Het tentamen is een digitaal open boek tentamen: het leerboek en de jurisprudentiebundel mogen
mee naar het tentamen.
Waarin verschilt het BV-recht nu van het NV-recht? Een van de voorbeelden is de
kapitaalbescherming. Bij de NV hebben we nog steeds het minimumkapitaal van €45.000, een BV kan
sinds 2012 gewoon worden opgericht met €0,01. Een ander voorbeeld is het type aandelen dat een
BV of een NV kan uitgeven. Verder kunnen we bij een BV sinds 1 oktober 2012 stemrechtloze
aandelen uitgeven. Dit zijn aandelen die recht geven op een bepaalde winst, maar die aandeelhouder
heeft geen stemrecht in de algemene vergadering. Hij mag wel verschijnen op de vergadering en hij
heeft ook vergaderrecht (hij mag het woord voeren), maar hij mag niet stemmen. De NV kent geen
stemrechtloze aandelen. Bij een BV kun je een winstrechtloos aandeel creëren, bij een NV niet.
Per 1 januari 2013 hebben we de Wet bestuur en toezicht NV/BV gekregen. Als eerst hebben we een
andere regeling gekregen voor de situatie waarin de bestuurder een tegenstrijdig belang heeft. Ook
hebben wij nu een wettelijke grondslag met een nadere wettelijke regeling voor het one-tier
bestuursmodel (het toezicht wordt gecreëerd binnen het bestuur. Je hebt dan de uitvoerende en
niet-uitvoerende bestuurders, waarbij de niet-uitvoerende bestuurders toezicht houden op de
uitvoerende bestuurders). Bij een two-tier board heb je naast het bestuur de raad van
commissarissen die toezicht houdt op het bestuur.
In het burgerlijk wetboek kennen wij een ruime mogelijkheid tot herstructurering:
- Omzetting rechtspersonen: art. 2:18 BW
- Fusie rechtspersonen: art. 2:308 e.v. BW
- Splitsing rechtspersonen: art. 2:308, 334a e.v. BW
- Grensoverschrijdende fusie (Nederlandse BV fuseert met een Duitse GmbH): art. 2:333b e.v.
BW
- Voor de grensoverschrijdende omzetting kapitaalvennootschappen kennen wij in de wet nog
geen regeling. De rechtspraak van het EHvJ in het Cartesio-arrest: een lidstaat mag een naar
zijn recht opgerichte vennootschap niet beletten zich om te zetten in een vennootschap van
een andere lidstaat van de Europese Unie. Een BV zou zich dus moeten kunnen omzetten in
een Duitse GmbH. Vier jaar later zei het EHvJ in het Vale-arrest: een lidstaat die toestaat dat
vennootschappen naar binnenlands recht een omzettingsregeling kennen, moet die
mogelijkheid ook bieden aan vennootschappen die onder het recht van een andere lidstaat
zijn opgericht.
- Voorontwerp ter consultatie (31-1-2014): voorontwerp grensoverschrijdende omzetting is in
de maak.
Andere voordelen BV/NV
- Aandeelhouders van een BV/NV zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de
rechtspersoon (art. 2:64 jo. 2:175 BW), tenzij de aandeelhouders zich onbehoorlijk gedragen.
- Wanneer de aandeelhouder zijn eigenaarsbelang wil overdragen, is er slechts een notariële
akte nodig voor de levering van de aandelen. Meer hoeft er niet te worden gedaan.
- Een BV/NV wordt in de vennootschapsbelasting betrokken, hetgeen tot fiscale voordelen kan
leiden.
