100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollegeaantekeningen IPR hc 1 t/m 5 $3.21
Add to cart

Class notes

Hoorcollegeaantekeningen IPR hc 1 t/m 5

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Zeer uitgebreide hoorcollegeaantekeningen van de eerste vijf hoorcolleges van het vak Internationaal Privaatrecht

Preview 4 out of 34  pages

  • January 9, 2020
  • 34
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1

Het vak Internationaal Privaatrecht gaat niet uit van het Nederlandse materiële
privaatrecht. Het gaat vooral om de manier waarop je een probleem benadert. Een
aantal voorbeelden van IPR-vraagstukken:

- Een Nederlandse kunstverzamelaar verzamelde kunst uit Azië en koopt een beeld
van 1.000 jaar oud. Op een dag kwamen er Chinezen bij hem aan de deur die het
beeld al enige tijd kwijt waren. Het was waarschijnlijk ontvreemd uit een tempel.
De kunsthandelaar vond dat hij het eerlijk had gekocht. Vraag is hier wat je
hiermee kan doen en uit welk oogpunt je dit moet benaderen. Beheerst het
Nederlands privaatrecht deze kwestie of het Chinees burgerlijk recht?
- Stel dat in algemene voorwaarden staat dat je naar de rechter in het buitenland
moet, of dat de Nederlandse rechter het buitenlandse recht moet toepassen
(forumkeuze). Hoe gaat dat dan. Als je iets koopt bij Amazon in Frankrijk, kan je
dan iets met een veroordelend vonnis in Nederland? Kan je dat vonnis in
Nederland ten uitvoer leggen? Is de Franse rechter wel bevoegd? En als hij
bevoegd is, welk recht gaat hij dan toepassen: Frans, Nederlands of Amerikaans
recht?
- Rabobank wil een deel van zijn assets in Amerika verkopen. Rabobank is een
coöperatie en hieronder hangen BV’s. De BV’s houden aandelen in Amerikaanse
vennootschappen. Wat nu als de Rabobank de aandelen in een Amerikaanse
vennootschap verkoopt aan een Chinees bedrijf? Het betreft hier een
koopovereenkomst en hiervoor moet je naar de zogenoemde Rome I-verordening
kijken. Hierin staat dat je een rechtskeuze kan uitbrengen. De rechtskeuze is
onbeperkt, je kan in principe alle rechten toepassen, het Chinese recht,
Amerikaans recht, maar bijvoorbeeld ook het recht van Zuid-Afrika. Komen we
later op terug. Welk recht moet je toepassen als er geen rechtskeuze is
uitgebracht? Als hoofdregel geldt het recht van het land waar de partij
gevestigd is die de voor de overeenkomst kenmerkende prestatie
verricht. Betaling van de koopsom is nooit een kenmerkende prestatie van de
overeenkomst. Het betreft in het algemeen het verrichten van de andere prestatie
(bijvoorbeeld het leveren van de aandelen). De partij die de aandelen in de
Amerikaanse vennootschap moet leveren is de Rabobank en de Rabobank is
gevestigd in Utrecht. Dit betekent dat op grond van deze regel Nederlands recht
van toepassing is. Hoe zit het dan met de aandelen in de Amerikaanse
vennootschap? Kan je hier het goederenrecht van Amerika op toepassen? Hier is
weer een andere regel voor in het IPR, die zegt dat je het incorporatierecht moet
toepassen: het recht van het land van de vennootschap waarvan je de aandelen
gaat overdragen.
- Huwelijk in Rwanda: een Nederlandse man trouwt met een vrouw uit Ghana. De
meneer is 88, de vrouw is 36. De vrouw zorgt ervoor dat hij thuis kan wonen en
ze verzorgt hem. Ze wonen beide in Nederland en de vrouw biedt aan in
Nederland te blijven als ze gaan trouwen. De man heeft een zoon in Nederland en
op het gegeven moment is de zoon zijn vader kwijt. De zoon doet aangifte van
vermissing, maar na een paar weken is de vader weer terug. Het blijkt dat zijn
vrouw hem heeft meegenomen naar Rwanda om daar te trouwen. Ze komen weer
in Nederland wonen en kort erna komt de man te overlijden. IPR komt alleen aan
de orde als er een internationaal aspect is. Welk recht beheerst de nalatenschap?
We hebben een Nederlandse man die in Nederland woont met een Nederlandse
nalatenschap. Hier zou IPR in beginsel niet van toepassing zijn, nu IPR alleen een
rol speelt als er een grensoverschrijdend aspect is en er een verband is met een
ander land. Op de vererving is dus Nederlands erfrecht van toepassing. Het
huwelijk is gesloten onder het oude stelsel van huwelijksvermogensrecht. Er zijn

