100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theoretische Criminologie $5.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Theoretische Criminologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting staan alle theorieën kort en krachtig uitgelegd. Door het leren van alleen deze samenvatting (en aanwezig zijn bij de hoorcolleges en werkgroepen) heb ik een 8,1 gehaald.

Preview 3 out of 17  pages

  • October 5, 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Biologische verklaringen

Erfelijkheid en genen
Bij erfelijkheid gaat het om het doorgeven van genen van de ene generatie naar de volgende
generatie. Genen zijn opgebouwd uit stukjes DNA. Het achterliggende idee is dat genen crimineel
gedrag beïnvloeden, maar dit is geen goede uitgewerkte theorie. Er zijn moeilijkheden bij erfelijkheid:
 Trekken worden vaak bepaald door meerdere genen die elkaar kunnen beïnvloeden
 Uiting van genen wordt vaak mede beïnvloed door de omgeving
 Het erfelijkheid coëfficiënt is afhankelijk van in hoeverre een kenmerk varieert
 Het geldt voor een groep

Mythe: “Genen zijn onveranderbaar, dus als het criminaliteitsgen is ontdekt kun je voorspellen wie
crimineel wordt”. Het eerste deel is geen mythe, maar het tweede deel wel. Er zijn namelijk
omstandigheden waarbij genen kunnen worden aan- of uitgezet. Genen staan vast, maar de uiting
ervan niet (ook omgevingsinvloeden).

Nature of Nurture?
Er zijn twee typen onderzoeken om te kijken of het gaat om genen of omgeving:
 Tweelingonderzoek: eeneiige tweelingen worden vergeleken met twee-eiige tweelingen
o Uitgangspunten:
 Alleen eeneiige tweelingen hebben dezelfde genetische basis (DNA)
 Elk kind van een tweeling heeft dezelfde omgevingsinvloeden
 Als eeneiige meer op elkaar lijken dan twee-eiige, dan gaat het genetische
invloed. Als dit andersom zo is dan gaat het om omgevingsinvloed
o Beperkingen:
 Ligt het echt aan genen of alsnog omgeving?
 Hebben tweelingen wel dezelfde omgeving?
 Adoptiestudies: biologische ouders worden vergeleken met adoptieouders bij kinderen die op
jonge leeftijd zijn geadopteerd
o Uitgangspunten:
 Het kind vertoont antisociaal gedrag
 Als dit voorkomt bij biologische ouders dan gaat het om genetische invloed,
als dit voorkomt bij de adoptieouders dan gaat het om omgevingsinvloed
o Beperkingen:
 Selectieve plaatsing
 Gebrekkige informatie van biologische vader
 Niet gemiddelde ouders
 Problemen veroorzaakt door adoptie of door biologische ouder?

MAOA-gen
Het MAOA-gen breekt neurotransmitters af door middel van dopamine en adrenaline. Geen goede
werking hiervan hangt samen met gedragsproblemen. Door een overvloed van dopamine en
adrenaline, ga je je op een bepaalde manier gedragen.
 Invloed van het MAOA-gen zou tot uiting komen door mishandeling of verwaarlozing in jeugd
 Het MAOA-gen beïnvloedt de kwetsbaarheid voor omgevingsstress (geen criminaliteitsgen)
o Zonder omgevingsinvloeden is dit gen klein of niet bestaand

Twee hoofdverklaringen voor crimineel gedrag vanuit het brein:
 Low arousal: lage spanningen in het lijf zorgen mogelijk voor een onprettig gevoel, waardoor
daders spanning opzoeken en het zorgt mogelijk voor minder gevoeligheid voor straf
 Beloningen domineren boven straffen: daders streven meer beloningen (dopamine) na


1

,Zenuwstelsel (neurofysiologie)
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale- en perifeer zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat
uit de hersenen en het ruggenmerg. Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit de rest van het lichaam.
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit:
 Somatische zenuwstelsel: voor vrijwillige gedragingen
 Autonoom zenuwstelsel: voor onvrijwillige gedragingen
o Sympathische zenuwstelsel: bereid je voor op actie
o Parasympatische zenuwstelsel: brengt je tot rust
Daders hebben vaker een trager autonoom zenuwstelsel:
 Lage hartslag heeft een relatie met agressie (moet wel te maken hebben met autonoom
stelsel)
 Lage huidgeleiding (zweetproductie) heeft een relatie met psychopathie
Neurofysiologie wordt gebruikt bij leugendetectors, maar deze zijn over het algemeen
onbetrouwbaar. Bij liegen zouden er bepaalde fysiologische reacties zijn zoals een snellere hartslag en
meer zweten, maar juist daders kunnen goed hun neurofysiologie kalm houden.

