100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie 1ste jaar orthopedagogie $6.94
Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie 1ste jaar orthopedagogie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierbij verkoop ik mijn samenvatting voor het vak sociologie. Ik heb alle aula-lessen bijgewoond en deze notities (eventuele examenvragen) ook verwerkt in mijn samenvatting, tevens maakte ik gebruik van de cursus om deze aan te vullen. Ikzelf heb een 17/20 gehaald voor dit vak!

Preview 3 out of 16  pages

  • October 6, 2024
  • 16
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Een mens leeft nooit alleen
Sociologie bestudeert het ontstaan, (voort)bestaan en veranderen van maatschappelijke patronen/structuren; we gaan het gedrag bekijken in relatie
tot anderen

1. De mens maakt de samenleving
Mensen maken de samenleving: interactie tussen individuen (Interacties op microniveau (gezin, vrienden,..)
● Sociaal handelen (Weber): Het feit dat we (moeten) samenleven met anderen maakt dat we in ons handelen
(on)bewust rekening houden, met anderen.
○ Het is een complex gegeven dat bestaat uit 2 dimensies;
■ Interactie gaat over de actie-reactie in het tussenmenselijke verkeer (bewaken van voldoende
persoonlijke ruimte, civil inattention -beschaafd negeren als je in een situatie komt,..)
■ Communicatie is het invloed uitoefenen op andere én invloed ondergaan van anderen
● Komen vaak samen voor en voorwaarde: Samen-leven is pas mogelijk wanneer
mensen aan dezelfde situatie dezelfde betekenis geven= gelijke interpretatie
Waarom is die gelijke interpretatie van de situatie belangrijk
● Zorgt ervoor dat we weten wat we van elkaar kunnen verwachten - voorspelbaarheid, rust en routine
○ Zo weten we wanneer we ons srs moeten gedragen en wnr een grapje past, hoe kleden
■ Aula Parein is gesloten - aansluitrij dat gewoon ontstaat
● Wanneer we dezelfde betekenis geven aan een sit., is de kans groot dat we op dezelfde manier gaan reageren
= ontstaan van voorspelbare gedragspatronen en ORDE in de samenleving
■ Er is pas orde in de aula als iedereen dit definieert als ‘een les’
Hoe maakt de mens de samenleving (met gedeelde betekenissen en bijhorende interactiepatronen)?
Samen maken we de samenleving in interactie waar de gedeelde betekenissen en onze sociale werkelijkheid creëren.
● Thomas-theorema = de mens creëert zijn eigen sociale realiteit - theorema = bewering
■ Als ik in een volle zaal ‘Brand’ roep om paniek te doen ontstaan, hoeft er geen vuur te zijn maar moet iedereen in
die zaal de situatie als ‘echt’ definiëren en wordt dit realiteit in de gevolgen.

Groepen en organisaties maken de samenleving:(mesoniveau)
● Een groep= Aantal personen met duurzame interacties; waarvan de leden een bepaalde positie innemen;
waarin spontaan groepsregels ontstaan die het gedrag bepalen en voorspelbaar maken; waarvan de leden
gebonden zijn door een gevoel samenhorigheid (vb dia 16)
○ Primaire groep: de verschillende mensen kennen elkaar goed, interacties zijn intens en hebben van
emotionele kant
■ Peer group= een groep van meestal gelijken meestal dezelfde leeftijd, gelijke situatie, die
vaak langdurig met elkaar optrekken. - vaak voor jongeren
● Een gezin, hechte groep kotgenoten, family of choice,...
○ Secundaire groep: grotere groepen, contacten zijn minderen intens en meer zakelijk en taakgericht
samenwerken, duidelijke posities, minder emo verbondenheid (onpersoonlijker)
● Docent en leerlingen in de aula; samenwerken, docent heeft duidelijk omschreven positie en
studenten ook, deelnemers aan groepsreis, sportclub, collega’s
○ Doelgroep: mensen met dezelfde kenmerken maar vormen niet noodzakelijk een groep, kennen
elkaar niet (perse) - target group, vaak in term van beleid, hulpverlening, marketing
● DOELGROEP VALT NIET ALTIJD SAMEN MET DE IDENTITEIT VAN DE CLIËNT - Mensen
identificeren zich niet altijd met de doelgroep waartoe ze behoren (Drugspreventie..)