1

, geen huwelijkse voorwaarden gemaakt, als gevolg waarvan het vermogen van de
man is samengevloeid met het vermogen van de vrouw. De vrouw is door het
huwelijk gerechtigd geworden tot de helft van het geheel. De vraag is nu: is het
huwelijk geldig en op grond van welk recht bepaal je dit? Art. 10:31 BW: de vraag
of een huwelijk geldig is gesloten, wordt bepaald aan de hand van waar het
huwelijk rechtsgeldig is gesloten. Dus als het huwelijk voldoet aan de vereisten
die het recht van Rwanda daaraan stelt, dan is het een rechtsgeldig huwelijk naar
het recht van Rwanda en dan erkennen wij dat ook in Nederland. Hoe zit het dan
met het huwelijksvermogensrecht? Hoe bepaal je welk huwelijksrecht van
toepassing is: Nederlands recht, recht van Rwanda, of het recht van Ghana?
Hiervoor geldt dat het recht wordt toegepast van het land waar het getrouwde
paar haar eerste gemeenschappelijke domicilie vestigt. Het
huwelijksvermogensrecht van het land waar de man en vrouw na het sluiten van
hun huwelijk zijn gaan wonen wordt toegepast (hier Nederland). Nederland zegt
in een dergelijk geval: gemeenschap van goederen. Flink voordeel voor de vrouw
dus.
- Chauffeur ambassade Saoedi-Arabië in Nederland: een chauffeur met de
nationaliteit van Saoedi-Arabië heeft een arbeidsovereenkomst met de
ambassade. Daarin staat een rechtskeuze voor het recht van Saoedi-Arabië. In de
overeenkomst staat dat de man het loon ontvangt dat gebruikelijk is in Saoedi-
Arabië, dit is bijzonder weinig. Heeft hij dan geen recht op minimumloon volgens
Nederlands recht? Moet het recht van Saoedi-Arabië worden toegepast of geldt
hier het Nederlandse recht, en dan met name de dwingende bepaling van het
minimumloon? Hoe werkt dit? Ook hiervoor moet je kijken naar de Rome I-
verordening, nu deze ziet op verbintenissen uit overeenkomst. In art. 3
verordening staat dat partijen mogen kiezen voor het van toepassing zijnde recht.
Echter staat in art. 8 dat de rechtskeuze er niet toe mag leiden dat de werknemer
de bescherming verliest die hij geniet onder het recht dat van toepassing zou zijn
geweest als er geen rechtskeuze zou zijn uitgebracht (het recht van het land waar
de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht). Hier verricht de chauffeur zijn
arbeid in Nederland. Daarom moet de minimumloon-bepaling onder Nederlands
recht worden toegepast en kan deze bepaling niet opzij worden gezet.

Drie hoofdonderdelen Internationaal Privaatrecht:
1. Welke rechter is bevoegd?
 Internationaal bevoegdheidsrecht
2. Wat is het toepasselijke recht?
 Conflictenrecht
3. Kan het vonnis worden geëxecuteerd in Nederland?
 Internationaal erkennings- en tenuitvoerleggingsrecht

De komende weken wordt met name het conflictenrecht behandeld (materieel
internationaal privaatrecht). In de laatste weken zal ook het formele internationale
privaatrecht aan de orde komen.

Kalimijnenarrest: zout dat werd gewonnen uit de Elzas werd gedumpt in de Rijn en kwam
zo bij tuinders terecht, waardoor hun planten doodgingen. Een tuinder ging hiermee naar
de Nederlandse rechter en wilde het Franse Kalimijnen dagvaarden. Was de Nederlandse
rechter hier bevoegd? De bevoegdheidsregels van Brussel I-Bis staan in art. 4 en 7 lid 2.
In art. 4 staat de hoofdregel voor de bevoegdheid van de rechter: wie eist die reist. Als
je iemand wilt dagvaarden, dan moet je naar zijn woonplaats. De tuinder moest dus naar
de Franse rechter toe stappen. De Nederlandse rechter moest de Brussel I-Bis
raadplegen om te zien of deze al dan niet bevoegd was. Op art. 4 kan de Nederlandse
rechter zijn bevoegdheid niet gronden. Echter staat in art. 7 lid 2 een alternatieve

2

,bevoegdheidsgrond: wanneer het gaat om een onrechtmatige daad kan een persoon uit
een andere lidstaat worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar het
schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Vraag is hier of het
schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan. Zowel Frankrijk als Nederland
geldt als de plaats van het schadebrengende feit, omdat de plaats van het
schadebrengende feit zowel de plaats van de handeling is als de plaats waar de schade
inwerkt/ontstaat (Handlungsort en Erfolgsort). Je kan dus of naar de rechter van het
Handlungsorst of naar de rechter van het Erfolgsort. Beide rechters zijn hier bevoegd. De
eiser kan kiezen bij welke rechter deze aanklopt. Om vervolgens te bepalen welk recht
van toepassing is, moet worden gekeken naar de Rome II-verordening.
 Grondslag: de bevoegdheidsregel van art. 7 sub 2 berust op het bestaan van een
bijzonder nauwe samenhang tussen de vordering en de rechten van de plaats
waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich dreigt voor te doen,
op grond waarvan het om redenen verband houdend met een goede
rechtsbedeling en nuttige procesinrichting gerechtvaardigd is dat deze laatste
bevoegd zijn.