Het brein (neuroanatomie)
Genen bepalen voor een groot deel hoe ons brein in de basis is opgezet. Het brein is adaptief, wat
betekent dat het zich aanpast aan zijn omgeving. De structuur van het brein bestaat uit:
 Voorhoofdskwab (frontaalkwab): Plannen, organiseren, etc
 Pariëtaal kwab: Beweging en perceptie
 Occipitaal kwab: Visuele informatie
 Temporaalkwab: Luisteren en praten

Neurotransmitters (neurochemie)
Neurotransmitters zijn chemische boodschappers die van neuron naar neuron gaan. Neuronen zijn
hersencellen. Er zijn neurotransmitters met een relatie tot crimineel gedrag:
 Dopamine: plezier, stimulerend
o Teveel: gerelateerd aan meer agressie en geweld
o Te weinig: op zoek naar extra kicks ter compensatie
 Serotonine: impulscontrole, remmend
o Teveel: slapeloosheid, rusteloos
o Te weinig: minder gevoelig voor straf
Ontwikkeling in neurotransmitters:
 Serotonine neemt toe met de leeftijd
 Dopamine piekt in adolescentie en neemt daarna af

Hormonen worden in klieren aangemaakt en worden afgegeven aan het bloed. Via het bloed komt dit
bij bijvoorbeeld organen terecht. Vooral testosteron is interessant, omdat mannen vaar meer
agressief gedrag vertonen dan vrouwen. Er is een zwak verband: hoe meer testosteron, hoe meer
agressie. Dit verband lijkt echter twee kanten op te gaan.

Determinisme gaat erom dat er altijd verklaringen te vinden zijn voor een gebeurtenis. Kantekening:
gedrag hoeft niet altijd vast te liggen vanaf het begin, want de erfelijke factoren zijn mogelijk een
oorzaak, maar het kan ook liggen aan omgevingsfactoren. Elke actie die een persoon laat zien is terug
te voeren op een biologische- of omgevingsfactor. Oorzaak van criminaliteit ligt onder meer in
biologische factoren. Vrije wil speelt geen rol bij determinisme, maar er ligt altijd een oorzaak achter.
Genen is ook een achterliggende biologische oorzaak. (Zie artikel Cornet & De Kogel).




2

, Persoonlijkheidstheorieën

Persoonlijkheidstrekken gaan over gedrag, gedachten en gevoelens. In studies kijken ze naar
stabiliteit over tijd en over gebeurtenissen, maar er is nog veel discussie over. Er zijn drie modellen
voor persoonlijkheidstrekken:
 PEN-model (Eysenck)
 Big 5 (Tupes & Christal)
 Psychopathie (Hare)

PEN-model (Eysenck)
Volgens Eysenck komen aangeboren trekken tot uiting door de omgeving. Hij onderscheidt drie
persoonlijkheidsdimensies:
 Psychoticisme: impulsiviteit, weinig empathie en ongevoeligheid
o Is gerelateerd aan een hoog niveau van testosteron
 Extraversie: veel behoefte aan verandering
o Sociaal, actief, dominant, sensation seeking
o Verklaring: verveling, low arousal
 Neuroticisme: emotioneel niet stabiel, heftige stressreacties
o Sterk autonoom zenuwstelsel
Delinquenten zouden hoog scoren op alle drie dimensies, maar uit onderzoek blijkt dat psychoticisme
de sterkte voorspeller is en extraversie geen betrouwbare voorspeller is. Andere studies gaan ook uit
van een trager autonoom zenuwstelsel in plaats van een sterk autonoom zenuwstelsel.

Big 5 (Tupes & Christal)
Bij het model van the Big 5 worden er vijf persoonlijkheidstrekken onderscheiden:
 Openheid
 Conscientieusheid (zorgvuldig)
 Extraversie
 Agreeableness (vriendelijk)
 Neuroticisme
Bij antisociaal gedrag hangen neuroticisme, agreeableness & conscientieusheid samen. Bij agressie
hangen alle persoonlijkheidskenmerken samen.

Psychopathie (Hare)
Psychopathie is een subgroep van antisociale persoonlijkheidsstoornissen en heeft drie dimensies:
 Interpersoonlijke problemen: manipulatief, bedriegen
 Emotionele problemen: gebrek aan berouw, angst
 Gedragsproblemen: impulsief, niet kunnen plannen

Beperkingen persoonlijkheidskenmerken
Beperkingen van persoonlijkheidskenmerken in het voorspellen van criminaliteit:
 Tautologie: mogelijk dingen verklaren met zichzelf
 Vaak niet mogelijk om causale relaties aan te tonen




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidstudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.59
  • (0)
  Add to cart