Dit document bevat oefenvragen over LVB en autisme. Dit is een onderdeel van de verplichte leerstof voor het vak Theorie GGZ vierdejaars Social Work minor Psychiatrie, Verslaving en Samenleving. Het onderwijs is gegeven aan de Hogeschool Windesheim in het schooljaar .
Alle oefenvragen
1. Welke van de onderstaande opties is geen kenmerk van Autisme Spectrum Stoornis (ASS) op het
gebied van communicatie en interactie?
A) Afwijkende sociale wederkerigheid; onvermogen om spontaan vreugde, interesse of
successen te delen met anderen + geen besef hebben van sociale conventies;
B) Moeilijkheden met repetitieve vaardigheden; vasthouden dag-/nachtritme, behouden van
een baan, structuur en dagindeling behouden, moeite met zorg dragen voor
naasten/huisdieren.
C) Afwijkende non-verbale communicatie; beperkingen in de omgang, zoals geen of weinig
oogcontact, ontbreken van gezichtsuitdrukkingen, moeite met gebruik en begrip van
gebaren.
D) Moeilijkheden met relaties: moeite in het maken en in het onderhouden van
vriendschappen, beperkingen in het afstemmen van gedrag op verschillende sociale situaties.
2. Wat zijn volgens de DSM-V twee kenmerken van ASS op het gebied van communicatie en
interactie?
A) Groot aanpassingsvermogen en moeilijkheden met relaties
B) Afwijkende sociale wederkerigheid en moeilijkheden met relaties
C) Overgevoeligheid op prikkels en afwijkende non-verbale communicatie
D) Afwijkende non-verbale communicatie, groot aanpassingsvermogen
3. Welke van de onderstaande antwoorden is niet juist over LVB?
A) Lage of middelbare school niet afgemaakt
B) Accepteert regels en tradities
C) Beperkt netwerk, overlast in de buurt
D) Eenvoudig taalgebruik
4. Welke van de onderstaande gedragingen/interesses horen niet bij de kenmerken van ASS?
A) Functionele bewegingen en gewoontes
B) Zich uiten door het praten met iemand
C) Overmatige weerstand tegen verandering
D) Ondergevoelig voor pijn, warmte en kou
5. Er zijn een aantal belangrijke competenties beschreven voor een hulpverlener die te maken
heeft
met cliënt met ASS. Welke competentie hoort niet in het rijtje thuis?
A) Biedt structuur
B) Biedt veel nabijheid, hierdoor krijg je beter inzicht in het gebrek aan wederkerigheid van de
ander
C) Probeer het eigen gezichtspunt los te laten, zodat je je beter kunt verplaatsen in de persoon
met ASS
D) Heb aandacht voor de vraag waar de kwetsbaarheden en mogelijkheden liggen
6. Autisme is een?
A) Persoonlijkheidsstoornis
B) Stoornis ontstaan door trauma
C) Een pervasieve ontwikkelingsstoornis
1
, OEFENVRAGEN THEORIE GGZ
D) Cognitieve communicatiestoornis
7. Bij welk IQ heeft iemand een Licht Verstandelijke Beperking?
A) IQ lager dan 35
B) IQ tussen de 40-50
C) IQ lager dan 20
D) IQ tussen de 50/55-70/75
8. Wat is voor mensen met ASS belangrijk in de begeleiding?
A) Ondersteuning van taken en het bevorderen van de zelfredzaamheid
B) Zelf de regie laten houden en hierin wispelturig zijn
C) Werken aan de cognitie
D) Zowel A, B en C
9. Wanneer is iemand LVB op basis van IQ?
A) IQ lager dan 35
B) IQ tussen de 50/55 – 70/75
C) IQ lager dan 20
D) IQ lager dan 50
10. Welke van de vier onderstaande antwoorden is onjuist bij de onderverdeling van drie
domeinen in adaptieve beperkingen?
A) Conceptueel domein: vaardigheden in taal, lezen, schrijven, rekenen, redeneren, kennis en
geheugen
B) Sociaal domein: inlevingsvermogen, beoordelingsvermogen, communicatieve vaardigheden,
vermogen tot vriendschap
C) Contextueel domein: Het kunnen plaatsen van een bepaalde situatie in een bepaalde
context
D) Praktisch domein: zelfmanagement in zelfverzorging, organiseren van school- en werktaken
11. De ontwikkelingsstoornis bij autisme is?
A) Actieve ontwikkelingsstoornis
B) Negatieve ontwikkelingsstoornis
C) Pervasieve ontwikkelingsstoornis
D) Collectieve ontwikkelingsstoornis
12. Welke verklaringsmodel wordt niet gehanteerd bij ASS?
A) Theory of Mind
B) Executieve functies
C) Aangeboren aspecten
D) Centrale coherentie
13. Wat is geen kenmerk van autisme?
A) Afwijkende sociale wederkerigheid
B) Stereotype bewegingen, gedragingen of spraak
C) Geen stoornis, maar een kwetsbaarheid
D) Sensomotorische over- of ondergevoeligheid op prikkels
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisettehomans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.