Sow blok 1 (lesweek 1 t/m 10)
Methodisch handelen wil zeggen dat je professioneel werkt volgens de methodische cyclus.
Je handelt weloverwogen en volgens het cyclisch proces. In overleg met de cliënt en/of
Betrokkenen verzamel je informatie en formuleer je de vraagstelling waarvoor oplossingen
gezocht worden. Daarna formuleer je met alle betrokkenen de doelen en plannen om die
doelen te bereiken.
Systematisch handelen draait om ordelijk werken, volgens een Denk bijvoorbeeld aan een cliënt die je
begeleid, je zorgt ervoor dat de cliënt op
bepaalde systematiek. Alle stappen of handelingen die je doet, een gegeven moment zijn/haar adm
horen bij elkaar. De stappen hebben een logische volgorde. alleen doet.
Je bent tegelijkertijd doelgericht bezig, dat wil zeggen: je richt je op het bereiken van een
doel. Zo’n doel bepaal jij niet alleen, maar altijd samen met alle betrokkenen, zoals ouders,
familieleden, begeleiders en collega’s. Ook de werkwijze –hoe wil ik het doel bereiken? –
kies je niet zelf. Daarbij betrek je zoveel mogelijk de groep, de cliënt en de mensen uit de
omgeving van de cliënt. Dus samenwerken is een belangrijk onderdeel van je werk.
Doelen die terugkeren in de begeleiding zijn wanneer een doel regelmatig terugkomt in het
werken met een groep, dan neem je die standaard op in de
begeleiding van de groep. Je helpt de cliënt inzicht te Voorbeeld: Licht verstandelijk gehandicapte jongeren hebben
vrijwel altijd behoefte aan begeleiding bij het omgaan met
krijgen in de waarde van geld en leert hem hoeveel hij aan geld. Automatisch pak je dit doel op als je zo’n cliënt
begeleidt.
welke dingen kan besteden. Een doel dat vaak voorkomt,
neem je standaard op in de begeleiding van deze groep.
Sociale wetenschap
= te verdelen in 5 wegen dat zijn:
Psychologie
Onderzoekt het gedrag en de ontwikkeling van de gezonde mens. Psychologen bestuderen
hoe mensen denken, voelen en handelen. Ze kijken ook naar de neurologische processen die
daaraan ten grondslag liggen.
Sociologie
Kijkt naar manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden. Sociologen
onderzoeken patronen in de maatschappij en de effecten daarvan op het individu.
Psychiatrie
Behoort tot de geneeskunde en houdt zich bezig met diagnose en de behandeling van
psychische, emotionele en gedragsstoornissen. Deze wetenschap geeft inzicht in wat gezond
en afwijkend gedrag is.
Pedagogiek
Houdt zich bezig met de invloed van de opvoeding op de ontwikkeling
Orthopedagogie
Onderzoekt stoornissen in de normale ontwikkeling
Levensfase begrippen
Sensorische ontwikkeling is het gebruik maken van zowel je zintuigen als de motoriek. (Dit
komt voor bij de dreumes)
Differentiatiefase dit is een proces wanneer peuters met taal gevoelens duidelijk te maken,
met woorden, zinnen vormen en vragen beantwoorden. (Dit komt voor bij de peuter)
De pre operationele fase is wanneer het jong schoolkind meer intuïtief denkt dan rationeel.
(Komt voor bij het jonge schoolkind)
Egocentrisch is zijn/ haar eigen denken staat centraal. Hij/zijzelf oorzaak van alle
gebeurtenissen. (Komt voor bij het jonge schoolkind)
Concreet- operationele fase is wanneer het jong schoolkind kan analyseren en reflecteren en
dus ook nadenken over de gevolgen van zijn handelen. (Dit komt voor bij het oudere
schoolkind)
Eactiesnelheid neemt af en het gezichtsvermogen wordt minder, dit zorgt er ook voor dat
artrose sneller opspeelt. (Dit komt voor bij de jongere ouders.
