100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Beginselen van economie $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting: Beginselen van economie

1 review
 235 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting hoofdstukken boek ('oikonomia').

Preview 4 out of 86  pages

  • January 10, 2020
  • 86
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: vangampelaereshirley • 4 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Welvaart en marktevenwicht

1.1 Inleiding

‐ Economie bestudeert de creatie van welvaart
→ Goede economie als ze welvaart creëert en we investeren in toekomstige welvaart
‐ Welvaart = Bepaald door BBP (bruto binnenlands product)
→ Optelsom van alle goederen en diensten die in een jaar geproduceerd worden binnen de
landsgrenzen en niet als input gebruikt worden om verder afgewerkte goederen mee te maken.
‐ Welvaartevolutie laatste 200 jaar
→ Vanaf industriële evolutie grote verschillen tussen landen
→ Vroeger had het geslacht en je ouders veel impact op je verwachte welvaart
→ Nu heeft de plaats ook een grote impact




‐ Fenomeen 1: Rijkdom in de 4 landen eerst identiek
‐ Fenomeen 2: Toenemende divergentie in de evolutie van rijkdommen na 1800
Eerste industrie en jaarlijkse toename van welvaart nadien
Mexico heeft toegang tot belangrijke technologieën maar blijft relatief arm
‐ Er is meer dan 1 economisch systeem om welvaart te maken

a) Divergentie vanaf de 19de eeuw

‐ Industriële evolutie opgang in Engeland en nadien heel Europa en VS
= Valt samen met de opkomst van een nieuw economisch systeem (Kapitalisme)
- Productie binnen bedrijven
- Markten: Plaats waar bedrijven en klanten vrijwillig ruilen
- Private eigendom kapitaalgoederen
→ Bedrijven concurreren = Sterke prikkels om betere technologieën te gebruiken
‐ Geografische expansie van lokale tot nationale en internationale markt
= Verdere mogelijkheden tot welvaart verhogende specialisatie en ruil
‐ Kapitalisme is geen systeem maar verzameling systemen die de 3 elementen te combineren




1

,b) Well-being index

‐ Houdt ook rekening met geletterdheid, kindersterfte, …
‐ Kapitalistische instellingen creëren geen voldoende voorwaarde voor permanente verhoging
levensstandaard
→ Veel landen hebben de 3 elementen maar slagen er niet om welvaart te creëren
→ Overheid heeft een belangrijke rol m economisch systeem succes voor iedereen te maken
→ Bij het maken van een keuze worden we geconfronteerd met beperkingen




c) Ecologische grenzen

‐ Natuurgrondstoffen zijn beperkt: Stijgende CO2-concentratie = Opwarming van de aarde
‐ Economische welvaart is zeer energie-intensief: Voornamelijk fossiele brandstoffen
‐ Grenzen veilige zone van planetaire systemen zijn overschreden
= Rechtstreeks verbonden aan energiegebruik en landgebruik
‐ Ecologische voetafdruk = Grond- en wateroppervlakte waar iedereen recht op zou hebben
= Maximum 1,8 hectare, maar huidige voet is 2,7 hectare waarvan Belgen gemiddeld 7 h hebben
‐ Duurzaamheidsuitdaging = maatschappelijk probleem
= Geen eenvoudige oplossing
= Economie is een deeltje van de oplossing

1.2 Onze economie

‐ Moderne economie = Complex systeem van productie en consumptie met beperkte middelen
‐ Private bedrijven produceren goederen en diensten en zorgen voor tewerkstelling
‐ Overheden voorzien aanbod van publieke goederen en diensten, kopen aan bij bedrijven en stellen
ook veel werknemers tewerk
= reguleren, initiëren grote maatschappelijke projecten, via budgettair beleid economische
activiteit aansturen
‐ Consumenten kopen goederen en diensten aan, betalen belastingen en vormen het menselijke
kapitaal dat de economie doet draaien
‐ Activiteiten en transacties gebeuren op markten
‐ Bedrijfseconoom: Analyseert de operationele werking van organisaties (overheid en bedrijven)
‐ Econoom: Bestuderen globale economisch systeem of belangrijke delen van het systeem


2

,a) Welvaart

‐ Veel werklozen hebben geen geschikte vaardigheden voor knelpuntberoepen
→ Onderwijshervormingen en betere bruggen tussen onderwijs en bedrijfsleven
‐ Economen bestuderen verschil tussen baten en kosten = Welvaartsanalyse
‐ Welvaart = In welke mate leidt inzet van schaarse middelen (allocatie) tot economische baten
Het gaat goed met onze economie als deze vandaag welvaart creëert maar ook investeert in
toekomstige creatie van welvaart.
‐ Een goede economie zet haar potentieel optimaal in om hoge economische welvaart te creëren
▪ Monetaire baten: Werkloosheidsuitkering uitsparen omdat er meer mensen werken
▪ Niet-monetaire baten: Nieuwe werknemer doet werkdruk dalen en zijn minder vermoeid

b) Elementaire economische welvaartsanalyse

‐ Economen vinden markten meestal een goede manier voor welvaart optimaliserende allocatie
→ Markten die goed functioneren ondersteunen de economie
‐ Maatschappij kan niet alle gewenste producten en diensten produceren: Beperkte middelen
→ Allocatie is belangrijk