Is een organisatie ook een groep?
● Een organisatie= is ook een groep met meer specifieke kenmerken;
○ Mensen die in doordachte vorm met elkaar samenwerken
○ Interacties die verlopen uit duidelijk omschreven posities
○ Mensen die een gemeenschappelijk doel hebben en interacties zijn gericht op het realiseren van dat
doel
○ Is herkenbaar als geheel
○ Interageert met andere organisaties

Vb. we werken samen in KDG om voorbereid te zijn op arbeidsmarkt, posities= docent-leerkracht, wordt herkend
als plek waar je studeert, stemt leermateriaal af op mensen uit werkveld om accenten te kunnen leggen
Instituties maken de samenleving:(macroniveau)

, ● Een institutie= moeilijk voor te stellen, het is een soort voorspelbaar gedragspatroon die bij veel mensen
voorkomt = gestandaardiseerd gedrag, model antwoord op veel voorkomende vragen/problemen
○ Is een gestandaardiseerd interactiepatroon tussen mensen, groepen en organisaties
○ Stabiel maar kan veranderen doorheen interacties = door mens gecreëerde sociale realiteit
○ Geeft routine, voorspelbaarheid en orde aan het samenleven
○ Geeft antwoord op levensnoodzakelijke vragen (Hoe blijven we gezond?)
○ Instituties interageren met elkaar (meer loon, prijzen stijgen= meer koopkracht)
■ Vb. onderwijs- op tijd zijn, studeren, diploma behalen - digitalisering in corona - reden om op te staan- interageert
met transport instituties = meer treinen tijdens schooluren - voorbereiding of beroep/samenleving (kunnen lezen
heb je nodig om trein te nemen en niet enkel te werken)
■ kledij = institutie - veranderd met tijd en ruimte
■ Institutie ‘gezin’ = gestand gedrag = kerngezin, routine etc = onderdak, verantwoord. ; levennood vragen =
affectie, wonen, opvoeding, - interageert and instit= vrouw die werkt (instit arbeird)
● Stabiel maar kan veranderen; éénoudergezin, LGTB - fam, adoptie, pleegzorg
○ Gezin, gezondheidszorg is een gestandaardiseerd gedragspatroon (blijft geen eeuwigheid
bestaan). Elke institutie is gemaakt door veel mensen en kan veranderen in de loop van
geschiedenis.
■ Naar de dokter gaan als we ziek zijn, medicijnen nemen
● Institutionalisering= interacties tussen individuen, groepen en in organisaties hebben neiging te evolueren
naar stabiele en gestandaardiseerde gedragspatronen = resulteert in een institutie die zorgen voor routine en
voorspelbaarheid (orde) in de samenleving (macro), ze bieden nodige houvast om levensnoodzakelijke vragen
te vervullen
○ taal, religie, wetenschap, arbeid, justitie, economie,...
■ Gestandaardiseerd gedrag: woorden, grammatica, zinsbouw,..
■ Stabiel kan veranderen: meer Engels, SMS taal,...
■ Routine voorspelbaarheid, orde: we begrijpen elkaar
■ Antw op levensnoodzakelijke vrgn: communicatie

2. De samenleving maakt de mens
De structuur in de samenleving maakt tot mens
De samenleving heeft een structuur;de losse bouwstenen zijn de individuen, groepen en organisaties. Interacties en
instituties zijn dat cement dat geheel bij elkaar houdt. Alleen is er geen architect maar wordt de samenleving gemaakt
door de losse bouwstenen zelf.

De verschillende visies op de structuur van de samenleving;
● Functionalistische visie; vergelijken structuur van de samenleving met het menselijk lichaam
○ Dat bestaat uit verschillende (groep mensen) organen die elk hun eigen functie hebben voor de
samenleving. - conservatieve sociologen - willen het zo behouden
■ Als iedereen hun eigen functie goed uitoefent én goed samenwerkt, kan de hele
samenleving goed functioneren = orde
● Een orgaan kan een groep kunstenaars zijn die kunst maken en liefhebbers om daarvan te genieten
○ Kritiek= een sociologie van welvarende witte mannen en teveel benadrukken dat mensen bepaald
zijn door hun plaats (functie) in de structuur
■ Sociale problemen goedkeuren omdat “alles een functie heeft voor het geheel”; armoede
goedkeuren omdat dit als functie had dat mensen harder gingen werken,
laaggeschoolheid en analfebitsme goedkeuren omdat er mensen moeten zich in de
samenleving die het zware werk moeten doen die geen scholing nodig heeft