Cyclisch proces binnen methodisch handelen
Begeleiden is een cirkelvorming proces. Je noemt dit; een Voorbeeld: Als een verslaafde afgekickt is van zijn verslaving, ben je niet
cyclisch proces. Dit betekent dat je werk niet af is na een klaar met je begeleiding. De cliënt moet er namelijk voor zorgen dat hij
niet terugvalt in zijn verslaving. Hiervoor moet je nog een aantal
begeleiding activiteit. Met andere woorden je als je je doel stappen ondernemen, zoals het aanpakken van de oorzaak en het
wegnemen van verleidingen. Als het doel onhaalbaar blijkt te zijn voor
hebt bereikt zal je steeds maar opnieuw een doel hebben de cliënt, dan pas je dit na overleg aan. Is er specifieke begeleiding
nodig die jij niet kunt bieden, dan verwijs je de cliënt door.
(verzinnen).
,De fases
Fase 1 beginsituatie vaststellen in deze fase verzamel je informatie over de cliënt of groep.
Pas als je weet wie de cliënt is en wat die kan, kun je met de begeleiding starten. Je
onderzoekt wat voor persoon of groep je voor je hebt. Als je dat niet Bijvoorbeeld: als je een moeder adviseert
doet, is de kans groot dat je de plank misslaat. om elke dag haar kinderen voor te lezen,
omdat dat goed is voor de prestaties op
school, terwijl de moeder zelf
Bij het vaststellen van de beginsituatie zoek je het volgende uit: laaggeletterd is. Je kan dan beter de
moeder adviseren om contact op te
- Waarbij wil de cliënt of groep ondersteuning ontvangen? nemen met een organisatie waarbij
vrijwilligers bij gezinnen thuiskomen om
- Wat kan de cliënt of groep al wel? de kinderen voor te lezen.
- Wat kan die nog niet zo goed?
- Is de cliënt of groep al eerder begeleid bij deze ondersteuningsvraag?
- Op welke manier is er toen gewerkt aan de ondersteuningsvraag?
- Wat zijn de ondersteuningsmogelijkheden in de instelling en/of omgeving van de cliënt
of groep?
- Welk budget en welke middelen zijn er beschikbaar?
- Wat is er mogelijk binnen de wet- en regelgeving?
Cliëntgegevens verzamelen;
- Administratieve gegevens
- Cliënttypering; je kijkt naar de karaktereigenschappen van de cliënt.
- Woon- en leefomstandigheden
- Participeren
- Mentaal welbevinden; hoe voelt de persoon zich, je merkt aan het gedrag of manier van
praten hoe het mentaal met die persoon gaat.
- Lichamelijk welbevinden; hoe een persoon qua uiterlijk eruitziet.
Gegevens kun je inventariseren door;
- Dossiers te onderzoeken (toestemming vragen)
- Collega’s te raadplegen
- Andere disciplines te benaderen waar eerder ondersteuning is geboden
- Te observeren
- Gesprekken met cliënt voeren
- Gesprekken voeren met de naasten van de cliënt
Niet de focus op problemen
Bijvoorbeeld: Een laaggeletterde die beter
Vaardigheden die goed gaan, kun je verder uitbouwen. Het werkt veel wil leren lezen, laat je dan dingen lezen
beter om aan de slag te gaan met datgene waar mensen goed in zijn. Als die hij al wel kan lezen, zoals
kinderboekjes. Door dingen te lezen die
je je uitsluitend richt op de vaardigheden die je cliënt nog niet beheerst, de cliënt al kan, ervaart hij een gevoel van
succes en dit kan hem motiveren om meer
dan helpt hem dat niet. te lezen. Hoe meer hij leest, hoe beter hij
erin wordt.
, Fase 2 ondersteuningsvraag beschrijven
In deze fase beschrijf je samen met alle betrokkenen precies wat de ondersteuningsvraag is.