Oprichting BV/NV
Voor de oprichting van een BV of een NV geldt als constitutief vereiste dat er een notariële
oprichtingsakte moet zijn. Als je geen notaris inschakelt, krijg je nooit een BV of een NV. De
oprichtingsakte bevat de statuten en moet worden ondertekend door elke oprichter en door
,iedereen die aandelen neemt bij de oprichting. Een oprichter kan deelnemen in het kapitaal, maar
dat hoeft niet per se. Wanneer de vereiste oprichtingsakte ontbreekt, maar er wel gehandeld is
namens de BV of NV in oprichting, komt art. 2:4 lid 1 jo lid 4 BW om te hoek kijken. Als er geen
notariële oprichtingsakte is, dan doen we net of de BV of NV is ontbonden. Het vermogen dat dan al
is gevormd, wordt dan vereffend. De pseudo-bestuurders zijn hoofdelijk verbonden voor de
verbintenissen die opeisbaar zijn geworden in het tijdvak waarin zij als bestuurders fungeerden, ook
al was de BV of NV nog niet opgericht. Als jij als derde een transactie bent aangegaan met een niet
bestaande BV of NV, moet je wel beschermd worden en een partij hebben op wie je verhaal zou
kunnen uitoefenen. Voor zover er vermogen is dat ten name van de niet bestaande BV of NV is
gevormd, kun je daar verhaal op vinden, maar stel dat het vermogen ontoereikend is, wat dan? In
een dergelijk geval kun je de pseudobestuurders aanspreken. Wanneer dit ook niet voldoende is, dan
heb je art. 2:4 lid 4 BW: degenen die handelden namens de niet-bestaande BV of NV zijn dan
aansprakelijk.
De notariële oprichtingsakte is het enige constitutieve vereiste voor de oprichting. Inschrijving van de
BV of NV in het handelsregister is niet vereist voor de oprichting van de vennootschap. Wel bestaat
er een sanctie op het niet inschrijven van de vennootschap in het handelsregister op grond van art.
2:69 lid 2 sub a jo 2:180 lid 2 BW. Zolang de BV of NV niet is ingeschreven in het handelsregister geldt
een hoofdelijke aansprakelijkheid voor bestuurders voor elke tijdens hun bestuur verrichte
handshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden, in het tijdvak voordat opgave ter
eerste inschrijving in het handelsregister is geschied. Voor alle rechtshandelingen die de BV of de NV
na oprichting verricht, waardoor de BV of NV wordt verbonden, kan de wederpartij de BV of de NV
aanspreken, maar ook alle bestuurders. Alle bestuurders zijn dus aansprakelijk voor schulden uit een
rechtshandeling. Schulden uit onrechtmatige daad of fiscale schulden vallen niet onder deze sanctie.
Vb. vanaf 15 augustus 2017 is er een BV in oprichting. Op 1 september 2017 gaat men naar de notaris
toe en richt men een BV op. Op dat moment ontstaat de BV. Op 2 september 2017 gaat een van de
bestuurders naar de garage en koopt namens de net opgerichte BV een bedrijfsauto. Op 4 september
2017 wordt de eerste opgaaf van de oprichting aan het handelsregister gedaan. Wie kan de verkoper
van de bedrijfsauto aanspreken ter voldoening van de koopprijs?
15 augustus 2017 1 september 2017 4 september 2017
BV i.o. Oprichting BV Opgaaf ter eerste
inschrijving in het
handelsregister
de rechtshandeling is namens de BV door een vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder
aangegaan. Dat de bestuurder vertegenwoordigingsbevoegd is volgt uit art. 2:240 lid 2 BW. De BV is
gebonden, dus de verkoper kan in ieder geval de BV aanspreken. Naast dat de BV kan worden
aangesproken, kan de verkoper ook elke bestuurder voor het geheel aanspreken op grond van art.
2:180 lid 2 BW. De auto is immers gekocht op 2 september, na oprichting maar vóór inschrijving. Er is
sprake van een rechtshandeling en daarom kan iedereen worden aangesproken voor de voldoening
van de koopprijs. Deze aansprakelijkheid blijft bestaan, ook wanneer de vennootschap is
ingeschreven, dus de aansprakelijkheid valt niet weg door inschrijving.
Twee aandachtspunten bij de inschrijvingsaansprakelijkheid:
- Alsnog voldoen aan inschrijvingsplicht werkt alleen voor toekomst: voorkomt dat nieuwe
aansprakelijkheden ontstaan. Echter: oude aansprakelijkheden die al waren ontstaan vóór de
,inschrijving in het handelsregister blijven bestaan! Het is niet zo dat een latere inschrijving oude
aansprakelijkheden wegneemt. Je kunt dus niet helen wat in het verleden is misgegaan.
- Redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW) kunnen meebrengen dat in een bepaalde situatie de
vennootschapscrediteur geen beroep kan doen op art. 2:69/180 lid 2 BW (HR 28 januari 2011, RvdW
2011, 171; Staalbankiers). In het arrest Staalbankiers was sprake van zo’n uitzonderlijke situatie. Er
was een vennootschap (EDG Beheer BV), die was opgericht op 10 juli 2002. Na de oprichting zou
Staalbankiers een krediet verstrekken aan de vennootschap van €5.000.000. De notaris overlegde
met Staalbankiers over het krediet en de €5.000.000 werd overgeboekt naar de vennootschap, twee
dagen voordat de vennootschap werd ingeschreven. Weer twee jaar later (2004) ging de
vennootschap failliet. HR: art. 2:180 BW is van dwingend recht, maar is niet van openbare orde en als
iets niet van openbare orde is, kunnen de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat een harde regel
toch aan de kant wordt gezet en dat je daar geen beroep op kan doen.
Bij een one-tier board ziet de inschrijvingsaansprakelijk zowel op de uitvoerende als op de niet-
uitvoerende bestuurders.
Naast de inschrijvingsaansprakelijkheid geldt voor de NV ook een stortingsaansprakelijkheid (art.
2:69 BW). Hierover komt in een ander college meer.
Handelen in naam van de BV of NV
Op zich kan de oprichting van een BV of een NV snel plaatsvinden, maar soms kan het toch zo zijn dat
er enige tijd overheen gaat voordat de vennootschap is opgericht. Wat nu als de oprichters voor de
oprichting al wel willen handelen na de vennootschap? Boek 2 BW geeft twee manieren:
- directe binding in oprichtingsakte (art. 2:93 jo 2:203 lid 4 BW): in de oprichtingsakte bindt men de
vennootschap meteen al aan bepaalde rechtshandelingen. Deze manier kan je maar bij een beperkt
aantal rechtshandelingen toepassen: hij is er slechts voor de rechtshandelingen die limitatief in de
desbetreffende artikelen staan opgesomd (het uitgeven van aandelen en het aanvaarden van
stortingen daarop, het aanstellen van bestuurders, het aanstellen van commissarissen en het
verrichten van bepaalde rechtshandelingen als bedoeld in art. 2:94 jo 2:204 BW). Aan de net
genoemde rechtshandelingen kun je de vennootschap dus direct bij de oprichtingsakte al binden.
Deze rechtshandelingen betreffen de opzet en de inrichting van de vennootschap, daarom kan de BV
worden gebonden aan deze rechtshandelingen al in de oprichtingsakte. Voor andere
rechtshandelingen geldt dat de bestuurders deze na de oprichting moeten bekrachtigen.
er is nog één rechtshandeling die alleen maar voor de BV geldt (deze is toegevoegd aan
art. 2:203 lid 4 BW): ook voor alle kosten die met de oprichting verband houden, kun je de BV
meteen bij haar oprichting verbinden (notariskosten, kosten van adviseurs die bij de
oprichting betrokken zijn). Voor de NV geldt een dergelijke bepaling niet.
wanneer je je taak als oprichter onbehoorlijk vervult, bijvoorbeeld door de vennootschap
op te zadelen met te hoge onverantwoorde kosten waardoor de vennootschap schade
oploopt, kun je als oprichter persoonlijk aansprakelijk gesteld worden op grond van art. 2:9 jo
2:138 jo 2:248 BW. De sanctiebepalingen worden van overeenkomstige toepassing verklaard
in art. 2:93 jo 2:203 lid 4 BW.