● Conflictsociologie; onderzoeken verschillen tussen groepen mensen die samen de structuur maken
○ Vooral oog voor sociale ongelijkheden/verschillen in opleiding, beroep, inkomen, woonsituatie,
gezondheid,.. progressief- ze proberen er iets aan te doen
■ Verschil tussen rijk en arm, jong en oud, man en vrouw
○ Ze vertrekken uit een onvrede met bestaande ongelijkheid en onrechtvaardigheid en wensen de
samenleving te verbeteren en wantoestanden uit de weg te ruimen
○ In tegenstelling tot functionalistische visie= gaat het over groepen mensen die niet altijd in
harmonie samenwerken, wereld is helemaal niet zo ordelijk, groepen mensen hebben vaak
tegengestelde belangen en leven in conflict met elkaar = conflictsociologie

, Culturen in de samenleving maken de mens
Wat is cultuur?
● Cultuur: Het geheel van kennis, waarden, doelen en normen; die ontstaan in en evolueren in een
samenleving; die een noodzakelijke handleiding zijn voor interacties; die mensen moeten aanleren en op hun
beurt verder doorgeven
○ Alles wat mens ooit toevoegde aan de natuur.
■ Taal, religie, wetten, levensstijlen, sociale en machtshoudingen, gereedschap (vuistbijl- computermuis)
Wat is de inhoud van cultuur?
● Het bevat kennis die nodig is om de situatie te definiëren
○ Om te weten dat het linkse vierkant schilderij van Mondriaan abstract is moet je kennis hebben van kunst, om te weten dat
het rechtervierkant een spel is waar je woorden kan invullen, heb je kennis nodig. Als je geen kennis hebt van kunst of
woordspellen = zie je wss weinig verschil tussen beiden
● Het bevat ook waarden - ideeën die we hebben over wat goed en wenselijk is
■ Liberté, égalité en fraternité - westerse waarden 18de eeuw
○ Doelen = concreet en meetbaarder in de praktijk, ze zijn de motor van ons leven, zetten ons in
beweging.
➢ Je kunt vanuit dezelfde waarden, verschillende doelen stellen
■ Individualisme= we kijken vooral naar onszelf, het zelf goed willen hebben, “ik” op 1ste
plaats
■ Materialisme= uit ons gedrag blijkt dat we het eerst materieel goed willen (bezit en geld)
○ Uit onze waarden en doelen volgen normen; gedragsrichtlijnen, wie zich anders gedraagt wordt
gesanctioneerd
→Waarden zijn wat persoon belangrijk vindt, en normen is het gedrag dat daarbij hoort
Wat is de functie van cultuur?
● Dankzij cultuur kunnen we een situatie interpreteren en er betekenis aan geven

Reflecties over cultuur?
1. Cultuur evolueert en is plaatsafhankelijk
a. Het evolueert doorheen de geschiedenis; selfies, verengelsing, spreekwijze TV, social media
b. Het verschilt naargelang plaats = grens oversteken en je hebt andere taal, eten, manier van wonen -
universiteit en hogeschool- kledij en tradities over de wereld heen
2. Cultuur of culturen?
a. Dit verschilt ook binnen één samenleving;
i. Dominante cultuur= kennis, waarden, doelen en normen van de meeste mensen
ii. Subculturen= duidelijk herkenbare sociale groep met andere waarden, normen en
levenswijze dan dominante cultuur
1. Hangt samen met een bepaald niveau van opleiding (de laaggeschoolden,.),
beroepsgroep (artsen, leerkrachten,..) levensbeschouwing (vrijzinnige, moslims,..),
leeftijdsgroep (jongeren die anders willen zijn dan oudere generatie)

b. Hedendaagse sociologen zijn de dominante en subculturen onvoldoende om de realiteit te
beschrijven. Zij zien de samenleving als multicultureel, één samenleving heeft veel culturen.
Door verschillende culturen aan te leren creëren we een meerledige identiteit en het is veel meer
dan enkel etniciteiten, religie,..
i. Cultuur op school, werk, gezin..

Hoofdstuk 2: Interacties op micro-, meso- en macroniveau
1. Microniveau: interacties tussen individuen
Het symbolisch interactionisme (Goffman en Blumer)
Is een stroming die het sociaal handen van mensen bekijkt op microniveau. Communicatie en interactie is maar
mogelijk door het uitwisselen van symbolen die bepaalde bedoelingen en betekenissen representeren.
Een symbool heeft op zichzelf geen betekenis; een klank, een gebaar, een voorwerp,.. Het is typisch menselijk om aan
die symbolen een betekenis te geven. Al die betekenissen samen maken een groot deel uit van een cultuur.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hafsahoumaneelbakkali. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.94
  • (0)
Add to cart
Added