100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamenuitwerkingen Historische Criminologie $4.47   Add to cart

Exam (elaborations)

Tentamenuitwerkingen Historische Criminologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In document staat een verzameling van oude tentamenvragen voor het van Historische Criminologie.

Preview 2 out of 6  pages

  • October 5, 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
De theorie 'van geweld naar diefstal' van Franse historici werd ontwikkeld binnen het veld van
historisch-criminologische studies over:
a) het optreden van experts binnen de strafrechtsbedeling
b) praktijken van bestraffing
c) lange termijnevoluties van criminaliteit
d) diefstal in de negentiende eeuw

De gewelddadige straffen als publiek spektakel uit de vroegmoderne periode hadden naast
vergelding ook als doel (2 correcte antwoorden):
a) afschrikking
b) bescherming van het algemeen belang
c) vermaak voor de toeschouwers
d) tonen dat de overheid het geweldsmonopolie bezat

In geschiedschrijving worden de gebeurtenissen uit het verleden (2 correcte antwoorden):
a) beschreven zoals ze hebben plaatsgevonden
b) onderzocht aan de hand van bronnen
c) geïnterpreteerd door de historicus
d) rechtstreeks waargenomen door de historicus

Een inquisitoir strafproces is:
a) verzoenend en geleid door een rechter
b) verzoenend en geleid door de procespartijen
c) onderzoekend en geleid door een rechter
d) onderzoekend en geleid door de procespartijen

De Europawijd stijgende moordcijfers vanaf de jaren 1960
a) betekenden de omkering van een lange-termijn afname van dodelijk geweld
b) waren het gevolg van toenemende armoede
c) waren slechts een tijdelijke piek
d) bewijzen dat er een proces van decivilisatie werd ingezet

Welke twee verschuivingen in het denken over misdaad en straffen deden zich niet voor tijdens de
Verlichting?
a) van lijfstraffen naar schandestraffen
b) van misdaad als lot naar misdaad als keuze
c) van lijfstraffen naar de doodstraf
d) van bijgeloof naar de rede

Aan welke voorloper van de moderne criminologie wordt de degeneratietheorie toegeschreven?
a) Quetelet
b) Darwin
c) Morel
d) Marx

Ooggetuigen van een historische gebeurtenis:
a) zijn een meer betrouwbare bron dan teksten
b) zijn een minder betrouwbare bron dan teksten
c) zijn een niet meer of minder betrouwbare bron dan teksten
d) zijn een onbetrouwbare bron

, Welke twee stellingen sluiten niet aan bij Fijnauts idee van de ‘intrinsieke verbondenheid’ tussen
de criminologie en de strafrechtsbedeling?
a) de criminologie moet zich vooral op studie van de strafrechtsbedeling focussen
b) de strafrechtsbedeling heeft zich los van de criminologie ontwikkeld
c) de criminologie is nooit een ‘zuivere’ wetenschap geweest
d) de ontwikkeling van de criminologie heeft die van de strafrechtsbedeling beïnvloed

Welke twee uitspraken zijn correct? Criminaliteit van adolescenten vandaag vergelijken met die
van adolescenten in de vroegmoderne periode is moeilijk omdat:
a) het begrip ‘adolescent’ toen niet bestond
b) adolescenten geen scholing kregen in de vroegmoderne samenleving
c) definities van jeugdcriminaliteit zijn veranderd
d) er geen betrouwbare cijfers bestaan over jeugdcriminaliteit

Waarom wordt de relatie tussen feit en interpretatie het ‘kernprobleem’ van historisch onderzoek
genoemd?
De moeilijke relatie tussen feit en interpretatie is het kernprobleem van de geschiedschrijving. De
feiten van het verleden worden door historici geïnterpreteerd en hoe dat exact gebeurt, kan aan het
volgende schema worden afgelezen:




De vraag hoe feiten zich tot interpretaties verhouden, speelt zich in feite tussen alle drie de pijlen af:
ten eerste is er een interpretatieprobleem wanneer een bepaalde gebeurtenis door een waarnemer
(bvb. een ooggetuige, een journalist, een familielid...) geregistreerd wordt en schriftelijk, mondeling
of audiovisueel bijvoorbeeld weergegeven wordt (bvb. in een getuigenverklaring bij de politie, een
dagboek, een foto...). De vraag is dan hoe deze weergave, de bron, zich verhoudt tot de ‘objectieve’
feiten. Ten tweede doet zich een interpretatieprobleem voor wanneer de historicus (of een andere
onderzoeker) de bron leest en gebruikt: interpreteert de historicus zijn bron goed en is zijn
reconstructie van de feiten correct? En ten derde doet zich een interpretatieprobleem voor wanneer
de historicus zijn vaststellingen in een verhaal ordent en verklaringen voor de feiten opstelt. De
uiteindelijke vraag is dan hoe dit verhaal van de historicus zich verhoudt tot de oorspronkelijke
gebeurtenis. Zoals het vraagteken in het schema aangeeft, kan het onderzoeksverhaal nooit een
‘objectieve’, volledige weerspiegeling is (kan zijn) van de feiten uit het verleden.

Historici vinden veel sporen van 'herstelrecht' in het verleden. Geef aan wat hiermee wordt
bedoeld, wat men hieruit kan leren voor het herstelrecht vandaag, maar ook waarmee men moet
opletten bij het vergelijken van verleden en heden.
In het verleden maakten alle sociale groepen gebruik van vormen van dader-slachtoffer bemiddeling,
onder toezicht van sleutelfiguren uit de lokale gemeenschap, die hetzij tot een schikking of
‘compositie’ leidden, hetzij tot informele correctie van de dader. Die elementen staan ook vandaag
centraal in het herstelrecht. Mogelijke lessen hieruit zijn dat de Westerse samenleving al een langere
traditie van informele conflictoplossing kent die maakt dat daar ook vandaag nog een belangrijk
cultureel en maatschappelijk draagvlak voor bestaat. Men mag echter niet vergeten dat de
21steeeuwse samenleving fundamenteel anders is dan de vroegere en dat oude vormen van
herstelrecht niet zonder meer naar het heden kunnen worden getransponeerd. Tegelijkertijd moet
men opletten met het idealiseren of romantiseren van informele conflictoplossing uit het verleden:
deze praktijken gingen gepaard met een bijzonder scherpe informele sociale controle en ook met

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidstudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.47
  • (0)
  Add to cart