utilitarisme
o Grootst mogelijk geluk voor grootst mogelijk aantal mensen


3

, Beccaria
 Cesare Bonesana, Marchese di Beccaria AKA ‘Cesare Beccaria’ (1738-1794)
o Lombardije (Italië), aristocraat
o Invloed van Hobbes, Locke, Rousseau, Hume, Diderot, Montesquieu
o 1764: ‘Over misdaden en straffen’
 Anonieme uitgave, omdat hij bang was voor de gevolgen
 Verboden in veel landen door Paus en vorsten
 Denken gericht op strafrechtshervorming
o Hoe moeten we strafrechtstelsel goed indelen dat het nuttig is voor samenleving
 Combinatie sociaal contractsdenken, utilitarisme en natuurlijke rechten
o Sociaal contractsdenken: zelfbeschikking in ruil voor bescherming van de overheid
o Utilitarisme: gaat om beschermen van grotere vol
o Natuurlijke rechten: individuele soevereiniteit -> zelfbeschikking over jezelf
 Hedonisme en rationaliteit
o Hedonisme is gebaseerd op ideeën van Hobbes
 Gaat over feit dat mensen constant zoektocht hebben naar plezier
 Straf moet voldoen aan drie voorwaarden
o Zekerheid, snelheid, strengheid
 Zekerheid: je moet weten welk gedrag strafbaar is en welke straf daarop staat
 Snelheid: straf moet snel volgen op gedraging (niet pas na 3 jaar)
 Strengheid: straf moet leed toevoegen, want anders doe je het opnieuw,
maar het moet ook niet zo streng zijn dat het niet in verhouding staat tot wat
je hebt gedaan.

Bentham
 Jeremy Bentham (1748-1832)
o Londen (Engeland), rijke komaf
o Op 12-jarige leeftijd rechtenstudie (Oxford)
o Auto-icoon
o Liberaal utilitarisme en hedonisme
 Pain-pleasure principle
 Minimaliseren van pijn, maximaliseren van plezier
 Criminaliteitspreventie is hierop gericht
 Recht is middel in creatie ‘goede samenleving’
 Straf is een noodzakelijk kwaad dus nutsvereiste
o Bestraffen is iets negatiefs, maar het moet soms
o Je kunt straf alleen uitvoeren als het een nut dient
 Zekerheid in plaats van rechtvaardigheid
o Doel van recht is rechtszekerheid, geen rechtvaardigheid
 Met straf kan je kosten-batenafweging beïnvloeden
o Proportionaliteit is belangrijk
o Maar: zwaardere straf mogelijk bij recidive (vergelijk Beccaria)
 Recidive zorgt voor grote negatieve impact op samenleving
 Door veelplegers eruit te halen bescherm je de samenleving
 Panopticon
o Eén bewaker houden alle gevangenissen in de gaten (koepelgevangenis)
o Idee is dat als gevangenen denken dat zij in gate worden gehouden

Even samenvatten
 Maatschappijbeeld?
o Klassieke criminologie: consensus

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidstudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.47
  • (0)
  Add to cart