- bekrachtiging na oprichting van de BV of NV (art. 2:93 jo 2:203 lid 1 BW): dit is de algemene manier,
die je op allerlei rechtshandeling kan toepassen. De bekrachtiging achteraf is pas mogelijk nadat de
oprichting van de vennootschap een feit is. Totdat de bekrachtiging plaatsvindt, zijn degenen die
namens de opgerichte vennootschap hebben gehandeld zelf hoofdelijk verbonden. Deze hoofdelijke
verbondenheid vervalt pas na oprichting én bekrachtiging. De vertegenwoordigingsbevoegde
, bestuurders en het bestuur kunnen de rechtshandeling bekrachtigen, aangezien zij de vennootschap
kunnen verbinden, en deze bekrachtiging kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend (bijv. een
aangekocht goed in gebruik nemen) geschieden. Wanneer de vennootschap door de bekrachtiging
gebonden wordt, vervalt de hoofdelijke gebondenheid van de handelende persoon.
aan de bekrachtiging zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Allereerst dient de
bekrachtiging te geschieden door de vennootschap in wier naam de rechtshandeling is
verricht. Als BV A i.o. de rechtshandeling heeft verricht, moet het na oprichting ook deze BV
zijn die de rechtshandeling bekrachtigt (= identiteitseis). De BV die bekrachtigt moet ook
dezelfde BV zijn als de BV die beide partijen op het oog hadden toen zij de overeenkomst
sloten. Verder is er nog de eis dat de plannen tot oprichting een begin van concretisering
hebben gevonden. Deze eis is vastgelegd in het arrest Van der Heijden/Van Hoogenhuijze
i.o. Er moeten wel wat concrete oprichtingsplannen zijn, die bijvoorbeeld tot uitdrukking
kunnen zijn gekomen in een zogenaamde letter of intent (intentieverklaring dat je een
bepaalde BV wil oprichten).
art. 2:93 jo 2:203 lid 2 BW: Degenen die een rechtshandeling verrichten namens een op te
richten naamloze vennootschap of besloten vennootschap zijn, tenzij met betrekking tot die
rechtshandeling uitdrukkelijk anders is bedongen, daardoor hoofdelijk verbonden, totdat de
vennootschap na haar oprichting de rechtshandeling heeft bekrachtigd.
als de BV bekrachtigt, is de oprichter in beginsel niet meer gebonden. Wat nu als de zelfde
vennootschap niet aan haar verplichtingen kan voldoen? Er is onder omstandigheden een
mogelijkheid om de handelende persoon aan te spreken. Deze mogelijkheid staat in art. 2:93
lid 3 jo 2:203 lid 3 BW. Voor het kunnen toepassen van deze bepaling moet je aantonen dat
de handelende persoon, toen hij die rechtshandeling verrichte namens de BV of NV in
oprichting, wist of redelijkerwijs kon weten dat de BV of NV niet zou kunnen nakomen en ook
niet verhaal zou bieden voor de schade. De handelende persoon handelde toentertijd dus al
met wetenschap van de benadeling.
wanneer moet je als bestuurder gaan bekrachtigen? Het is raadzaam om de
rechtshandeling pas te bekrachtigen nadat de BV of NV is ingeschreven in het
handelsregister. Waarom is dit zo?
15 augustus 2017 1 september 2017 4 september 2017
BV i.o. Oprichting BV Opgaaf ter eerste
inschrijving in het
handelsregister
Als de bestuurders van de BV of NV na oprichting willen gaan bekrachtigen, en ze zouden dat
doen tussen 1 september en 4 september, dan vallen zij onder art. 2:69 lid 2 jo 2:180 lid 2
BW, ondanks dat je de handelingen van de BV bekrachtigt. De bekrachtiging is namelijk een
rechtshandeling en rechtshandelingen verricht voor de inschrijving in het handelsregister
leiden tot een bestuursaansprakelijkheid. Daarom kun je beter bekrachtigen na inschrijving in
het handelsregister. Op deze manier heb je niet te maken met de
bestuurdersaansprakelijkheid. Let wel op: bestaat bij de bestuurder ten tijde van de
bekrachtiging wetenschap van benadeling van de vennootschap? In dat geval dreigt een
persoonlijke aansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad) jegens de
vennootschapscrediteur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dchvaleva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.