Je kent de beginsituatie van de cliënt en je weet exact wat de cliënt, Bijvoorbeeld: Mevrouw Philips is pas weduwe
de betrokkenen en de beroepskrachten willen bereiken. Met alle geworden en moet nu sinds tijden weer met het
openbaar vervoer reizen, omdat haar man haar
voorkennis beschrijf je een duidelijke en concrete vroeger met de auto overal naartoe bracht.
ondersteuningsvraag. Mevrouw Philips is pas weduwe geworden en Mevrouw Philips heeft zelf geen rijbewijs en heeft
jouw ondersteuning nodig bij het reizen met de
moet nu sinds tijden weer met het openbaar vervoer reizen, omdat bus. Samen met mevrouw Philips formuleer je
haar man haar vroeger met de auto overal naartoe bracht. haar ondersteuningsvraag: ‘Help mij om
zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen.’
Fase 3 doel formuleren
Vanuit de ondersteuningsvraag formuleer je een doel. Hierin staat
Bijvoorbeeld: Het doel voor mevrouw Philips is dat
precies wat de cliënt en betrokkenen willen bereiken en hoe jij zij over een maand zelfstandig met het openbaar
daarbij kunt ondersteunen. Het is een duidelijk omschreven doel, vervoer kan reizen.
waarover cliënt, ouders, verzorgers en begeleiding het eens zijn.
Fase 4 plannen maken en uitvoeren
Het doel is duidelijk en iedereen staat erachter. Maar hoe wordt het precies bereikt? Dat
werk je met elkaar uit in een plan van aanpak. Daarbij geef je Bijvoorbeeld: In het plan voor mevrouw Philips
neem je de volgende stappen op. Je legt uit
antwoord op de volgende vragen: wie zijn er betrokken, wat wil hoe het openbaar vervoer werkt en hoe het
je bereiken, waar en wanneer voer je het plan uit en welke veranderd is ten opzichte van vroeger. Zij gaat
oefenen, door eerst samen te reizen en daarna
middelen en begeleiding gebruik je hiervoor? Dan start je de alleen. Ze krijgt begeleiding bij het gebruik van
de ov-pas en leert hoe je op internet de
begeleiding. verschillende reistijden kan raadplegen.
Doelen bereiken d.m.v. in te zetten
Activiteiten en begeleiding die je inzet om je doel te bereiken, noem je middelen. Het doel
dat je wilt bereiken bij mevrouw Philips, is dat zij over een maand Bijvoorbeeld Je geeft haar complimenten en
zelfstandig kan reizen met het OV. Je maakt een stappenplan om bespreekt haar ervaringen. Je bent doelmatig
bezig en je werkt systematisch volgens een vaste
dit doel te bereiken, waarbij mevrouw Philips steeds zelfstandiger aanpak.
wordt.
Activiteit en doel niet met elkaar verwarren
Pas op dat de activiteit of de begeleiding geen doel op zich wordt. Je zet die activiteit in om
een doel te bereiken. Tijdens het maken van kerstkaarten met bejaarden ben je druk met
plakken en knippen. Maar vergeet niet je doel: bewoners komen met elkaar in contact. Het
maken van de kerstkaarten is een middel om het doel te bereiken.
Fase 5 uitvoering evalueren en doelen bijstellen
Het einde van het cyclisch proces is de fase waarin je terugkijkt of het doel bereikt is. Van
tevoren spreek je met elkaar een tijdstip af voor de evaluatie. Als het doel niet gehaald is,
stel je het bij. Misschien is er meer tijd nodig of een andere aanpak. Als je met elkaar een
doel voor de begeleiding maakt, dan is het belangrijk dat je dit zo duidelijk mogelijk
omschrijft. Hoe omschrijf je een doel zo precies mogelijk? Daarbij gebruik je de SMART-
methode.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AimenMarida. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.62. You're not tied to anything after your purchase.