Vb: Willem-Alexander en Máxima: gevalletje Nederlander trouwt met Argentijnse en ze
gaan in Nederland wonen. Welk huwelijksvermogensrecht is van toepassing op hen? In
het Argentijnse recht gold namelijk dat je ten tijde van het sluiten van hun huwelijk geen
huwelijks voorwaarden mocht opstellen. Naar Nederlands recht mocht het wel.
 Naar Nederlands recht geldt het recht van het land waar de eerste geldige
huwelijksdomicilie is neergelegd.
 Wat nu als ze een huis hebben aangeschaft in Argentinië, maar ze toch gaan
scheiden? De Argentijnse rechter zal ten eerste bepalen of hij wel of niet bevoegd
is. Vervolgens zal deze zijn eigen IPR regels toepassen en dit zijn andere regels
dan de Nederlandse IPR-regels. Het internationaal privaatrecht is nationaal recht
en elk land hanteert andere regels. De Argentijnse rechter moet het wettelijke
stelsel van Argentinië toepassen op het huwelijksvermogensregime in Argentinië.

Vb: John van den Heuvel was op bezoek bij de Spurs in Londen en zat op hun tribune
tijdens een voetbalwedstrijd. Uiteindelijk scoorde PSV en juichte John. Hij juichte echter
voor de ‘verkeerde’ club omdat hij op de tribune van de tegenpartij zat. Daardoor werd
hij van de tribune afgehaald en heeft hij de hele wedstrijd gemist. In de algemene
voorwaarden van de tickets stond dat tickets alleen voor supporters zijn en geen recht op
vergoeding bestaat. Bij het kopen van de kaartjes moet worden akkoord gegaan met de
algemene voorwaarden. Wat kan van den Heuvel doen? Hij kan stellen dat hij een
consument is die de commerciële wederpartij mag dagvaarden bij de Nederlandse
rechter. Welk recht is dan van toepassing? Art. 6 Rome I-verordening: wanneer een
partij commerciële activiteiten ontplooit in een land waar de consument woonplaats
heeft, is het recht van de woonplaats van toepassing. De consument geschiedt
bescherming die hij heeft volgens het land waar hij woont. Hebben de Engelsen
commerciële activiteiten in Nederland ontwikkeld door een website te hebben waarop ook
Nederlanders voetbaltickets kunnen kopen?
 Ja, als je een website hebt die zich mede richt op andere landen, loop je tegen
art. 6 Rome I-verordening aan.




3

, Wat behoort tot IPR? Rechtsvergelijking hoort hier niet bij, evenals eenvormig
privaatrecht. Het zijn materiële privaatrechtelijke regels, er is geen keuzevraag (‘welk
rechtsgebied moet worden toegepast?’). Ook vreemdelingenrecht en nationaal recht
behoren niet tot het internationaal privaatrecht. In Duitsland is het anders, daar horen
deze rechten wel tot het internationaal privaatrecht. Het volkenrecht is wel van belang,
maar behoort niet tot het internationaal privaatrecht, evenals het gewone privaatrecht.
Tot slot het interregionaal privaatrecht. Dit ziet toe op de rechtsverhoudingen binnen de
landen van het koninkrijk Nederland  behoort niet tot het internationaal privaatrecht.

Karakter Internationaal privaatrecht:
- Het is nationaal recht. Ieder land kent dus zijn eigen internationaal privaatrecht
en ieder land heeft dan ook zijn eigen regels. Je moet altijd ook het buitenlandse
recht raadplegen.
- Het geldt voor internationale gevallen, dus er moet een grensoverschrijdend
aspect zijn. Wanneer is sprake van internationale gevallen? Hiervoor gelden twee
benaderingen:
 Feitelijk geografische benadering: je kijkt vooral naar de feitelijk
geografische aspecten (nationaliteit van personen/woonplaats van
personen/ligging van de goederen/plaats van de handeling). Is alles
gelegen in één land, dan zal dat recht van toepassing zijn. Wijzen
alle aspecten op verschillende landen, dan heb je te maken met een
internationaal geval.
 Vb. huwelijk in Rwanda: dit geval was puur nationaal: de
man was Nederlands en zijn eigendom lag in Nederland. Het
internationaal privaatrecht komt dan niet om de hoek kijken.
 Juridische benadering: wat zijn de geldingspretenties van bepaalde
rechtsstelsels? Verlangt een bepaald recht toepassing? Je moet
kijken naar het materiële recht: wat is het doel van een bepaalde
regeling? Per wet kijk je welke rechtsstelsels zijn betrokken en per
rechtsstelsel ga je kijken of dat rechtsstelsel graag wil worden
toegepast.

Definitie IPR: internationaal privaatrecht is nationaal recht voor internationale gevallen,
met een privaatrechtelijk karakter en het betreft bevoegdheid, toepasselijk recht en
internationale erkenning en tenuitvoerlegging.

Het moeilijkste van dit vak is vaststellen welke regeling eigenlijk van toepassing is.

Bestaansvoorwaarden: wanneer heb je internationaal privaatrecht nodig?
1. Er moet sprake zijn van verschillend recht
2. Er moet een grensoverschrijdend rechtsverkeer zijn




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dchvaleva. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added