Voorbeeld: Gezondheidszorg in US; Medische fouten zijn 3de grootste doodsoorzaken
Lifestyle diseases ten gevolgen van ongezonde levensstijl. De directe medische kosten zijn goed
voor minimaal 35 % gezondheidszorguitgaven. Indirecte economische kost door
productiviteitsverliezen = 1,2 % van het BBP. Maar indien men preventiebesteding zou uitvoeren <
2 % budget gezondheidszorgbudget.

‐ Een goede allocatie vereist een goede informatie
‐ Welvaartseconomie: Bestudeert hoe allocatie van middelen de economische welvaart beïnvloedt
‐ Consumenten halen onmiddellijke welvaart uit consumptie goederen en dranken
‐ Investering in een goed onderwijssysteem en een goede infrastructuur doet welvaart stijgen
‐ Vandaag een kost maar opbrengst in de toekomst = Kosten-batenanalyse
→ Optimale keuze maken wordt verhinderd door beperkte informatiesystemen

c) Global competitiveness index (GCI)

‐ World Economic Forum: Vergelijking van gezondheidsstatus van nationale economieën
‐ Opgericht om een betere samenwerking tussen overheid en bedrijven te faciliteren
‐ 12 ruime economische domeinen onderverdeeld in 3 groepen
‐ Groep 1: Basisvereisten = Nationale instituties (basisonderwijs, gezondheidszorg, …)
‐ Groep 2: Efficiëntiestimuli = Het effectief werken van de markten (hoger onderwijs, technologie)
‐ Groep 3: Innovaties en sofisticatie (algemeen innovatie vermogen en nieuwe technologieën)
→ België kampt met problematieke macro-economische omgeving
→ Veroorzaakt door zwakke begrotingsdiscipline waardoor een hoge schuld uitstaat

d) Interdisciplinaire zoektocht

‐ Inclusieve maatschappij = Zelfde kansen en een hoge levenskwaliteit
Vrije niet-discriminerende toegang tot onderwijs, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, …
‐ Groepen die achterop hinken moeten actief begeleid worden om hun kansen optimaal te benutten
‐ Economen kijken in hun analyse naar transactiekosten, concurrentie en toegang tot kapitaal


3

, Voorbeeld 1: Huisvestiging

Indien de prijzen van de goedkoopste huizen stijgt en de prijzen van duurdere woningen zoals villa’s
daalt dan zullen de vastgoedprijzen de evolutie van de gemiddelde inkomens volgen. De lage inkomens
worden wel hard getroffen, overheid zal subsidies geven aan deze klasse. Huisvestiging heeft een grote
impact op de gezondheid en schoolprestaties = belangrijk voor welvaart.

Voorbeeld 2: Gezondheidszorg

Kosten van gezondheidszorg stijgt, beleidsmakers hebben de uitdaging om tegelijkertijd hoge kwaliteit
tegen een lage kost aan te bieden. Verschillende evaluatiemogelijkheden geven een beeld van de
processen binnen een ziekenhuis. (Bijv. medische fouten bijhouden). Kostprijs per behandeling kan
ook worden vergeleken tussen ziekenhuizen, wat is de oorzaak van het verschil in kost?

e) Markten

‐ Een markt is een groep kopers en verkopers van een bepaald goed of dienst
‐ Eenvoudige voorstelling: Producten zijn identiek en veel kopers en verkopers (geen beïnvloeding)
= Niet realistisch, maar wel eenvoudig om te analyseren
▪ De vraag
De gevraagde hoeveelheid van een goed daalt indien de prijs van dit goed stijgt = Neg. Relatie
(= Bij ongewijzigde omstandigheden)
Verandering in gevraagde hoeveelheid veroorzaakt door verandering in prijs van product




Andere factoren die de vraag beïnvloeden:
‐ Smaken
‐ Verwante goederen (prijs)
‐ Consumenteninkomen
‐ Aantal kopers
‐ Verwachtingen
→ Verschuiving of wenteling van de vraagcurve
‐ Substitutie goederen: Prijsdaling goed A leidt tot daling vraag naar goed B
Bijvoorbeeld: Yoghurt en chocolademousse
‐ Complementaire goederen: Prijsdaling goed A leidt tot stijging vraag naar goed B
Bijvoorbeeld: Benzine en benzinewagens

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spydro. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98  10x  sold
  • (1)
Add to cart
Added